LeegteHet Bouwkunde-gebouw om negen uur ’s avonds. Buiten is het nog zomers warm en het zonnetje verspreidt avondrood over de TU-wijk.
Een groep studenten zit in een kring. De gevel van het gebouw verraadt niet of er gewerkt wordt op maandagavond.
De hectiek van de dag is volledig verdwenen. De hal oogt leeg. Twee mensen van de beveiliging verzetten zich in de portiersloge tegen de verveling. ,,Mensen die nog aan het werk zijn? Het is een hele rustige dag vandaag. Maar op de dertiende achter de liften heb je grote kans”, zegt de een.
In de spits duurt het bij Bouwkunde vaak lang voordat een krap plaatsje in een lift is veroverd. Zo niet op dit tijdstip. Meteen bij het indrukken van het knopje springen twee deuren enthousiast open. Op de dertiende heerst een weldadige rust. Voor het verrichten van ingewikkeld onderzoek moet dit de ideale omgeving zijn. De gangen zijn verlaten.
Voor medewerkers lijkt het vrij eenvoudig om zich te laten insluiten. Aan de buitenkant van de kantoortjes is niet te zien wat er zich binnen afspeelt. Het bemoeilijkt de zoektocht naar avondwerkers. Vanuit de gang is door de raampjes boven de deur slechts te zien of er licht brandt.
Boven één deur komt TL-licht tevoorschijn. Hier zit vast een wetenschapper te ploeteren. We kloppen en proberen vervolgens de deur te openen. Zonder succes. Waarschijnlijk vergeten het licht uit te doen. We nemen de trap naar beneden.
Pas op de tiende is er weer leven. In het CAD-atelier zitten vijftien studenten te staren richting monitor. Onder hen de Engels-sprekende Portugees Pedro Luz. ,,Waarom ik ’s avonds werk? Omdat overdag veel computers bezet zijn. En dan worden er practica gegeven. Op dit tijdstip weet je zeker dat je een computer hebt.” Hij zit duidelijk tegen zijn opdracht aan te hikken. ,,I do not enjoy it.”
We vervolgen onze weg naar beneden. De verdiepingen lijken steeds leger te worden. Op de zevende vangen we geluiden op van een gesprek. Tijmen en Marjolijn, eerstejaars studenten, zijn bezig een practicum af te ronden. Ze staan op de afdeling bouwtechnisch ontwerpen tussen de overal op deze verdieping opgestelde kozijnen en verschillende systeemplafonnetjes. ,,We moeten de installaties in het gebouw bekijken”, zegt Tijmen, ,,en dat doen we ’s avonds omdat we dan niets beters te doen hebben. En bovendien moet het overmorgen af zijn.” Marjolijn gaat rustig door met de opdracht. ,,Gevolg voor de gevel. Wat is het gevolg voor de gevel? Dat daar aan de buitenkant, heet dat niet borstwering?” We blijven het antwoord schuldig.
Eén verdieping lager doet de man van de beveiliging zijn laatste ronde. ,,Nul mensen op vijf en nul mensen op vier”, geeft hij via zijn walkie-talkie aan zijn vrouwelijke collega beneden door. ,,We moeten bijhouden hoeveel mensen er op dit tijdstip nog in het gebouw zijn. Dan kunnen ze kijken of het nog wel rendabel is om het ’s avonds open te stellen.”
We zigzaggen door het bijna lege gebouw. Heeft iemand die hier dagelijks eenzaam rondjes moet lopen nooit de neiging om te gaan rennen of schreeuwen? ,,Ja, daar heb ik wel eens aan gedacht, maar ik heb het zelf nooit gedaan. Een voorganger van mij stond hier regelmatig op een tafel te zingen. Ik heb alleen een keer rare dingen door de omroepinstallatie geroepen. Toen bleken er nog mensen bij de studievereniging te zijn.”
Kwart voor tien. Diezelfde omroepinstallatie vertelt ons dat iedereen het gebouw moet verlaten. Bij Bouwkunde kent men geen langdurig nachtwerk. Voor de uitgangontmoeten we nog een haastige negendejaars student met een meetlint. ,,Ik moest even gauw opmeten hoe hoog de werktafels hier zijn. Dan kan ik die thuis goed instellen. Ik ben hier maar vijf minuten geweest, echt.”
Nu brandt nog slechts licht bij studievereniging Stylos. Vanwege hun eigen buitenuitgang kunnen ze langer doorgaan dan de rest. ,,Er wordt hier regelmatig tot diep in de nacht gewerkt. Vandaag kan het ook nog laat worden. Morgen is er een symposium”, meldt een bestuurslid. Alle computers in de ruimte staan nog aan. ,,We hebben er gewoon te weinig. Dus moet er wel ’s nachts gewerkt worden.”
