Een voetbalwedstrijd tussen autochtone en allochtone jongeren op de Markt in Delft. Het leek vier leden van studentenvereniging Sint Jansbrug dé manier om de banden tussen de verschillende bevolkingsgroepen aan te halen, maar jongerenwerkers zien het niet zitten.
Wouter Valentijn, één van de vier initiatiefnemers, vertelt dat hij en zijn vrienden een keer ‘door de ellende in Nederland’ na de moord op Theo van Gogh zaten te brainstormen over wat zij als studenten zouden kunnen doen aan het bij elkaar brengen van mensen. “We wilden het goede voorbeeld geven, één groot vrijheid-blijheid-gevoel uitdragen”, vertelt Valentijn. “Toen kwamen we uit bij de sport, want die verbroedert. Kijk maar naar de olympische gedachte.”
Een voetbaltoernooitje moest er komen, middenin Delft, voor jongeren uit allerlei groepen. En eten moest er zijn, uit alle streken, liefst alles door elkaar. “Couscous met boerenkool, bijvoorbeeld.”
De vier voegden de daad bij het woord en belden een rondje met de buurthuizen in Delft, op zoek naar jongeren. Maar de jongerenwerkers die zij aan de lijn kregen, zagen weinig heil in het idee.
“Ze vertelden ons dat bepaalde buurthuizen niet bij elkaar kunnen komen, omdat de jongeren gangs hebben gevormd”, aldus Valentijn. “Er is vaker geprobeerd een toernooitje voor hen te organiseren, maar de laatste keer gingen ze met elkaar op de vuist.”
Buurthuizen die het idee wel leuk vonden, vertelden volgens Valentijn te maken te hebben met weinig gemotiveerde jongeren.
Toen de studenten dat alles hoorden, besloten ze het idee even te laten rusten. “We staan nu weer met beide benen op de grond”, zegt Valentijn. “Maar we willen het idee nog niet afblazen.” Binnenkort gaan de vier weer rond de tafel, om andere mogelijkheden te bedenken. (SB)
Wouter Valentijn, één van de vier initiatiefnemers, vertelt dat hij en zijn vrienden een keer ‘door de ellende in Nederland’ na de moord op Theo van Gogh zaten te brainstormen over wat zij als studenten zouden kunnen doen aan het bij elkaar brengen van mensen. “We wilden het goede voorbeeld geven, één groot vrijheid-blijheid-gevoel uitdragen”, vertelt Valentijn. “Toen kwamen we uit bij de sport, want die verbroedert. Kijk maar naar de olympische gedachte.”
Een voetbaltoernooitje moest er komen, middenin Delft, voor jongeren uit allerlei groepen. En eten moest er zijn, uit alle streken, liefst alles door elkaar. “Couscous met boerenkool, bijvoorbeeld.”
De vier voegden de daad bij het woord en belden een rondje met de buurthuizen in Delft, op zoek naar jongeren. Maar de jongerenwerkers die zij aan de lijn kregen, zagen weinig heil in het idee.
“Ze vertelden ons dat bepaalde buurthuizen niet bij elkaar kunnen komen, omdat de jongeren gangs hebben gevormd”, aldus Valentijn. “Er is vaker geprobeerd een toernooitje voor hen te organiseren, maar de laatste keer gingen ze met elkaar op de vuist.”
Buurthuizen die het idee wel leuk vonden, vertelden volgens Valentijn te maken te hebben met weinig gemotiveerde jongeren.
Toen de studenten dat alles hoorden, besloten ze het idee even te laten rusten. “We staan nu weer met beide benen op de grond”, zegt Valentijn. “Maar we willen het idee nog niet afblazen.” Binnenkort gaan de vier weer rond de tafel, om andere mogelijkheden te bedenken. (SB)
Comments are closed.