Het wetenschappelijk personeel van de TU Delft waardeert het optreden van de ondernemingsraad nauwelijks hoger dan de ondersteuners, zo blijkt uit een enquête.
De ondernemingsraad (or) ging akkoord met een reorganisatie van de ondersteunende diensten omdat de opbrengsten in onderwijs en onderzoek worden geïnvesteerd. Je zou dus verwachten dat wetenschappelijk personeel (wp’ers) een online enquête over het functioneren van de or tijdens die reorganisatie zou aangrijpen om het medezeggenschapsorgaan lof toe te zwaaien.
Maar met een 6,3 tonen de wp’ers die de vragenlijst invulden zich nauwelijks enthousiaster over de or dan de ondersteuners, die een 6,0 gaven. Or-voorzitter Kees Daleboudt zegt niet verbaasd te zijn. “De eerste reactie van het wetenschappelijk personeel op de reorganisatieplannen was: moeten we voortaan alles zelf doen? Dat wantrouwen is nog niet geweken. Bovendien: het is mooi dat er meer promovendi komen, maar of dat bijdraagt tot het individuele geluk van elke wp’er is natuurlijk de vraag.”
Een zesje is ongeveer wat Daleboudt had verwacht. “Geen cijfer om vrolijk van te worden, maar ik ben blij dat het een voldoende is.” Overigens vulde slechts 5 procent van de medewerkers de vragenlijst in . in totaal 275 mensen.
Veel respondenten verwijten de or het belang van de TU Delft te hebben laten prevaleren boven dat van de medewerkers. Daleboudt: “We zijn er niet alleen om de belangen van de medewerkers te behartigen. Bovendien kunnen die belangen enorm uiteen lopen. De kiezers moeten ons een mandaat gunnen, anders kunnen we ons werk niet goed doen.”
Als het om de communicatie van de or gaat, zijn de medewerkers minder kritisch dan de or zelf. Over de communicatie van de onderdeelcommissies (odc’s) met de achterban zijn ze minder te spreken. Daleboudt: “Vergeleken met de or hebben de odc’s minder tijd en minder menskracht. Maar het is een probleem.”
De werkgroep die het onderzoek heeft opgezet, kraakt een paar harde noten in het begeleidende rapport. Op het moment dat de or zich met behulp van subcommissies tot in detail met de reorganisatieplannen ging bemoeien, dreigden de oorspronkelijke uitgangspunten even uit het gezicht te verdwijnen . in ieder geval voor de buitenwereld. Sommige van deze commissies zouden ook niet genoeg kritisch tegenspel hebben geboden aan de trekkers. Daleboudt: “Natuurlijk functioneerde niet elke subcommissie even vlekkeloos. En als or hadden we soms de de neiging om onszelf tot probleemeigenaar te maken: ‘we gaan dit probleem voor het college van bestuur oplossen’. Je moet een evenwicht zien te vinden tussen constructief meedenken en kritisch blijven.”
Daleboudt erkent dat or de steun van sommige medewerkers is kwijtgeraakt. “Daar staat tegenover dat zich voor de or-verkiezingen van 8 en 9 november sterke nieuwe kandidaten hebben gemeld. Die mensen zeggen: ik ben me gaan realiseren dat jullie werk wel degelijk een verschil maakt.”
De ondernemingsraad (or) ging akkoord met een reorganisatie van de ondersteunende diensten omdat de opbrengsten in onderwijs en onderzoek worden geïnvesteerd. Je zou dus verwachten dat wetenschappelijk personeel (wp’ers) een online enquête over het functioneren van de or tijdens die reorganisatie zou aangrijpen om het medezeggenschapsorgaan lof toe te zwaaien.
Maar met een 6,3 tonen de wp’ers die de vragenlijst invulden zich nauwelijks enthousiaster over de or dan de ondersteuners, die een 6,0 gaven. Or-voorzitter Kees Daleboudt zegt niet verbaasd te zijn. “De eerste reactie van het wetenschappelijk personeel op de reorganisatieplannen was: moeten we voortaan alles zelf doen? Dat wantrouwen is nog niet geweken. Bovendien: het is mooi dat er meer promovendi komen, maar of dat bijdraagt tot het individuele geluk van elke wp’er is natuurlijk de vraag.”
Een zesje is ongeveer wat Daleboudt had verwacht. “Geen cijfer om vrolijk van te worden, maar ik ben blij dat het een voldoende is.” Overigens vulde slechts 5 procent van de medewerkers de vragenlijst in . in totaal 275 mensen.
Veel respondenten verwijten de or het belang van de TU Delft te hebben laten prevaleren boven dat van de medewerkers. Daleboudt: “We zijn er niet alleen om de belangen van de medewerkers te behartigen. Bovendien kunnen die belangen enorm uiteen lopen. De kiezers moeten ons een mandaat gunnen, anders kunnen we ons werk niet goed doen.”
Als het om de communicatie van de or gaat, zijn de medewerkers minder kritisch dan de or zelf. Over de communicatie van de onderdeelcommissies (odc’s) met de achterban zijn ze minder te spreken. Daleboudt: “Vergeleken met de or hebben de odc’s minder tijd en minder menskracht. Maar het is een probleem.”
De werkgroep die het onderzoek heeft opgezet, kraakt een paar harde noten in het begeleidende rapport. Op het moment dat de or zich met behulp van subcommissies tot in detail met de reorganisatieplannen ging bemoeien, dreigden de oorspronkelijke uitgangspunten even uit het gezicht te verdwijnen . in ieder geval voor de buitenwereld. Sommige van deze commissies zouden ook niet genoeg kritisch tegenspel hebben geboden aan de trekkers. Daleboudt: “Natuurlijk functioneerde niet elke subcommissie even vlekkeloos. En als or hadden we soms de de neiging om onszelf tot probleemeigenaar te maken: ‘we gaan dit probleem voor het college van bestuur oplossen’. Je moet een evenwicht zien te vinden tussen constructief meedenken en kritisch blijven.”
Daleboudt erkent dat or de steun van sommige medewerkers is kwijtgeraakt. “Daar staat tegenover dat zich voor de or-verkiezingen van 8 en 9 november sterke nieuwe kandidaten hebben gemeld. Die mensen zeggen: ik ben me gaan realiseren dat jullie werk wel degelijk een verschil maakt.”
Comments are closed.