Leegte
Het Bouwkunde-gebouw om negen uur ’s avonds. Buiten is het nog zomers warm en het zonnetje verspreidt avondrood over de TU-wijk. Een groep studenten zit in een kring. De gevel van het gebouw verraadt niet of er gewerkt wordt op maandagavond.
De hectiek van de dag is volledig verdwenen. De hal oogt leeg. Twee mensen van de beveiliging verzetten zich in de portiersloge tegen de verveling. ,,Mensen die nog aan het werk zijn? Het is een hele rustige dag vandaag. Maar op de dertiende achter de liften heb je grote kans”, zegt de een.
In de spits duurt het bij Bouwkunde vaak lang voordat een krap plaatsje in een lift is veroverd. Zo niet op dit tijdstip. Meteen bij het indrukken van het knopje springen twee deuren enthousiast open. Op de dertiende heerst een weldadige rust. Voor het verrichten van ingewikkeld onderzoek moet dit de ideale omgeving zijn. De gangen zijn verlaten.
Voor medewerkers lijkt het vrij eenvoudig om zich te laten insluiten. Aan de buitenkant van de kantoortjes is niet te zien wat er zich binnen afspeelt. Het bemoeilijkt de zoektocht naar avondwerkers. Vanuit de gang is door de raampjes boven de deur slechts te zien of er licht brandt.
Boven één deur komt TL-licht tevoorschijn. Hier zit vast een wetenschapper te ploeteren. We kloppen en proberen vervolgens de deur te openen. Zonder succes. Waarschijnlijk vergeten het licht uit te doen. We nemen de trap naar beneden.
Pas op de tiende is er weer leven. In het CAD-atelier zitten vijftien studenten te staren richting monitor. Onder hen de Engels-sprekende Portugees Pedro Luz. ,,Waarom ik ’s avonds werk? Omdat overdag veel computers bezet zijn. En dan worden er practica gegeven. Op dit tijdstip weet je zeker dat je een computer hebt.” Hij zit duidelijk tegen zijn opdracht aan te hikken. ,,I do not enjoy it.”
We vervolgen onze weg naar beneden. De verdiepingen lijken steeds leger te worden. Op de zevende vangen we geluiden op van een gesprek. Tijmen en Marjolijn, eerstejaars studenten, zijn bezig een practicum af te ronden. Ze staan op de afdeling bouwtechnisch ontwerpen tussen de overal op deze verdieping opgestelde kozijnen en verschillende systeemplafonnetjes. ,,We moeten de installaties in het gebouw bekijken”, zegt Tijmen, ,,en dat doen we ’s avonds omdat we dan niets beters te doen hebben. En bovendien moet het overmorgen af zijn.” Marjolijn gaat rustig door met de opdracht. ,,Gevolg voor de gevel. Wat is het gevolg voor de gevel? Dat daar aan de buitenkant, heet dat niet borstwering?” We blijven het antwoord schuldig.
Eén verdieping lager doet de man van de beveiliging zijn laatste ronde. ,,Nul mensen op vijf en nul mensen op vier”, geeft hij via zijn walkie-talkie aan zijn vrouwelijke collega beneden door. ,,We moeten bijhouden hoeveel mensen er op dit tijdstip nog in het gebouw zijn. Dan kunnen ze kijken of het nog wel rendabel is om het ’s avonds open te stellen.”
We zigzaggen door het bijna lege gebouw. Heeft iemand die hier dagelijks eenzaam rondjes moet lopen nooit de neiging om te gaan rennen of schreeuwen? ,,Ja, daar heb ik wel eens aan gedacht, maar ik heb het zelf nooit gedaan. Een voorganger van mij stond hier regelmatig op een tafel te zingen. Ik heb alleen een keer rare dingen door de omroepinstallatie geroepen. Toen bleken er nog mensen bij de studievereniging te zijn.”
Kwart voor tien. Diezelfde omroepinstallatie vertelt ons dat iedereen het gebouw moet verlaten. Bij Bouwkunde kent men geen langdurig nachtwerk. Voor de uitgangontmoeten we nog een haastige negendejaars student met een meetlint. ,,Ik moest even gauw opmeten hoe hoog de werktafels hier zijn. Dan kan ik die thuis goed instellen. Ik ben hier maar vijf minuten geweest, echt.”
Nu brandt nog slechts licht bij studievereniging Stylos. Vanwege hun eigen buitenuitgang kunnen ze langer doorgaan dan de rest. ,,Er wordt hier regelmatig tot diep in de nacht gewerkt. Vandaag kan het ook nog laat worden. Morgen is er een symposium”, meldt een bestuurslid. Alle computers in de ruimte staan nog aan. ,,We hebben er gewoon te weinig. Dus moet er wel ’s nachts gewerkt worden.”

Comments are closed.