Het profiel van Nuffic is onduidelijk. De organisatie moet meer keuzes maken en de samenhang tussen haar verschillende werkzaamheden versterken. Verder brengt Nuffic haar kennis over het hoger onderwijs buiten Nederland onvoldoende aan de man.
br />
Dit constateert een commissie die Nuffic het afgelopen jaar heeft doorgelicht, in opdracht van staatssecretaris Nuis (onderwijs) en minister Pronk (Ontwikkelingsssamenwerking). Voorzitter van de commissie was prof.dr. R.A. de Moor, oud- rector-magnificus van de Katholieke Universiteit Brabant.
Over het algemeen zijn universiteiten en hogescholen tevreden over Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Nuffic is goed in staat om instellingen te helpen als zij iets over onderwijsstelsels in het buitenland willen weten, of over buitenlandse diploma’s en graden. Volgens de commissie wordt die kennis echter onvoldoende benut. Zij adviseert om die vaker ongevraagd openbaar te maken, bijvoorbeeld met on-line databestanden.
Het is volgens de commissie voor buitenstaanders niet altijd even duidelijk wat de Nuffic doet. Consumenten willen dat Nuffic duidelijker keuzes maakt, blijkt uit onderzoek. Bekende activiteiten zijn onder meer de coördinatie van uitwisselingsprogramma’s voor studenten (Erasmus, Socrates) en van hulpprogramma’s voor universiteiten in ontwikkelingslanden (MHO). Nuffic organiseert ook diverse conferenties.
Waar Nuffic het geld van subsidieverstrekkers (met name het ministerie van onderwijs en buitenlandse zaken) precies aan besteedt, is niet duidelijk. Dat komt volgens de commissie doordat de subsidies niet zijn verbonden aan concrete produkten en diensten. Er bestaan slechts afspraken over de hoofdlijnen. Dit moet veranderen, vindt de commissie. De relatie moet verzakelijken. Ook moeten de tarieven van Nuffic omhoog.
Een volledig commerciële organisatie dient Nuffic volgens de commissie echter niet te worden. Nu al vrezen universiteiten en hogescholen concurrentie van Nuffic, bijvoorbeeld op het terrein van dienstverlening aan organisaties als de Europese Commissie en de UNESCO. (HOP/P.E.)
Het profiel van Nuffic is onduidelijk. De organisatie moet meer keuzes maken en de samenhang tussen haar verschillende werkzaamheden versterken. Verder brengt Nuffic haar kennis over het hoger onderwijs buiten Nederland onvoldoende aan de man.
Dit constateert een commissie die Nuffic het afgelopen jaar heeft doorgelicht, in opdracht van staatssecretaris Nuis (onderwijs) en minister Pronk (Ontwikkelingsssamenwerking). Voorzitter van de commissie was prof.dr. R.A. de Moor, oud- rector-magnificus van de Katholieke Universiteit Brabant.
Over het algemeen zijn universiteiten en hogescholen tevreden over Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Nuffic is goed in staat om instellingen te helpen als zij iets over onderwijsstelsels in het buitenland willen weten, of over buitenlandse diploma’s en graden. Volgens de commissie wordt die kennis echter onvoldoende benut. Zij adviseert om die vaker ongevraagd openbaar te maken, bijvoorbeeld met on-line databestanden.
Het is volgens de commissie voor buitenstaanders niet altijd even duidelijk wat de Nuffic doet. Consumenten willen dat Nuffic duidelijker keuzes maakt, blijkt uit onderzoek. Bekende activiteiten zijn onder meer de coördinatie van uitwisselingsprogramma’s voor studenten (Erasmus, Socrates) en van hulpprogramma’s voor universiteiten in ontwikkelingslanden (MHO). Nuffic organiseert ook diverse conferenties.
Waar Nuffic het geld van subsidieverstrekkers (met name het ministerie van onderwijs en buitenlandse zaken) precies aan besteedt, is niet duidelijk. Dat komt volgens de commissie doordat de subsidies niet zijn verbonden aan concrete produkten en diensten. Er bestaan slechts afspraken over de hoofdlijnen. Dit moet veranderen, vindt de commissie. De relatie moet verzakelijken. Ook moeten de tarieven van Nuffic omhoog.
Een volledig commerciële organisatie dient Nuffic volgens de commissie echter niet te worden. Nu al vrezen universiteiten en hogescholen concurrentie van Nuffic, bijvoorbeeld op het terrein van dienstverlening aan organisaties als de Europese Commissie en de UNESCO. (HOP/P.E.)
Comments are closed.