Materiaalonderzoekers in Nederland krijgen per 1 mei een breed stimuleringsprogramma dat de wisselwerking moet versterken tussen de basisvakken chemie en fysica en de technische disciplines.
Share
Na lang overleg tussen onderzoekers, industrie en overheid kon onderzoekfinancier NWO vorige week eindelijk zo’n programma presenteren.
Er is de komende vijf jaar 65 miljoen gulden mee gemoeid, waarvan 20 miljoen voor dit doel verstrekt door de overheid. De nadruk ligt op vorm- en produktie-aspecten van constructiematerialen.
Het Prioriteitsprogramma Materialenonderzoek (PPM) wordt het grootste programma dat NWO tot nu toe heeft opgezet. Bij de presentatie ervan legde voorzitter dr. R.J. van Duinen, afkomstig van Fokker, vorige week woensdag het belang ervan uit met een vertrouwd voorbeeld: ,,Enkele jaren terug zei men bijvoorbeeld dat vliegtuigen spoedig voor dertig procent uit composieten zouden bestaan. Dat is niet gebeurd. Er bleef teveel onzeker over materiaaleigenschappen. Dus moeten we eerst de kennis daarover versterken – vandaar dit programma.”
De directeur wetenschapbeleid van minister Ritzen, dr. P.A.J. Tindemans, sprak van een ‘voorbeeld’ van wat de komende jaren vaker zal gebeuren: programmering van fundamenteel onderzoek rond een belangrijk maatschappelijk thema. Wel zou het een volgende keer ‘sneller en simpeler’ moeten, want de aanloop naar dit brede materialenprogramma heeft tien jaar geduurd. Al die tijd is er volgens Tindemans ‘geworsteld’ om verschillende groepen onderzoekers en toepassers bij elkaar te brengen. ,,Vooral in het bedrijfsleven bleek het zeer lastig dit thema tot leven te brengen”, stelde hij. (HOP/F.S.)
Materiaalonderzoekers in Nederland krijgen per 1 mei een breed stimuleringsprogramma dat de wisselwerking moet versterken tussen de basisvakken chemie en fysica en de technische disciplines. Na lang overleg tussen onderzoekers, industrie en overheid kon onderzoekfinancier NWO vorige week eindelijk zo’n programma presenteren.
Er is de komende vijf jaar 65 miljoen gulden mee gemoeid, waarvan 20 miljoen voor dit doel verstrekt door de overheid. De nadruk ligt op vorm- en produktie-aspecten van constructiematerialen.
Het Prioriteitsprogramma Materialenonderzoek (PPM) wordt het grootste programma dat NWO tot nu toe heeft opgezet. Bij de presentatie ervan legde voorzitter dr. R.J. van Duinen, afkomstig van Fokker, vorige week woensdag het belang ervan uit met een vertrouwd voorbeeld: ,,Enkele jaren terug zei men bijvoorbeeld dat vliegtuigen spoedig voor dertig procent uit composieten zouden bestaan. Dat is niet gebeurd. Er bleef teveel onzeker over materiaaleigenschappen. Dus moeten we eerst de kennis daarover versterken – vandaar dit programma.”
De directeur wetenschapbeleid van minister Ritzen, dr. P.A.J. Tindemans, sprak van een ‘voorbeeld’ van wat de komende jaren vaker zal gebeuren: programmering van fundamenteel onderzoek rond een belangrijk maatschappelijk thema. Wel zou het een volgende keer ‘sneller en simpeler’ moeten, want de aanloop naar dit brede materialenprogramma heeft tien jaar geduurd. Al die tijd is er volgens Tindemans ‘geworsteld’ om verschillende groepen onderzoekers en toepassers bij elkaar te brengen. ,,Vooral in het bedrijfsleven bleek het zeer lastig dit thema tot leven te brengen”, stelde hij. (HOP/F.S.)
Comments are closed.