Met een combinatie van wetten en afspraken wil minister Dijkgraaf de toestroom van buitenlandse studenten in goede banen leiden. Ook wil hij zelf meer aan de knoppen zitten.
Dinsdagavond 31 januari sprak de Tweede Kamer over de vele internationale studenten aan de Nederlandse universiteiten. Hoe kunnen we de groei beheersen, was de grote vraag. Voor minister Dijkgraaf kwam het debat eigenlijk te vroeg. Hij heeft immers een brief over internationalisering in de pen. Die komt waarschijnlijk medio maart.
Toch schetste hij de grote lijnen en gaf hij een inkijkje in zijn dilemma’s. De grootste vraag is volgens hem ‘of er niet een meer centrale regie moet zijn’. Volgens hem is iedereen het erover eens dat er moeten wetten en regels moeten komen voor de ‘capaciteitsbeheersing’ op het niveau van opleidingen, zoals een noodrem voor studies die plotseling overspoeld worden met aanmeldingen van buiten Europa.
Maar hoe zorg je dat de werving in goede banen wordt geleid? Voor je het weet vinden alle opleidingen en alle instellingen zichzelf een uitzondering, Daarvoor waarschuwde Peter Kwint (SP). Dat erkende Dijkgraaf. Vandaar die ‘centrale regie’ waar hij over nadenkt. “Het is natuurlijk heel begrijpelijk en legitiem dat instellingen vooral zichzelf in hun eigen unieke positie zien, maar we praten hier over de houdbaarheid van het stelsel en niet over de houdbaarheid van de individuele opleiding of instelling.”
Plussen en minnen
Er zitten nu eenmaal plussen en minnen aan internationalisering, meent Dijkgraaf. “Heel simpel gezegd zou onze strategie moeten zijn om de plussen zo groot mogelijk en de minnen zo klein mogelijk te maken.” Hij streeft naar een beheerste instroom van buitenlandse studenten in verband met arbeidsmarkttekorten, waarbij hij ook oog wil hebben voor de krimpregio’s. “En daarnaast – dat is heel belangrijk en dat onderschrijf ik ook – het behoud van Nederlands als taal van onderwijs en wetenschap.”
De Kamerleden hadden toen hun standpunten al uit de doeken gedaan omtrent internationalisering. Harm Beertema (PVV) herhaalde zijn pleidooi om bacheloropleidingen weer Nederlandstalig te maken, ‘op verantwoorde uitzonderingen na, met daarbij de aantekening dat buitenlandse studenten dan nog steeds welkom zijn’. Een vergelijkbaar geluid lieten SP, CDA, SGP, JA21 en Omtzigt horen. Zelfs D66 ziet als voorstander van internationalisering knelpunten, zoals studentenhuisvesting.
Komen er wetswijzigingen om het beleid te ondersteunen? Die kunnen er komen, maar dat duurt dan nog even. Dijkgraaf overweegt het wetsvoorstel Taal en toegankelijkheid, dat hij eerder in de ijskast zette, als tussenstap te gebruiken. Dat voorstel geeft opleidingen de mogelijkheid van een numerus fixus voor niet-Nederlandstalige trajecten. Een van de problemen: die numerus fixus zou volgens dat wetsvoorstel een tijdelijke maatregel moeten zijn.
HOP, Bas Belleman
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.