Campus

‘Nederlandse schrijvers zijn kut’

Lezen. Thuis, in de trein, tussen of tijdens colleges. Een boek naast je bed. Maar welk boek? De winkels liggen vol en zeker nu, tijdens de boekenweek, is het aanbod enorm. Daarom in Delta’s eigen Boekenclub de ‘liefste boeken’ van zeventien al dan niet deskundige lezers.


1 Illustratie Victor Lemstra (
Klik voor grotere foto)
Boekenweek

Tweedejaars student industrieel ontwerpen Payman Talebi zit in de Aula zonder boek te eten. ,,Ik heb nog nooit een Nederlands boek gelezen. Alleen studieboeken. En Perzische boeken. Zoals ‘Boefe Koer‘. Dat gaat over een erg pessimistische man in een kamer, over de waarheid. Die man haat iedereen en sluit zich voor de rest van de wereld af. Dat sprak mij aan. Het heeft ook wel wat weg van Kafka.”

,,Nederlanders noemen zo’n verhaal misschien pessimistisch, maar het is gewoon de werkelijkheid: de wereld is tegenwoordig niet vrolijk. Dat heeft niets met mijn achtergrond te maken. Ik heb nog nooit een Nederlands boek gelezen, omdat die te optimistisch zijn. Nederlanders zijn gemakkelijk.”

,,Het laatste niet-studieboek dat ik gelezen heb is van Youp van ’t Hek, ‘Ammehoela‘. Heb ik twee jaar geleden gekregen voor mijn verjaardag. Het zijn verzamelde columns, de meeste stukken lijken op elkaar, maar ik vind ze wel goed. Het afgeven op de burgerlijkheid in Nederland, daar ben ik het mee eens.”

,,Ik lees weinig, omdat ik geen zin heb om drie dagen te lezen, als je een film in twee uur kan zien. Dat is iets van deze tijd: kijk maar naar het Internet.”

Op de klassieke vraag ‘Welk boek zou je meenemen naar een onbewoond eiland?’ blijft Maurits, die natuurkunde studeert, het antwoord schuldig.

Gelukkig heeft boekhandel De Omslag op de Wijnhaven een helder leesadvies: ,,De nieuwe van Grunberg, ‘Figuranten‘, die móet je lezen. Maar eigenlijk alles wel van Grunberg. Het unieke van Grunberg zit-em in zijn aparte schrijfstijl. Hij heeft wat te melden, en is toch van onze leeftijd. Studenten kopen over het algemeen veel pockets, maar ook de klassiekers worden wel gelezen: Tolstoi, Flaubert. Veel mensen denken ‘die moet ik toch hebben’. Dat zijn ook typisch boeken die bij het afstuderen cadeau gedaan worden.”

‘Wij zijn experts als het gaat om passie. We wisten eerst niet dat het passie heette, maar op een avond zei Raffaella: ‘Ja, dat noemen ze passie. Passie,’ zei ze, ‘dat is als het je gelukt is ze heel erg hongerig te houden, zo hongerig dat ze bijna gek worden.’

‘Hoeveel honger gaat er in een mens?’ wilde Tito weten.

Raffaella moest even nadenken, maar toen zei ze: ‘Minstens vijfhonderd liter. Er gaat zoveel honger in een mens dat jebijna zou geloven dat een mens een bodemloos vat is.’

uit: ‘De heilige Antonio’, boekenweekgeschenk door Arnon Grunberg.

Een kegel vol boeken en toch weinig literatuur. Dr. L.J.M. Waaijers is als bibliothecaris verantwoordelijk voor de TU-bieb: ,,Mijn favoriete boek op dit moment is ‘Le tombeau de marot‘ van Douglas Hofstadter. De schrijver houdt zich bezig met kunstmatige intelligentie en het boek gaat in op de vertaling van een twintigregelig Frans gedicht in het Engels. Hij laat computers en mensen hetzelfde gedicht vertalen en probeert er achter te komen wat vertalen nu werkelijk is.”

Voor Cornelis, tweedejaars student maritieme techniek, hoeft de boekenweek niet zo: ,,Ik lees eigenlijk nooit. Sinds mijn eindexamen heb ik niks meer gelezen. Ook geen behoefte aan, zeker niet in combinatie met al die studieboeken.”

