Verkeersstromen tijdens evacuaties worden voorbereid met simulaties. Maar daarbij ziet men over het hoofd dat automobilisten in ongewone situaties anders rijden, zegt psycholoog Raymond Hoogendoorn.
“Stel je wilt Almere evacueren en je stelt beide kanten van de snelweg open voor het verkeer de stad uit. Zulke plannen bestaan. Dan kun je er niet vanuit gaan dat mensen net zo rijden als anders. En toch gebeurt dat wel.” Aan het woord is drs. Raymond Hoogendoorn die bij de vakgroep transport en planning (faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen) promotieonderzoek heeft gedaan naar rijgedrag onder ongewone omstandigheden. Het is zijn specialisme geworden nadat hij in 2009 als psycholoog cum laude afstudeerde op de invloed van emoties op rijgedrag.
In zijn onderzoek liet hij ervaren chauffeurs in de rijsimulator van transport & planning twee maal een traject afleggen. De eerste keer reden ze een stuk autoweg zonder bijzonderheden. De tweede keer was er sprake van een verstoring: extra haast, slecht weer of een ongeval aan de andere kant van de weg. In het geval van haast werd de stress verhoogd door meldingen in het scherm zoals ‘behind schedule’ of ‘time is running out’ en een terugtikkend saldo. De proefpersonen was 30 euro vergoeding beloofd, maar die zagen ze voor hun ogen verdampen. Ondertussen werd hun rijgedrag vastgelegd, evenals hartritme, ademhaling en spanning op gezichtsspieren.
De bevindingen klinken herkenbaar. Bij hogere stress gaan chauffeurs sneller optrekken en remmen en dichter achter hun voorganger hangen. Bij slecht weer wordt er minder snel opgetrokken en geremd, maar vreemd genoeg bleef de tijd tot de voorganger onveranderd. Als gevolg van een ongeluk aan de andere weghelft gaan chauffeurs iets sneller optrekken en minder hard remmen, maar vooral houden ze meer afstand. Het aantal proefpersonen varieerde per proef tussen de 25 en de 38.
Deze bevindingen kunnen als parameterwaarden verwerkt worden in het bestaande Intelligent Driver Model (IDM) zodat de gesimuleerde automobilist realistischer reageert op ongewone wegsituaties.
Maar daarmee is de voorspelbaarheid van de chauffeur nog lang niet rond. Er bestaat namelijk een groot verschil in rijgedrag tussen verschillende chauffeurs, en ook tussen dezelfde chauffeur op verschillende momenten. Om daar meer grip op te krijgen wil Hoogendoorn zijn onderzoek voortzetten en verbreden naar realistisch rijgedrag te midden van een moderne rij-omgeving inclusief navigatiecomputer, smartphone, dynamische snelheidsregeling en veranderende routeinformatie. Het is nu al duidelijk dat zo’n chauffeurssimulatie ook een toevalsfactor zal moeten bevatten om recht te doen aan de diversiteit aan de rijdende mens.
–> Raymond Gerard Hoogendoorn, Empirical Research and Modeling of Longitudinal Driving Behaviour Under Adverse Conditions, Promotoren: prof.dr. Karel Brookhuis (TBM) en prof.dr.ir. Bart van Arem (CiTG), 5 juli 2012.
Dit onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Traffic and Travel Behavior in Case of Exceptional Events van het NWO-gebied Maatschappij en Gedragswetenschappen (NWO-MaGW).
Comments are closed.