Campus

,,Misschien moeten we een hoorcollege wel ophakken in videoclips”

De opmars van ict in het onderwijs is onvermijdelijk en heilzaam, vindt dr. Wim Veen, de nieuwe hoogleraar didactiek. Maar de echte doorbraak moet nog komen.

,,Video-conferencing werkt nu vooral op de lachspieren.”

Over twintig, dertig jaar is de TU-campus gedecimeerd. Laboratoria en proefopstellingen blijven nodig, maar grote collegezalen zullen er niet meer zijn. Veel voltijds-studenten kent de TU dan niet meer. Studenten werken naast de studie en pikken bij verschillende instellingen in binnen- en buitenland wat modules mee. Dat kan omdat ze via de pc – op het werk, thuis of op de faculteit – colleges volgen, literatuur ophalen, contact hebben met de docent en met medecursisten. De universiteit van 2030 is grotendeels virtueel geworden.

Zo ziet het toekomstbeeld van prof.dr. Wim Veen eruit. Als nieuwe hoogleraar didactiek (sinds 1 november) is hij speciaal belast met het nadenken over de rol van ict in het onderwijs. Ict maakt het in zijn opvattingen mogelijk als universiteit te overleven, terwijl er steeds minder ‘gewone’ studenten binnenkomen. ,,Over twintig jaar volgt drie kwart van de studenten onderwijs op afstand. Duale leertrajecten worden heel gewoon: steeds meer jongeren zullen werk en studie combineren. Misschien al vanaf hun zestiende. Nu al kunnen tweedejaars economie-studenten in Amsterdam een arbeidscontract bij de Rabobank tekenen. Dan liggen de sleutels van de Ford Fiesta al op tafel. Zo wordt er ook getrokken aan Delftse natuurkunde-studenten. Daar moet je een adequaat antwoord op hebben. Het bedrijfsleven treft ook al zijn eigen voorzieningen. Je ziet al de eerste corporate universities opduiken.”
Zappers


1 Illustratie Victor Lemstra

Het universitaire onderwijs trilt op zijn grondvesten, volgens Veen. ,,Nu leid je chemici op, van wie vijftig procent van de kennis na vier jaar al weer verouderd is. De bijscholing van afgestudeerden is een markt, die nu alleen door bedrijfsopleidingen bestreken wordt. De doelgroepen van Nederlands hoger onderwijs worden steeds diverser en internationaler. Daarvoor is onderwijs op maat en op afstand nodig. Face to face-contact vindt straks met name plaats met de groep van 18 tot 25 jaar.”

Het aanboren van nieuwe doelgroepen is niet het enige voordeel, meent Veen. Ict is bij uitstek geschikt om de nieuwe generatie studenten te bedienen. De studiehuis-scholieren. ,,Het vwo verandert sterk. Tegenwoordig staat het leren leren centraal. Leerlingen wordt geleerd problemen op te lossen en gezamenlijk aan een werkstuk te werken. De nieuwe generatie scholieren verschilt van wat we gewend zijn. Het zijn zappers, ze hanteren de afstandsbediening en zijn bedreven in het scannen van webpagina’s. Ze kenmerken zich door discontinue, schijnbaar chaotische informatieverwerking. Die vaardigheid is in het wetenschappelijk onderwijs wel heel nuttig. Je voorkomtdaarmee dat je in het informatie-aanbod verzuipt.”
Clips

Nu staat ict in het onderwijs nog in de kinderschoenen. Technisch gezien. ,,Video-conferencing bijvoorbeeld werkt nu vooral op de lachspieren. Maar dat doet televisie uit 1957 ook. Over twintig jaar is het een perfecte techniek.” En qua inhoud. Video-conferencing is nog steeds niet meer dan een verzameling ’talking heads’, zoals Veens Delftse collega Sicco Santema het uitdrukt. ,,Nu gaat het nog vaak om ict-ondersteund onderwijs”, zegt Veen. ,,Een echte digitale leeromgeving bestaat nog niet. De vragen die nu spelen zijn: zal ik mijn college op band zetten en dan op het net? Ik wil daar niets negatiefs over zeggen, maar didactisch gezien is er nog weinig veranderd. Het onderwijskundig design moet nog herzien worden.”

Er wacht Veen dus een mooie taak. Hij mag die vernieuwende onderwijsconcepten gaan uitdenken. De macht van het hoorcollege moet in ieder geval worden teruggedrongen, laat hij weten. ,,Het hoorcollege is een traditionele leervorm met een zeer laag rendement. Een vorm die alleen bestaat uit luisteren. Leren moet juist een actief proces zijn. Maar ik zeg niet dat we het hoorcollege moeten afschaffen. Misschien moeten we het wel als video in clips van twee minuten ophakken. Waarbij je met de muis of met een touchscreen kunt bepalen hoe je er doorheen loopt. En dan gecombineerd met links van andere betogen, die het gezegde ondersteunen of bestrijden. Belangrijk is een variatie van werkvormen, omdat er ook verschillende leerstijlen zijn. Sommige studenten leren wel wat van hoorcolleges.”

