Weinig Nederlanders starten een eigen bedrijf. In hun opleiding worden ze er ook weinig op voorbereid. Om dat te veranderen trekt het kabinet miljoenen uit voor projecten over ondernemerschap en onderwijs.
,,Zonder durf moet je geen ondernemer worden, maar dat betekent niet dat je niets kunt leren”, aldus commissievoorzitter Martin Mulder.
,,Hoe word je ondernemer? Door ermee in aanraking te komen”, zegt Martin Mulder, hoogleraar onderwijskunde in Wageningen en voorzitter van de commissie Ondernemerschap en Onderwijs. ,,Maar in het Nederlandse onderwijs gebeurt dat niet.” Docenten kennen het bedrijfsleven niet, ze komen zelf uit de schoolbanken. Bij de toekomst van hun leerlingen denken ze vooral aan vervolgonderwijs en daarna een loopbaan in een bepaald beroep – maar niet aan een eigen bedrijf. ,,Dat moet veranderen”, vindt Mulder. ,,Leerlingen moeten meekrijgen dat het ondernemerschap een interessante optie is.”
De geringe ondernemingszin is volgens Mulder diep geworteld. Wij zijn een werknemersland. ,,Kijk naar de VS: daar is de consument beschermd % wie een te hete hamburger te eten krijgt, kan al een miljoen dollar schadevergoeding krijgen. In Nederland worden niet consumenten maar werknemers beschermd.”
Zo is werknemers ontslaan moeilijk. ,,Daarom is het logisch dat mensen zich richten op een levenslange loopbaan.” Ook grote bedrijven gingen daar altijd van uit. ,,Door de recessie in de jaren tachtig moesten ze ingrijpend saneren. Het besef brak door dat werknemers de regie moeten krijgen over hun eigen loopbaan. Dat vereist een ondernemende houding % niet zozeer ondernemerschap, maar wel ondernemendheid.”
Noodzaak
Ook in Nederland dringt de noodzaak van ‘leren ondernemen’ nu door. Staatssecretaris Ybema (Economische Zaken) meldde vorig jaar dat juist startende ondernemingen voor economische groei zorgen. Maar, hoewel negentig procent van de Nederlanders positief staat tegenover het ondernemerschap, starten hier toch veel minder mensen een bedrijf dan in de VS of elders in Europa. Het onderwijs moet dat verhelpen.
Samen met minister Hermans trok Ybema vorig jaar twintig miljoen gulden uit voor onderwijsprojecten die leerlingen en studenten meer ondernemerszin moeten bijbrengen. Afgelopen maand verdeelde de commissie Ondernemerschap de eerste subsidies. Deze week begint ze met het doorploegen van de stapel aanvragen voor de tweede ronde.
Van niet alle projecten hoeven we wonderen te verwachten, erkent Mulder. ,,Sommige basisscholen laten leerlingen een plannetje bedenken om geld te verdienen voor een goed doel. Nou, ik heb vroeger ook meegedaan aan postzegelacties. Maar of ik daar zo ondernemend van geworden ben?” Van andere plannen verwacht hij echter meer: ,,Soms zetten leerlingen of studenten zelf een winkelop, of schrijven ze een bedrijfsplan.”
Mulder doet een greep in zijn map projectbeschrijvingen. Vooral het middelbaar beroeps- en hoger onderwijs kregen tot nu toe subsidie. Zo krijgt de Hogeschool Arnhem en Nijmegen geld voor een project waarin vrouwelijke techniekstudenten een ervaren ondernemer als mentor krijgen. De Erasmus Universiteit biedt straks een inleidende module ondernemerschap. En de Universiteit van Amsterdam zet een ‘internet management game’ op waarin ondernemers cases leveren. ,,In al die projecten draait het om attitudevorming en beeldvorming”, zegt Mulder. ,,Bij studenten én docenten.”
Durf
Een module hier, een projectje daar. Zou dat echt helpen? ,,Daar zit een gevaar”, geeft Mulder toe. ,,Die projecten moeten aanjagers zijn. Maar het onderwijs is sterk geneigd steeds opnieuw het wiel uit te vinden. Kennis wordt vaak niet gedeeld en ervaringen zijn ook niet altijd overdraagbaar. Uiteindelijk moeten ondernemerskwaliteiten geïntegreerd worden in de opleidingsprofielen en de exameneisen.”
Ondernemers zelf geloven niet erg in onderwijs. Als het ondernemerschap in je karakter zit, zijn een goede persoonlijke coach en af en toe managementcursusje belangrijker. ,,Veel mensen die jong als ondernemer zijn begonnen, zijn gefrustreerd over hun eigen opleiding”, zegt Mulder. ,,Ze hebben geen briljante schoolcarrière achter de rug en zetten zich ertegen af. Dat komt ook doordat het onderwijs dat zij kennen, weinig aandacht gaf aan ondernemen. En dit moet nu veranderen. Zeker, het gaat ook om karaktereigenschappen: zonder durf moet je geen ondernemer worden. Maar dat betekent niet dat je niets kunt leren. Je kunt het ook andersom zeggen: het onderwijs mag ondernemerschap in elk geval niet frustreren.” (HOP)
Weinig Nederlanders starten een eigen bedrijf. In hun opleiding worden ze er ook weinig op voorbereid. Om dat te veranderen trekt het kabinet miljoenen uit voor projecten over ondernemerschap en onderwijs. ,,Zonder durf moet je geen ondernemer worden, maar dat betekent niet dat je niets kunt leren”, aldus commissievoorzitter Martin Mulder.
