Huub Salemink is de nieuwe voorzitter van de afdeling nanoscience, die participeert in het nationale onderzoeksprogramma Nanoned. Deze week besloot Brussel dat ook Nederlandse bedrijven aan Nanoned mogen deelnemen.
Belangrijk nieuws?
“Absoluut, en het was van tevoren ook helemaal niet zeker of de Europese Commissie het groene licht zou geven. Nanoned is een staatsprogramma waarin naast universiteiten ook Nederlandse bedrijven als Philips en DSM participeren, dus de commissie moest zich er van vergewissen dat er geen sprake was van oneerlijke concurrentie.”
Is het niet wat ouderwets, een onderzoeksprogramma over nanotechnologie op landelijke basis?
“Het volgende doel is om het onderzoek naar Europees niveau te tillen.”
Professor Mooij blijft programmadirecteur van het Kavli Instituut, maar u bent hem wel opgevolgd als voorzitter van nanoscience. Had hij nog nuttige adviezen?
“Nanoscience kent enkele excellente onderzoeksgroepen, en dat is de verdienste van Mooij. Hij gaf me het advies die kwaliteit te behouden, maar tegelijkertijd verbreding te zoeken, bijvoorbeeld door aansluiting bij de Delfts-Leidse opleidingen life science and technology en chemische technologie. Mijn overtuiging is dat die twee gebieden de ontwikkeling van nanotechnologie straks even diepgaand zullen beïnvloeden als de micro-elektronica dat nu al doet.”
Wanneer kunnen we daarvan toepassingen verwachten?
“Dat is moeilijk te zeggen, want het onderzoekstraject is moeilijk voorspelbaar. Maar de combinatie van nanotechnologie en biotechnologie zou het mogelijk moeten maken om ‘nanomachines’ te creëren, die werken op de schaal van individuele moleculen en ziektes in een vroeger stadium kunnen identificeren. Maar ik wil niet al te concreet zijn, want dan krijg je weer zo’n hype-achtige sfeer. Het duurt nog wel even voor het zover is. Maar geen decennia.”
Wat is een onrealistische verwachting over nanotechnologie?
“Dat het op korte termijn geld zal opleveren. Op zich is de opwinding over de mogelijkheden van nanotechnologie niet overtrokken. Ik zou niet willen spreken van een hype.”
Hoe is uw eigen fascinatie voor nanotechnologie ontstaan?
“In 1985 ben ik voor IBM in Zúrich gaan werken, en zo heb ik de uitvinding van de scanning tunneling microscope van heel dichtbij kunnen meemaken. Die microscoop – met een naald waarvan de uiterste punt slechts één punt breed is – opende nieuwe mogelijkheden, een nieuwe manier van denken over de atomaire bouwstenen.”
Was u één van de vaders van die scanning tunneling microscope?
“Nee. Ik heb wel meegewerkt aan de verdere ontwikkeling van scanning probes, die de belangrijkste bouwsteen van die microscoop vormen.”
U blijft parttime hoogleraar in Eindhoven en bent ook bestuurslid van Nanoned. Is dat nog wel allemaal te combineren?
“Op het moment is het nog even lastig, maar met de goede ondersteuning hier en in Eindhoven zal dat zeker lukken.”
Huub Salemink (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Belangrijk nieuws?
“Absoluut, en het was van tevoren ook helemaal niet zeker of de Europese Commissie het groene licht zou geven. Nanoned is een staatsprogramma waarin naast universiteiten ook Nederlandse bedrijven als Philips en DSM participeren, dus de commissie moest zich er van vergewissen dat er geen sprake was van oneerlijke concurrentie.”
Is het niet wat ouderwets, een onderzoeksprogramma over nanotechnologie op landelijke basis?
“Het volgende doel is om het onderzoek naar Europees niveau te tillen.”
Professor Mooij blijft programmadirecteur van het Kavli Instituut, maar u bent hem wel opgevolgd als voorzitter van nanoscience. Had hij nog nuttige adviezen?
“Nanoscience kent enkele excellente onderzoeksgroepen, en dat is de verdienste van Mooij. Hij gaf me het advies die kwaliteit te behouden, maar tegelijkertijd verbreding te zoeken, bijvoorbeeld door aansluiting bij de Delfts-Leidse opleidingen life science and technology en chemische technologie. Mijn overtuiging is dat die twee gebieden de ontwikkeling van nanotechnologie straks even diepgaand zullen beïnvloeden als de micro-elektronica dat nu al doet.”
Wanneer kunnen we daarvan toepassingen verwachten?
“Dat is moeilijk te zeggen, want het onderzoekstraject is moeilijk voorspelbaar. Maar de combinatie van nanotechnologie en biotechnologie zou het mogelijk moeten maken om ‘nanomachines’ te creëren, die werken op de schaal van individuele moleculen en ziektes in een vroeger stadium kunnen identificeren. Maar ik wil niet al te concreet zijn, want dan krijg je weer zo’n hype-achtige sfeer. Het duurt nog wel even voor het zover is. Maar geen decennia.”
Wat is een onrealistische verwachting over nanotechnologie?
“Dat het op korte termijn geld zal opleveren. Op zich is de opwinding over de mogelijkheden van nanotechnologie niet overtrokken. Ik zou niet willen spreken van een hype.”
Hoe is uw eigen fascinatie voor nanotechnologie ontstaan?
“In 1985 ben ik voor IBM in Zúrich gaan werken, en zo heb ik de uitvinding van de scanning tunneling microscope van heel dichtbij kunnen meemaken. Die microscoop – met een naald waarvan de uiterste punt slechts één punt breed is – opende nieuwe mogelijkheden, een nieuwe manier van denken over de atomaire bouwstenen.”
Was u één van de vaders van die scanning tunneling microscope?
“Nee. Ik heb wel meegewerkt aan de verdere ontwikkeling van scanning probes, die de belangrijkste bouwsteen van die microscoop vormen.”
U blijft parttime hoogleraar in Eindhoven en bent ook bestuurslid van Nanoned. Is dat nog wel allemaal te combineren?
“Op het moment is het nog even lastig, maar met de goede ondersteuning hier en in Eindhoven zal dat zeker lukken.”
Huub Salemink (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.