Veen verwacht veel van peer learning, zegt hij: studenten die dankzij internet van elkaar kunnen leren. ,,Dat is beter dan in je eentje achter de boeken of voor het scherm zitten. Je leert dan je eigen gedachtengang in taal om te zetten.”
Weggegooid geld

Bestuurlijk heeft de opmars van ict het tij mee. Recent is het besef doorgedrongen dat Delft op ict-gebied wel het een en ander in huis heeft, maar bijna niemand daarvan op de hoogte is. Het belangrijkste is echter de bereidheid van docenten om ict te gaan toepassen. Wat is Veens indruk? ,,De ontvankelijkheid voor ict in het onderwijs verschilt sterk. Men is in ieder geval niet bang voor techniek, dat is een voordeel. Over het algemeen is de training van docenten de bottleneck bij ict in het onderwijs. Ze houden zich doorgaans alleen bezig met het onderwijs dat ze morgen moeten geven.”

Is dat een generatiekwestie? ,,Nee hoor. Ik beschouw mezelf als oud, maar het aardigste aan dit vak vind ik elke dag iets nieuws leren.”

Er moeten nu wat interessante ’toonaangevende’ pilot-projecten komen, die de sceptici over de streep kunnen trekken. Die conclusie van een recent rapport over ict in het onderwijs onderschrijft Veen van harte. ,,Je hoeft niet te wachten op instellingsbrede initiatieven. Begin gewoon op de kansrijke plekken.” Op basis van de eerste contacten verwacht hij dat de TU-pioniers bij industrieel ontwerpen en technischenatuurkunde te vinden zijn.

En de studenten? Zijn zij qua ‘hardware’ klaar voor het teleleren? De Delftse ict-werkgroep deed de aanbeveling om de privé-pc’s van studenten te subsidiëren. Na enige aarzeling lijkt het college van bestuur daar nu ook van overtuigd. ,,Ik vind dat weggegooid geld”, meldt Veen. ,,Je mag toch verwachten dat een eerstejaars over een pc beschikt. Ik zou het geld liever aan de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s besteden. Er wordt vaak te veel geld gestoken in hardware en infrastructuur. We hebben juist behoefte aan inhoud.”

De opmars van ict in het onderwijs is onvermijdelijk en heilzaam, vindt dr. Wim Veen, de nieuwe hoogleraar didactiek. Maar de echte doorbraak moet nog komen. ,,Video-conferencing werkt nu vooral op de lachspieren.”

Over twintig, dertig jaar is de TU-campus gedecimeerd. Laboratoria en proefopstellingen blijven nodig, maar grote collegezalen zullen er niet meer zijn. Veel voltijds-studenten kent de TU dan niet meer. Studenten werken naast de studie en pikken bij verschillende instellingen in binnen- en buitenland wat modules mee. Dat kan omdat ze via de pc – op het werk, thuis of op de faculteit – colleges volgen, literatuur ophalen, contact hebben met de docent en met medecursisten. De universiteit van 2030 is grotendeels virtueel geworden.

Zo ziet het toekomstbeeld van prof.dr. Wim Veen eruit. Als nieuwe hoogleraar didactiek (sinds 1 november) is hij speciaal belast met het nadenken over de rol van ict in het onderwijs. Ict maakt het in zijn opvattingen mogelijk als universiteit te overleven, terwijl er steeds minder ‘gewone’ studenten binnenkomen. ,,Over twintig jaar volgt drie kwart van de studenten onderwijs op afstand. Duale leertrajecten worden heel gewoon: steeds meer jongeren zullen werk en studie combineren. Misschien al vanaf hun zestiende. Nu al kunnen tweedejaars economie-studenten in Amsterdam een arbeidscontract bij de Rabobank tekenen. Dan liggen de sleutels van de Ford Fiesta al op tafel. Zo wordt er ook getrokken aan Delftse natuurkunde-studenten. Daar moet je een adequaat antwoord op hebben. Het bedrijfsleven treft ook al zijn eigen voorzieningen. Je ziet al de eerste corporate universities opduiken.”
Zappers


1 Illustratie Victor Lemstra

Het universitaire onderwijs trilt op zijn grondvesten, volgens Veen. ,,Nu leid je chemici op, van wie vijftig procent van de kennis na vier jaar al weer verouderd is. De bijscholing van afgestudeerden is een markt, die nu alleen door bedrijfsopleidingen bestreken wordt. De doelgroepen van Nederlands hoger onderwijs worden steeds diverser en internationaler. Daarvoor is onderwijs op maat en op afstand nodig. Face to face-contact vindt straks met name plaats met de groep van 18 tot 25 jaar.”

