Het Interstedelijk Studenten Overleg heeft een nieuw bestuur gekozen dat op 30 juni zal aantreden. Voorzitter is de Nijmeegse student filosofie en politicologie Thijs van Reekum.
Van Reekum (24 jaar) is al een tijdje politiek actief. Hij was portefeuillehouder onderwijs bij de Jonge Democraten, de jongerenvereniging van D66. In Nijmegen was hij voorzitter van studentenfractie SIAM.
Op zijn Facebook-profiel beantwoordde Van Reekum eind vorig jaar zes vragen. Een ervan gaat over de studiefinanciering. Handen af van de basisbeurs? “Nee, mits dit geld wordt geherinvesteerd in hoger onderwijs.”
Met linkse politiek heeft hij weinig op. Zo twitterde hij vorige maand: “BREKEND: Diederik Samson nieuwe leider #PvdA. Helaas zal de koers nu verder naar links gaan #gemistekans”.
De nieuwe secretaris is Lieveke Peeters, een 24-jarige student arbeids- en organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht. “Lieveke is voorzitter geweest van studentenroeivereniging ORCA”, aldus de sollicitatiecommissie. “Hierdoor weet ze hoe ze mensen moet aansturen en in beweging kan krijgen.”
Penningmeester is Remco Rous, 21 jaar en student journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Hij heeft al tweeënhalf jaar bij het ISO gewerkt als medewerker van het kenniscentrum. Ten slotte zijn er nog twee algemeen bestuursleden: Jorg van Velzen en Willemijn Boskma.
Van Velzen (25 jaar) is student geschiedenis van een researchmaster aan de Universiteit Utrecht. Ook Boskma is student geschiedenis: zij heeft net haar bachelor geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen afgerond.
Scheidend ISO-voorzitter Sebastiaan Hameleers is blij met de benoemingen. “Er is van alles aan de hand in het hoger onderwijs en er wacht hun een grote opdracht. Ik heb er alle vertrouwen in dat ze het goed zullen doen.”
Het ISO is één van de twee landelijke studentenorganisaties. De andere is de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). De LSVb zich meer aan de linkerzijde van het politieke spectrum en het ISO meer aan de rechterzijde, maar op veel punten vinden ze elkaar.
Het ISO maakte vorig jaar een wervingsfilmpje, dat op YouTube meer dan 2.100 keer is bekeken. Negentig mensen vroegen informatie aan over de baan als ISO-bestuurder en uiteindelijk hebben vijftig mensen gesolliciteerd.
Honderdtwintig graden Celcius geeft de thermometer aan. “Ons record is honderdvijftig”, zegt Hester van Zuthem. “Maar toen zat er geen eten in de zonneoven, dus dan wordt het er warmer.”
Het is nog maar half april wanneer Margit Heine (Bouwkunde), Evelien van Winsen (Bouwkunde) en Hester van Zuthem (Industrieel Ontwerpen) in de zonovergoten tuin van hun studentenhuis aan het experimenteren zijn met hun zonneoven. Dat het de zonnigste lente in jaren is komt erg goed uit. De studentes bereiden zich voor op hun expeditie naar Afrika. In de maanden mei en juni demonstreren ze hun kookkunsten in Kenia.
Voor de zoveelste keer pruttelt in de zonneoven een maïspapje. Voorzichtig opent Van Winsen de klep van dubbelglas en pakt het hete kommetje pap op met een theedoek. “Bij onze eerdere experimenten ontstond er een soort koek”, zegt ze terwijl ze door de substantie roert. “We hebben er nu meer water bij gedaan en nu moet het zijn geworden zoals ze in Kenia gewend zijn.” Ze steekt de lepel in haar mond en trekt een vies gezicht. “Gisteren hebben we lasagne gemaakt, die was echt heerlijk”, vervolgt ze. “In tweeënhalf uur was de lasagne gaar.”
Al jaren wilden de studentes ontwikkelingswerk doen in Afrika. Toen ze van de Nederlandse hulporganisatie Blessed Generation hoorden dat het weeshuis in het stadje Malindi de energierekening nauwelijks meer kan betalen, besloten ze om er naartoe te gaan met zes zonneovens (gedemonteerd) en een hoop kennis zodat ze de mensen daar kunnen leren om zelf zonneovens te bouwen.
De broeikassen zijn gemaakt van een ratjetoe aan afvalmateriaal. Het isolatiemateriaal bestaat uit stukken systeemplafond; dankzij oude fietsbanden sluit de dubbele glasplaat hermetisch; het houtwerk bestaat deels uit een oude lattenbodem en de aluminium binnenbak is gemaakt van oude reclameposters.
“Arie de Ruiter van stichting Solar
Cooking Nederland, in Sliedrecht, maakt de zonneovens”, zegt Van Winsen. “Hij werkt in de bouw en neemt van alles mee. Hij heeft ons een stoomcursus zonneovens bouwen gegeven.”
“In Afrika wordt het wel wat duurder om de ovens te maken omdat daar niet alle materialen in het afval te vinden zijn”, zegt Heine. “We moeten er andere materialen gebruiken. Ter isolatie kunnen we bijvoorbeeld olifantengras gebruiken.”
Eenmaal ter plekke zullen de studentes onderzoeken of er nog andere technologieën zijn waarmee ze de energiesituatie verder kunnen verbeteren. “Het weeshuis stelde zelf windmolens voor”, aldus Heine. “We moeten onderzoeken of het daar hard genoeg voor waait. Ze hebben daar wel een windmeter op het dak staan, maar die doet het niet meer omdat het batterijtje leeg is. En de klusjesman wil het dak niet op.”
Op hun weblog melden de meiden inmiddels dat ze gearriveerd zijn in Malindi. ‘Het is hier erg mooi, maar ook bloedheet. De kinderen hadden tentamens, dus die hebben we nog niet veel gezien, maar we hebben wel het personeel leren kennen. We krijgen ons eigen klaslokaal waar we de Solar Cookers kunnen maken en waar we eventueel les kunnen geven. Ze vinden ons maar raar; drie blanke meisjes die mannenwerk doen. […] Ook onze gastheer van het guesthouse vraagt zich af of we niet gek zijn en vroeg ons ‘Do you really know how to use a hammer?’
Comments are closed.