,,Hoe word je ondernemer? Door ermee in aanraking te komen”, zegt Martin Mulder, hoogleraar onderwijskunde in Wageningen en voorzitter van de commissie Ondernemerschap en Onderwijs. ,,Maar in het Nederlandse onderwijs gebeurt dat niet.” Docenten kennen het bedrijfsleven niet, ze komen zelf uit de schoolbanken. Bij de toekomst van hun leerlingen denken ze vooral aan vervolgonderwijs en daarna een loopbaan in een bepaald beroep – maar niet aan een eigen bedrijf. ,,Dat moet veranderen”, vindt Mulder. ,,Leerlingen moeten meekrijgen dat het ondernemerschap een interessante optie is.”
De geringe ondernemingszin is volgens Mulder diep geworteld. Wij zijn een werknemersland. ,,Kijk naar de VS: daar is de consument beschermd % wie een te hete hamburger te eten krijgt, kan al een miljoen dollar schadevergoeding krijgen. In Nederland worden niet consumenten maar werknemers beschermd.”
Zo is werknemers ontslaan moeilijk. ,,Daarom is het logisch dat mensen zich richten op een levenslange loopbaan.” Ook grote bedrijven gingen daar altijd van uit. ,,Door de recessie in de jaren tachtig moesten ze ingrijpend saneren. Het besef brak door dat werknemers de regie moeten krijgen over hun eigen loopbaan. Dat vereist een ondernemende houding % niet zozeer ondernemerschap, maar wel ondernemendheid.”
Noodzaak
Ook in Nederland dringt de noodzaak van ‘leren ondernemen’ nu door. Staatssecretaris Ybema (Economische Zaken) meldde vorig jaar dat juist startende ondernemingen voor economische groei zorgen. Maar, hoewel negentig procent van de Nederlanders positief staat tegenover het ondernemerschap, starten hier toch veel minder mensen een bedrijf dan in de VS of elders in Europa. Het onderwijs moet dat verhelpen.
Samen met minister Hermans trok Ybema vorig jaar twintig miljoen gulden uit voor onderwijsprojecten die leerlingen en studenten meer ondernemerszin moeten bijbrengen. Afgelopen maand verdeelde de commissie Ondernemerschap de eerste subsidies. Deze week begint ze met het doorploegen van de stapel aanvragen voor de tweede ronde.
Van niet alle projecten hoeven we wonderen te verwachten, erkent Mulder. ,,Sommige basisscholen laten leerlingen een plannetje bedenken om geld te verdienen voor een goed doel. Nou, ik heb vroeger ook meegedaan aan postzegelacties. Maar of ik daar zo ondernemend van geworden ben?” Van andere plannen verwacht hij echter meer: ,,Soms zetten leerlingen of studenten zelf een winkelop, of schrijven ze een bedrijfsplan.”
Mulder doet een greep in zijn map projectbeschrijvingen. Vooral het middelbaar beroeps- en hoger onderwijs kregen tot nu toe subsidie. Zo krijgt de Hogeschool Arnhem en Nijmegen geld voor een project waarin vrouwelijke techniekstudenten een ervaren ondernemer als mentor krijgen. De Erasmus Universiteit biedt straks een inleidende module ondernemerschap. En de Universiteit van Amsterdam zet een ‘internet management game’ op waarin ondernemers cases leveren. ,,In al die projecten draait het om attitudevorming en beeldvorming”, zegt Mulder. ,,Bij studenten én docenten.”
Durf
Een module hier, een projectje daar. Zou dat echt helpen? ,,Daar zit een gevaar”, geeft Mulder toe. ,,Die projecten moeten aanjagers zijn. Maar het onderwijs is sterk geneigd steeds opnieuw het wiel uit te vinden. Kennis wordt vaak niet gedeeld en ervaringen zijn ook niet altijd overdraagbaar. Uiteindelijk moeten ondernemerskwaliteiten geïntegreerd worden in de opleidingsprofielen en de exameneisen.”
Ondernemers zelf geloven niet erg in onderwijs. Als het ondernemerschap in je karakter zit, zijn een goede persoonlijke coach en af en toe managementcursusje belangrijker. ,,Veel mensen die jong als ondernemer zijn begonnen, zijn gefrustreerd over hun eigen opleiding”, zegt Mulder. ,,Ze hebben geen briljante schoolcarrière achter de rug en zetten zich ertegen af. Dat komt ook doordat het onderwijs dat zij kennen, weinig aandacht gaf aan ondernemen. En dit moet nu veranderen. Zeker, het gaat ook om karaktereigenschappen: zonder durf moet je geen ondernemer worden. Maar dat betekent niet dat je niets kunt leren. Je kunt het ook andersom zeggen: het onderwijs mag ondernemerschap in elk geval niet frustreren.” (HOP)

Comments are closed.