,,Tess of the d’Urbervilles van Thomas Hardy vond ik een heel mooi boek. Mooi geschreven, ik kon me helemaal inleven. Eén en al drama, en uiteindelijk gaat ze dood. Verder houd ik erg van de kinderboeken van Thea Beckman; ‘Kinderen van moeder aarde‘, ‘Hasse Simonsdochter‘ enzo. In kinderboeken heb je niet allemaal van die gefrusteerde personen. Nederlandse literatuur gaat voornamelijk over mensen die psychisch in de kreukels zitten.”

Van de minder therapeutische moderne literatuur heeft Edith (bouwkunde-studente) niet zo veel gelezen. ,,Ik vond ‘De buitenvrouw‘ van Joost Zwagerman wel een mooi verhaal. Ik lees redelijk veel, soms één, twee boeken per week, maar nu heb ik in drie weken maar twee dunne boeken gelezen.”

Steven scoort wat lager, hij leest ongeveer vier boeken per jaar. Op dit moment is hij bij Bouwkunde aan het afstuderen: ,,Het mooiste boek dat ik ooit heb gelezen? Het laatste was ‘Giph‘ van Giphart. Erg relaxed boek, want het leest ook als je het druk hebt lekker weg. Je herkent er dingen in, maar het is toch wat extremer gebracht. Het dubbele is dat je het herkent, maar dat het net iets te heftig is, zodat je het niet zelf wilt meemaken. Verder word je ook heel erg uitgedaagd om andere boeken, zoals van Jeroen Brouwers, te gaan lezen.”

‘Wil je soms bij me in bed komen liggen?’
Ik knik.

Als een kind, een jongetje, goddomme. Het zijn geen leuke momenten als je erachter komt dat je toch niet zo sterk bent als je denkt dat je bent. Als blijkt dat je lul je geleidehond is en dat je wil om tijd te besteden aan Belangrijke Zaken (schrijverschap, kunst, ‘goede boeken’) het af moet leggen tegen de drang je kloten te legen. Ik schaam me. Mea culpa Reza.

Voor straf kom ik al na vier seconden klaar (en Reza vraagt glimlachend of dat soms ook weer haar schuld is).’

uit: ‘Ik ook van jou’, door Ronald Giphart.

De portier van Civiele Techniek zit in zijn glazen loge achter een computer. Tussen zijn verwoede muisklikken door, zegt hij geen tijd te hebben om over boeken te praten. ,,Ik heb sowiesogeen tijd voor boeken.”

Ton Meijknecht veert op wanneer hij over boeken begint: ,,Ik heb ontzettend veel gelezen. Maar een Nederlandse schrijver? Wacht, ik heb kort geleden een boek van een Nederlander gelezen, maar dat is eerst in het Engels verschenen. ‘The way of a boy‘ van Ernst Hillen. Dat gaat over de herinneringen van een jongetje aan een Jappenkamp. Het bijzondere was, dat je nergens wordt geconfronteerd met dat typische schuldgevoel over ons koloniale verleden. Het boek beschrijft eigenlijk heel normale menselijke verhoudingen onder extreme omstandigheden. En juist omdat het uit die context van de oorlog wordt getild, is het een beter boek. Verder is het gewoon een ontzettend leuk boek: er zijn veel boeken over kleine jongetjes, maar dit boek gaf me echt het gevoel weer een klein jongetje te zijn”, mijmert de studentenpastor.

,,’In de ban van de ring‘ van Tolkien vond ik toen ik een jaar of veertien, vijftien was het mooiste boek. Dat heb ik een paar keer herlezen. De hele wereld zoals die daar gecreëerd wordt – fantastisch. Ik hou wel van fantasy en science-fiction, zeker als de karakters goed uitgediept worden.”

,,Nu lees ik niet meer zoveel. Het laatste wat heb gelezen is ‘Nooit meer slapen‘ van Hermans. Begon wat traag, maar het gaat over iemand die net als ik bezig is met een promotieonderzoek. Ik vind het wel prettig als ik iets van mezelf in een boek tegenkom”, vertelt Frank Kuijstermans in de kantine van Elektrotechniek.

Tessa Koster deelt zijn voorliefde voor ‘In de ban van de ring‘: ,,Dat vind ik een erg goed verhaal. Iets heel anders, niet-realistisch. Verder was het laatste Nederlandse boek dat ik heb gelezen geloof ik van Vestdijk. Ja, Vestdijk. ‘De heilige Antonius‘ ofzo. Dat was een jaar geleden. Ik lees wel vrij veel. Als ik de tijd kon vinden zou ik wel een dik boek in twee weken lezen. Maar dat lukt dus niet. Eigenlijk heb ik helemaal geen tijd om veel te lezen”, treurt de wiskunde-student.

