Omrijden

r. Henk van Zuylen (Transport en Planning)

Tussenstand: Anderhalf jaar bezig

“Ik onderzoek hoe de wegen in Nederland beter gebruikt kunnen worden. Je kan mijn onderzoek goed vergelijken met het nieuwe dienstrooster van de Nederlandse Spoorwegen. Volgens het nieuwe spoorboekje moet je een aansluitende trein ook nog kunnen halen als de trein waar je inzit een beetje vertraging heeft. En als een trein uitvalt in Utrecht, dienen de treinen rond Den Haag daar geen last van hebben.

Datzelfde geldt vaak voor de weg. Als op een snelweg een ongeluk plaatsvindt, hebben automobilisten op andere snelwegen daar ook heel vaak last van. Terwijl dat waarschijnlijk niet hoeft. Als er op een knooppunt in Rotterdam of Den Haag een aanrijding is geweest, werkt dat zelfs door tot in Delft.

Als ik vanaf Leiden, waar ik woon, naar Delft rijd, sta ik vaak in de file van mensen die naar Rotterdam moeten. Dat valt waarschijnlijk op te lossen met informatieborden langs en boven de snelweg, die routeadvies geven. Het zou bijvoorbeeld sneller zijn om bij een file op de A13 vanuit Leiden via Den Haag en Rijswijk naar Delft te rijden. Ook als die file er nog niet staat, kan het beter zijn om toch om te rijden, zodat je grote drukte op de A13 voorkomt.

Toeritdosering is een andere maatregel die waarschijnlijk zeer effectief is. Tweeduizend auto’s rijden gemiddeld per uur over een rijstrook. Als het heel druk is of het hard regent, zou je dat aantal terug kunnen brengen naar 7500, zodat je de kans op ongelukken kleiner maakt en de kans op files afneemt. Door stoplichten bij toeritten naar de snelweg te zetten, kun je bepalen hoeveel auto’s de snelweg opmogen. Zo zorg je dat het nooit te druk wordt en het verkeer kan doorrijden.

Files die ontstaan bij afritten van snelwegen hebben vaak grote gevolgen. Als op de A13 vlak voor de afslag Delft-Zuid een ongeluk is gebeurd, loopt die afslag helemaal vol. Mensen gaan langzamer rijden omdat ze langs het ongeluk moeten rijden. Ik onderzoek of het niet verstandiger is om de afslag Delft-Zuid dan helemaal af te sluiten, zodat het verkeer soepeler kan doorstromen. De automobilisten die er bij Delft-Zuid af hadden gemoeten, kunnen de eerstvolgende afslag nemen. Ze rijden een stukje om, maar hebben minder lang in de file gestaan.

Ik heb ook gekeken naar de beste manier om Rotterdam te evacueren bij een ramp, zoals een overstroming. Als je mensen dan direct advies geeft over welke richtingen ze het beste uit kunnen met de auto, loopt het verkeer waarschijnlijk niet vast. Want als de wegen naar Amsterdam vol staan, kun je auto’s beter richting Dordrecht en Utrecht sturen. Informatie geven aan de automobilist gaat op dat moment verder dan de files oplossen. Het is dan van levensbelang.” (RV)

Naam: Drs. Victor Knoop (25)

Nationaliteit: Nederlandse

Onderwerp: Robuust en dynamisch verkeersmanagement

Promotor: Prof.dr. Henk van Zuylen (Transport en Planning)

Tussenstand: Anderhalf jaar bezig

“Ik onderzoek hoe de wegen in Nederland beter gebruikt kunnen worden. Je kan mijn onderzoek goed vergelijken met het nieuwe dienstrooster van de Nederlandse Spoorwegen. Volgens het nieuwe spoorboekje moet je een aansluitende trein ook nog kunnen halen als de trein waar je inzit een beetje vertraging heeft. En als een trein uitvalt in Utrecht, dienen de treinen rond Den Haag daar geen last van hebben.

Datzelfde geldt vaak voor de weg. Als op een snelweg een ongeluk plaatsvindt, hebben automobilisten op andere snelwegen daar ook heel vaak last van. Terwijl dat waarschijnlijk niet hoeft. Als er op een knooppunt in Rotterdam of Den Haag een aanrijding is geweest, werkt dat zelfs door tot in Delft.

Als ik vanaf Leiden, waar ik woon, naar Delft rijd, sta ik vaak in de file van mensen die naar Rotterdam moeten. Dat valt waarschijnlijk op te lossen met informatieborden langs en boven de snelweg, die routeadvies geven. Het zou bijvoorbeeld sneller zijn om bij een file op de A13 vanuit Leiden via Den Haag en Rijswijk naar Delft te rijden. Ook als die file er nog niet staat, kan het beter zijn om toch om te rijden, zodat je grote drukte op de A13 voorkomt.

Toeritdosering is een andere maatregel die waarschijnlijk zeer effectief is. Tweeduizend auto’s rijden gemiddeld per uur over een rijstrook. Als het heel druk is of het hard regent, zou je dat aantal terug kunnen brengen naar 7500, zodat je de kans op ongelukken kleiner maakt en de kans op files afneemt. Door stoplichten bij toeritten naar de snelweg te zetten, kun je bepalen hoeveel auto’s de snelweg opmogen. Zo zorg je dat het nooit te druk wordt en het verkeer kan doorrijden.

Files die ontstaan bij afritten van snelwegen hebben vaak grote gevolgen. Als op de A13 vlak voor de afslag Delft-Zuid een ongeluk is gebeurd, loopt die afslag helemaal vol. Mensen gaan langzamer rijden omdat ze langs het ongeluk moeten rijden. Ik onderzoek of het niet verstandiger is om de afslag Delft-Zuid dan helemaal af te sluiten, zodat het verkeer soepeler kan doorstromen. De automobilisten die er bij Delft-Zuid af hadden gemoeten, kunnen de eerstvolgende afslag nemen. Ze rijden een stukje om, maar hebben minder lang in de file gestaan.

Ik heb ook gekeken naar de beste manier om Rotterdam te evacueren bij een ramp, zoals een overstroming. Als je mensen dan direct advies geeft over welke richtingen ze het beste uit kunnen met de auto, loopt het verkeer waarschijnlijk niet vast. Want als de wegen naar Amsterdam vol staan, kun je auto’s beter richting Dordrecht en Utrecht sturen. Informatie geven aan de automobilist gaat op dat moment verder dan de files oplossen. Het is dan van levensbelang.” (RV)