Het opiniestuk dat TU-docent geschiedenis en maatschappelijke aspecten van techniek Adrienne van den Bogaard eind april publiceerde in NRC Handelsblad krijgt veel bijval. Ze stelde dat universiteiten er tegenwoordig uitsluitend op uit zijn studenten voldoendes te laten halen.
Van den Bogaard kreeg bijna veertig e-mails van docenten en hoogleraren binnen en buiten de TU, waarin zij zeggen het probleem dat de docente schetst te herkennen. Ook NRC Handelsblad publiceerde verschillende instemmende ingezonden brieven.
Van den Bogaard hekelt in het artikel de praktijk van resultaatgericht onderwijs. “De kern van mijn artikel is dat docenten steeds meer middelmatige en ongemotiveerde studenten moeten meetrekken”, zegt zij. “We moeten om de slagingspercentages te halen steeds infantieler omgaan met studenten. Daarmee bereik je de enthousiaste studenten niet meer. Zij gaan juist klagen over de docenten. Bovendien kennen studenten en docenten elkaar vaak niet goed door de massaliteit.”
Directe aanleiding voor het stuk was een poster voor de voorlichtingsdagen, met daarop de blote meisjesrug en een jongen die probeert haar bh-haakje los te peuteren met daarboven de leus ‘Verbeter je techniek’. “Ik vond dat eerst gènant en immoreel, die poster is anno 2005 alleen op jongens gericht. Daarna dacht ik: de TU is het zicht op haar core business kwijt. Studenten worden niet meer maatschappelijk uitgedaagd. Ze worden in plaats daarvan gezien als klant. Dat vind ik verwerpelijk.”
Na haar publicatie in de NRC werd Van den Bogaard ‘overweldigd’ door een grote hoeveelheid reacties. “Een docent schreef dat hij mijn stuk wilde voorleggen aan Paul Rullmann van het college van bestuur. Een hoogleraar zei dat hij wel een goed woordje voor me wilde doen bij Fokkema als die boos zou zijn om mijn stuk.”
In werkelijkheid heeft Van den Bogaard tot haar spijt nog niks gehoord van het college van bestuur en ook niet van opleidingsdirecteuren of decanen. Haar eigen directeur onderwijs en onderzoek sprak haar wel aan. “Omdat zijn onderwijsadviseurs zich door mijn stuk aangevallen voelden. Maar dat was helemaal niet de bedoeling. Ik heb het niet over personen, maar over een grotere dynamiek.”
Van den Bogaard verbaast zich over de angst die volgens haar uit veel e-mails die ze kreeg spreekt. “Ze vonden het moedig wat ik had gedaan. Er is echter nog niks gebeurd dat die angst rechtvaardigt.”
Veel schrijvers vragen Van den Bogaard hoe het nu verder moet. Dat is ook voor haar het allermoeilijkst. “Wat ik in eerste instantie wilde, was een debat.” Die opzet is geslaagd. Afgelopen zaterdag gingen de econoom Arnold Heertje en de huidige gastschrijver van de TU, Arnon Grunberg, in het Parool met elkaar over dit onderwerp in debat.
Pagina 07: Kennis is minder belangrijk dan tevreden onderwijsklanten
Van den Bogaard kreeg bijna veertig e-mails van docenten en hoogleraren binnen en buiten de TU, waarin zij zeggen het probleem dat de docente schetst te herkennen. Ook NRC Handelsblad publiceerde verschillende instemmende ingezonden brieven.
Van den Bogaard hekelt in het artikel de praktijk van resultaatgericht onderwijs. “De kern van mijn artikel is dat docenten steeds meer middelmatige en ongemotiveerde studenten moeten meetrekken”, zegt zij. “We moeten om de slagingspercentages te halen steeds infantieler omgaan met studenten. Daarmee bereik je de enthousiaste studenten niet meer. Zij gaan juist klagen over de docenten. Bovendien kennen studenten en docenten elkaar vaak niet goed door de massaliteit.”
Directe aanleiding voor het stuk was een poster voor de voorlichtingsdagen, met daarop de blote meisjesrug en een jongen die probeert haar bh-haakje los te peuteren met daarboven de leus ‘Verbeter je techniek’. “Ik vond dat eerst gènant en immoreel, die poster is anno 2005 alleen op jongens gericht. Daarna dacht ik: de TU is het zicht op haar core business kwijt. Studenten worden niet meer maatschappelijk uitgedaagd. Ze worden in plaats daarvan gezien als klant. Dat vind ik verwerpelijk.”
Na haar publicatie in de NRC werd Van den Bogaard ‘overweldigd’ door een grote hoeveelheid reacties. “Een docent schreef dat hij mijn stuk wilde voorleggen aan Paul Rullmann van het college van bestuur. Een hoogleraar zei dat hij wel een goed woordje voor me wilde doen bij Fokkema als die boos zou zijn om mijn stuk.”
In werkelijkheid heeft Van den Bogaard tot haar spijt nog niks gehoord van het college van bestuur en ook niet van opleidingsdirecteuren of decanen. Haar eigen directeur onderwijs en onderzoek sprak haar wel aan. “Omdat zijn onderwijsadviseurs zich door mijn stuk aangevallen voelden. Maar dat was helemaal niet de bedoeling. Ik heb het niet over personen, maar over een grotere dynamiek.”
Van den Bogaard verbaast zich over de angst die volgens haar uit veel e-mails die ze kreeg spreekt. “Ze vonden het moedig wat ik had gedaan. Er is echter nog niks gebeurd dat die angst rechtvaardigt.”
Veel schrijvers vragen Van den Bogaard hoe het nu verder moet. Dat is ook voor haar het allermoeilijkst. “Wat ik in eerste instantie wilde, was een debat.” Die opzet is geslaagd. Afgelopen zaterdag gingen de econoom Arnold Heertje en de huidige gastschrijver van de TU, Arnon Grunberg, in het Parool met elkaar over dit onderwerp in debat.
Pagina 07: Kennis is minder belangrijk dan tevreden onderwijsklanten
Comments are closed.