Collegevoorzitter dr. N. De Voogd noemt een echt Delfts boek als zijn persoonlijke favoriet: ‘De zwarte met het witte hart‘ van Arthur Japin, over twee Afrikaanse prinsjes die halverwege de negentiende eeuw in Delft komen studeren.

Laurette van Ham studeert civiele techniek en houdt van epische vertellingen: ,,’The memory game‘ van Nicky French is een vrij nieuw boek, in de stijl van ‘The Secret history‘ van Donna Tartt. De beschrijving van de familie, de relaties, het gebied, dat trok mij enorm aan. Ook ‘De tweeling‘ van Tessa de Loo vond ik heel mooi. Ja, het zijn allemaal boeken waarin zich langzaam een geschiedenis ontvouwt.”

‘Het is haast ongelooflijk dat Henry’s simpele plan zo goed werkte ondanks al die onvoorziene gebeurtenissen. We waren niet van plan geweest het lijk te verbergen op een plaats waar men het niet zou vinden. We hadden het zelfs helemaal niet verborgen, maar gewoon achtergelaten op een plaats waar hetwas gevallen in de hoop dat een onfortuinlijke voorbijganger erover zou struikelen voordat iemand zijn verdwijning ook maar had opgemerkt.’

uit: ‘De Verborgen geschiedenis’, door Donna Tartt.

,,Heel veel jonge mensen kiezen op dit moment toch voor de boeken van Grunberg, Giphart en Zwagerman. Wat ik zou aanraden? Dat hangt af van de persoon. Maar op literair gebied zou ik zelf nu toch iets van Grunberg aanbevelen. Hij appelleert aan gevoelens die heel veel mensen hebben. Hij heeft een modern taalgebruik en is heel komisch, kan heel grappig schrijven. En dat is niet iets wat veel schrijvers in zich hebben.”

Volgens Vincent Meyers van Boekhandel Paagman op de Papsouwselaan lezen studenten steeds minder. Zonde, want zo missen zij bijvoorbeeld zijn persoonlijke favoriet: ,,’De Ontdekking van de hemel‘ is echt een verschrikkelijk mooi boek, het is een knapgeschreven roman die leest als een film. Maar het is ook een soort opus magnum van Mulisch, het geeft een overzicht van zijn hele oeuvre. Maar nu we het er toch over hebben: is er aan de TU aandacht voor literatuur? Of voor andere niet-technische zaken?”

Voor een cultureel verantwoord boek gaan we naar Mekelweg 10,

waar directeur C.W. Rotteveel vertelt dat hij ‘De koperen tuin‘, van Vestdijk, met veel plezier heeft gelezen: ,,Mooie situatiebeschrijvingen en met dezelfde architectuur als een Mahlersymfonie. Vestdijk doet lang met een motief of intrige, weet dat goed over een boek te verspreiden.”

,,Engelse literatuur trekt mij veel meer. Een boek dat je vast niet kent is ‘This present darkness‘, maar het behandelt onderwerpen uit de hedendaagse samenleving.”

Wim van de Marel is een serieus ingestelde eerstejaars student werktuigbouw: ,,Ik lees ook wel minder serieuze boeken, maar de meer serieuze spreken mij toch meer aan. Ik wil wel iets van een boek leren. Een boek moet ageren tegen bepaalde misstanden. Een beetje moraliseren mag wel. O ja, ‘De donkere kamer van Damocles‘ van Willem Frederik Hermans is ook heel goed. Maar dat heeft iedereen al wel gelezen. ‘De Tweeling‘, van Tessa de Loo is mijn favoriete Nederlandse boek. Het onderwerp, de Tweede Wereldoorlog, sprak mij enorm aan. Normaal vind ik de onderwerpen in Nederlandse literatuur een stuk minder interessant.”

,,Nederlandse schrijvers zijn kut. Vooral de oudere zijn dichtgetikt vanwege de Tweede Wereldoorlog. En de jongere zijn ook dichtgetikt. Die Zwagerman heeft één leuk boek geschreven en daar teert-ie nou verder op.”

Voor Theo Landgraf mag het allemaal wel wat zwarter. De student informatica legt uit: ,,Mijn favoriete boek is ‘Acid house‘ van Irving Welsh, de schrijver van ‘Trainspotting‘. Ik houd van die morbide humor. Lezen over ellende troost me. Het is goed dat het slecht met je gaat. Positief is niet goed. Ik kan niet tegen allemaal mensen die lachen.”