Het aanboren van nieuwe doelgroepen is niet het enige voordeel, meent Veen. Ict is bij uitstek geschikt om de nieuwe generatie studenten te bedienen. De studiehuis-scholieren. ,,Het vwo verandert sterk. Tegenwoordig staat het leren leren centraal. Leerlingen wordt geleerd problemen op te lossen en gezamenlijk aan een werkstuk te werken. De nieuwe generatie scholieren verschilt van wat we gewend zijn. Het zijn zappers, ze hanteren de afstandsbediening en zijn bedreven in het scannen van webpagina’s. Ze kenmerken zich door discontinue, schijnbaar chaotische informatieverwerking. Die vaardigheid is in het wetenschappelijk onderwijs wel heel nuttig. Je voorkomtdaarmee dat je in het informatie-aanbod verzuipt.”
Clips

Nu staat ict in het onderwijs nog in de kinderschoenen. Technisch gezien. ,,Video-conferencing bijvoorbeeld werkt nu vooral op de lachspieren. Maar dat doet televisie uit 1957 ook. Over twintig jaar is het een perfecte techniek.” En qua inhoud. Video-conferencing is nog steeds niet meer dan een verzameling ’talking heads’, zoals Veens Delftse collega Sicco Santema het uitdrukt. ,,Nu gaat het nog vaak om ict-ondersteund onderwijs”, zegt Veen. ,,Een echte digitale leeromgeving bestaat nog niet. De vragen die nu spelen zijn: zal ik mijn college op band zetten en dan op het net? Ik wil daar niets negatiefs over zeggen, maar didactisch gezien is er nog weinig veranderd. Het onderwijskundig design moet nog herzien worden.”

Er wacht Veen dus een mooie taak. Hij mag die vernieuwende onderwijsconcepten gaan uitdenken. De macht van het hoorcollege moet in ieder geval worden teruggedrongen, laat hij weten. ,,Het hoorcollege is een traditionele leervorm met een zeer laag rendement. Een vorm die alleen bestaat uit luisteren. Leren moet juist een actief proces zijn. Maar ik zeg niet dat we het hoorcollege moeten afschaffen. Misschien moeten we het wel als video in clips van twee minuten ophakken. Waarbij je met de muis of met een touchscreen kunt bepalen hoe je er doorheen loopt. En dan gecombineerd met links van andere betogen, die het gezegde ondersteunen of bestrijden. Belangrijk is een variatie van werkvormen, omdat er ook verschillende leerstijlen zijn. Sommige studenten leren wel wat van hoorcolleges.”

Veen verwacht veel van peer learning, zegt hij: studenten die dankzij internet van elkaar kunnen leren. ,,Dat is beter dan in je eentje achter de boeken of voor het scherm zitten. Je leert dan je eigen gedachtengang in taal om te zetten.”
Weggegooid geld

Bestuurlijk heeft de opmars van ict het tij mee. Recent is het besef doorgedrongen dat Delft op ict-gebied wel het een en ander in huis heeft, maar bijna niemand daarvan op de hoogte is. Het belangrijkste is echter de bereidheid van docenten om ict te gaan toepassen. Wat is Veens indruk? ,,De ontvankelijkheid voor ict in het onderwijs verschilt sterk. Men is in ieder geval niet bang voor techniek, dat is een voordeel. Over het algemeen is de training van docenten de bottleneck bij ict in het onderwijs. Ze houden zich doorgaans alleen bezig met het onderwijs dat ze morgen moeten geven.”

Is dat een generatiekwestie? ,,Nee hoor. Ik beschouw mezelf als oud, maar het aardigste aan dit vak vind ik elke dag iets nieuws leren.”

Er moeten nu wat interessante ’toonaangevende’ pilot-projecten komen, die de sceptici over de streep kunnen trekken. Die conclusie van een recent rapport over ict in het onderwijs onderschrijft Veen van harte. ,,Je hoeft niet te wachten op instellingsbrede initiatieven. Begin gewoon op de kansrijke plekken.” Op basis van de eerste contacten verwacht hij dat de TU-pioniers bij industrieel ontwerpen en technischenatuurkunde te vinden zijn.

En de studenten? Zijn zij qua ‘hardware’ klaar voor het teleleren? De Delftse ict-werkgroep deed de aanbeveling om de privé-pc’s van studenten te subsidiëren. Na enige aarzeling lijkt het college van bestuur daar nu ook van overtuigd. ,,Ik vind dat weggegooid geld”, meldt Veen. ,,Je mag toch verwachten dat een eerstejaars over een pc beschikt. Ik zou het geld liever aan de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s besteden. Er wordt vaak te veel geld gestoken in hardware en infrastructuur. We hebben juist behoefte aan inhoud.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.