1 Illustratie Victor Lemstra (
Klik voor grotere foto)
Boekenweek

Tweedejaars student industrieel ontwerpen Payman Talebi zit in de Aula zonder boek te eten. ,,Ik heb nog nooit een Nederlands boek gelezen. Alleen studieboeken. En Perzische boeken. Zoals ‘Boefe Koer‘. Dat gaat over een erg pessimistische man in een kamer, over de waarheid. Die man haat iedereen en sluit zich voor de rest van de wereld af. Dat sprak mij aan. Het heeft ook wel wat weg van Kafka.”

,,Nederlanders noemen zo’n verhaal misschien pessimistisch, maar het is gewoon de werkelijkheid: de wereld is tegenwoordig niet vrolijk. Dat heeft niets met mijn achtergrond te maken. Ik heb nog nooit een Nederlands boek gelezen, omdat die te optimistisch zijn. Nederlanders zijn gemakkelijk.”

,,Het laatste niet-studieboek dat ik gelezen heb is van Youp van ’t Hek, ‘Ammehoela‘. Heb ik twee jaar geleden gekregen voor mijn verjaardag. Het zijn verzamelde columns, de meeste stukken lijken op elkaar, maar ik vind ze wel goed. Het afgeven op de burgerlijkheid in Nederland, daar ben ik het mee eens.”

,,Ik lees weinig, omdat ik geen zin heb om drie dagen te lezen, als je een film in twee uur kan zien. Dat is iets van deze tijd: kijk maar naar het Internet.”

Op de klassieke vraag ‘Welk boek zou je meenemen naar een onbewoond eiland?’ blijft Maurits, die natuurkunde studeert, het antwoord schuldig.

Gelukkig heeft boekhandel De Omslag op de Wijnhaven een helder leesadvies: ,,De nieuwe van Grunberg, ‘Figuranten‘, die móet je lezen. Maar eigenlijk alles wel van Grunberg. Het unieke van Grunberg zit-em in zijn aparte schrijfstijl. Hij heeft wat te melden, en is toch van onze leeftijd. Studenten kopen over het algemeen veel pockets, maar ook de klassiekers worden wel gelezen: Tolstoi, Flaubert. Veel mensen denken ‘die moet ik toch hebben’. Dat zijn ook typisch boeken die bij het afstuderen cadeau gedaan worden.”

‘Wij zijn experts als het gaat om passie. We wisten eerst niet dat het passie heette, maar op een avond zei Raffaella: ‘Ja, dat noemen ze passie. Passie,’ zei ze, ‘dat is als het je gelukt is ze heel erg hongerig te houden, zo hongerig dat ze bijna gek worden.’

‘Hoeveel honger gaat er in een mens?’ wilde Tito weten.

Raffaella moest even nadenken, maar toen zei ze: ‘Minstens vijfhonderd liter. Er gaat zoveel honger in een mens dat jebijna zou geloven dat een mens een bodemloos vat is.’

uit: ‘De heilige Antonio’, boekenweekgeschenk door Arnon Grunberg.

Een kegel vol boeken en toch weinig literatuur. Dr. L.J.M. Waaijers is als bibliothecaris verantwoordelijk voor de TU-bieb: ,,Mijn favoriete boek op dit moment is ‘Le tombeau de marot‘ van Douglas Hofstadter. De schrijver houdt zich bezig met kunstmatige intelligentie en het boek gaat in op de vertaling van een twintigregelig Frans gedicht in het Engels. Hij laat computers en mensen hetzelfde gedicht vertalen en probeert er achter te komen wat vertalen nu werkelijk is.”

Voor Cornelis, tweedejaars student maritieme techniek, hoeft de boekenweek niet zo: ,,Ik lees eigenlijk nooit. Sinds mijn eindexamen heb ik niks meer gelezen. Ook geen behoefte aan, zeker niet in combinatie met al die studieboeken.”

,,Tess of the d’Urbervilles van Thomas Hardy vond ik een heel mooi boek. Mooi geschreven, ik kon me helemaal inleven. Eén en al drama, en uiteindelijk gaat ze dood. Verder houd ik erg van de kinderboeken van Thea Beckman; ‘Kinderen van moeder aarde‘, ‘Hasse Simonsdochter‘ enzo. In kinderboeken heb je niet allemaal van die gefrusteerde personen. Nederlandse literatuur gaat voornamelijk over mensen die psychisch in de kreukels zitten.”

Van de minder therapeutische moderne literatuur heeft Edith (bouwkunde-studente) niet zo veel gelezen. ,,Ik vond ‘De buitenvrouw‘ van Joost Zwagerman wel een mooi verhaal. Ik lees redelijk veel, soms één, twee boeken per week, maar nu heb ik in drie weken maar twee dunne boeken gelezen.”

Steven scoort wat lager, hij leest ongeveer vier boeken per jaar. Op dit moment is hij bij Bouwkunde aan het afstuderen: ,,Het mooiste boek dat ik ooit heb gelezen? Het laatste was ‘Giph‘ van Giphart. Erg relaxed boek, want het leest ook als je het druk hebt lekker weg. Je herkent er dingen in, maar het is toch wat extremer gebracht. Het dubbele is dat je het herkent, maar dat het net iets te heftig is, zodat je het niet zelf wilt meemaken. Verder word je ook heel erg uitgedaagd om andere boeken, zoals van Jeroen Brouwers, te gaan lezen.”

‘Wil je soms bij me in bed komen liggen?’
Ik knik.

Als een kind, een jongetje, goddomme. Het zijn geen leuke momenten als je erachter komt dat je toch niet zo sterk bent als je denkt dat je bent. Als blijkt dat je lul je geleidehond is en dat je wil om tijd te besteden aan Belangrijke Zaken (schrijverschap, kunst, ‘goede boeken’) het af moet leggen tegen de drang je kloten te legen. Ik schaam me. Mea culpa Reza.

Voor straf kom ik al na vier seconden klaar (en Reza vraagt glimlachend of dat soms ook weer haar schuld is).’

uit: ‘Ik ook van jou’, door Ronald Giphart.

De portier van Civiele Techniek zit in zijn glazen loge achter een computer. Tussen zijn verwoede muisklikken door, zegt hij geen tijd te hebben om over boeken te praten. ,,Ik heb sowiesogeen tijd voor boeken.”

Ton Meijknecht veert op wanneer hij over boeken begint: ,,Ik heb ontzettend veel gelezen. Maar een Nederlandse schrijver? Wacht, ik heb kort geleden een boek van een Nederlander gelezen, maar dat is eerst in het Engels verschenen. ‘The way of a boy‘ van Ernst Hillen. Dat gaat over de herinneringen van een jongetje aan een Jappenkamp. Het bijzondere was, dat je nergens wordt geconfronteerd met dat typische schuldgevoel over ons koloniale verleden. Het boek beschrijft eigenlijk heel normale menselijke verhoudingen onder extreme omstandigheden. En juist omdat het uit die context van de oorlog wordt getild, is het een beter boek. Verder is het gewoon een ontzettend leuk boek: er zijn veel boeken over kleine jongetjes, maar dit boek gaf me echt het gevoel weer een klein jongetje te zijn”, mijmert de studentenpastor.

,,’In de ban van de ring‘ van Tolkien vond ik toen ik een jaar of veertien, vijftien was het mooiste boek. Dat heb ik een paar keer herlezen. De hele wereld zoals die daar gecreëerd wordt – fantastisch. Ik hou wel van fantasy en science-fiction, zeker als de karakters goed uitgediept worden.”

,,Nu lees ik niet meer zoveel. Het laatste wat heb gelezen is ‘Nooit meer slapen‘ van Hermans. Begon wat traag, maar het gaat over iemand die net als ik bezig is met een promotieonderzoek. Ik vind het wel prettig als ik iets van mezelf in een boek tegenkom”, vertelt Frank Kuijstermans in de kantine van Elektrotechniek.

Tessa Koster deelt zijn voorliefde voor ‘In de ban van de ring‘: ,,Dat vind ik een erg goed verhaal. Iets heel anders, niet-realistisch. Verder was het laatste Nederlandse boek dat ik heb gelezen geloof ik van Vestdijk. Ja, Vestdijk. ‘De heilige Antonius‘ ofzo. Dat was een jaar geleden. Ik lees wel vrij veel. Als ik de tijd kon vinden zou ik wel een dik boek in twee weken lezen. Maar dat lukt dus niet. Eigenlijk heb ik helemaal geen tijd om veel te lezen”, treurt de wiskunde-student.

Collegevoorzitter dr. N. De Voogd noemt een echt Delfts boek als zijn persoonlijke favoriet: ‘De zwarte met het witte hart‘ van Arthur Japin, over twee Afrikaanse prinsjes die halverwege de negentiende eeuw in Delft komen studeren.

Laurette van Ham studeert civiele techniek en houdt van epische vertellingen: ,,’The memory game‘ van Nicky French is een vrij nieuw boek, in de stijl van ‘The Secret history‘ van Donna Tartt. De beschrijving van de familie, de relaties, het gebied, dat trok mij enorm aan. Ook ‘De tweeling‘ van Tessa de Loo vond ik heel mooi. Ja, het zijn allemaal boeken waarin zich langzaam een geschiedenis ontvouwt.”

‘Het is haast ongelooflijk dat Henry’s simpele plan zo goed werkte ondanks al die onvoorziene gebeurtenissen. We waren niet van plan geweest het lijk te verbergen op een plaats waar men het niet zou vinden. We hadden het zelfs helemaal niet verborgen, maar gewoon achtergelaten op een plaats waar hetwas gevallen in de hoop dat een onfortuinlijke voorbijganger erover zou struikelen voordat iemand zijn verdwijning ook maar had opgemerkt.’

uit: ‘De Verborgen geschiedenis’, door Donna Tartt.

,,Heel veel jonge mensen kiezen op dit moment toch voor de boeken van Grunberg, Giphart en Zwagerman. Wat ik zou aanraden? Dat hangt af van de persoon. Maar op literair gebied zou ik zelf nu toch iets van Grunberg aanbevelen. Hij appelleert aan gevoelens die heel veel mensen hebben. Hij heeft een modern taalgebruik en is heel komisch, kan heel grappig schrijven. En dat is niet iets wat veel schrijvers in zich hebben.”

Volgens Vincent Meyers van Boekhandel Paagman op de Papsouwselaan lezen studenten steeds minder. Zonde, want zo missen zij bijvoorbeeld zijn persoonlijke favoriet: ,,’De Ontdekking van de hemel‘ is echt een verschrikkelijk mooi boek, het is een knapgeschreven roman die leest als een film. Maar het is ook een soort opus magnum van Mulisch, het geeft een overzicht van zijn hele oeuvre. Maar nu we het er toch over hebben: is er aan de TU aandacht voor literatuur? Of voor andere niet-technische zaken?”

Voor een cultureel verantwoord boek gaan we naar Mekelweg 10,

waar directeur C.W. Rotteveel vertelt dat hij ‘De koperen tuin‘, van Vestdijk, met veel plezier heeft gelezen: ,,Mooie situatiebeschrijvingen en met dezelfde architectuur als een Mahlersymfonie. Vestdijk doet lang met een motief of intrige, weet dat goed over een boek te verspreiden.”

,,Engelse literatuur trekt mij veel meer. Een boek dat je vast niet kent is ‘This present darkness‘, maar het behandelt onderwerpen uit de hedendaagse samenleving.”

Wim van de Marel is een serieus ingestelde eerstejaars student werktuigbouw: ,,Ik lees ook wel minder serieuze boeken, maar de meer serieuze spreken mij toch meer aan. Ik wil wel iets van een boek leren. Een boek moet ageren tegen bepaalde misstanden. Een beetje moraliseren mag wel. O ja, ‘De donkere kamer van Damocles‘ van Willem Frederik Hermans is ook heel goed. Maar dat heeft iedereen al wel gelezen. ‘De Tweeling‘, van Tessa de Loo is mijn favoriete Nederlandse boek. Het onderwerp, de Tweede Wereldoorlog, sprak mij enorm aan. Normaal vind ik de onderwerpen in Nederlandse literatuur een stuk minder interessant.”

,,Nederlandse schrijvers zijn kut. Vooral de oudere zijn dichtgetikt vanwege de Tweede Wereldoorlog. En de jongere zijn ook dichtgetikt. Die Zwagerman heeft één leuk boek geschreven en daar teert-ie nou verder op.”

Voor Theo Landgraf mag het allemaal wel wat zwarter. De student informatica legt uit: ,,Mijn favoriete boek is ‘Acid house‘ van Irving Welsh, de schrijver van ‘Trainspotting‘. Ik houd van die morbide humor. Lezen over ellende troost me. Het is goed dat het slecht met je gaat. Positief is niet goed. Ik kan niet tegen allemaal mensen die lachen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.