Niets is zo variabel als een studenteninkomen. Maar wie in februari toevallig net geen 400 euro heeft verdiend, krijgt nu ook geen coronasteun. Is dat eerlijk?
Door de coronacrisis hebben studenten allerlei problemen met hun bijbaan. Veel van hen werken op nulurencontracten of als uitzendkracht. Dat brengt vaak een variabel inkomen met zich mee: de ene maand verdienen ze iets meer, de andere maand iets minder.
Inmiddels heeft de overheid een speciale regeling bedacht voor flexwerkers die door de coronacrisis in geldnood komen. Maar wie aanklopt voor steun, moet in de maand februari minstens 400 euro bruto hebben verdiend. Die regel levert flexwerkende studenten met een variabel inkomen problemen op. Misschien hebben ze in februari toevallig net iets minder uren gemaakt dan in andere maanden, of waren ze een weekje op wintersport. De TU Delft hanteerde begin februari bijvoorbeeld een vakantieweek, waardoor veel student-assistenten minder werkten dan normaal.
Meldpunt
De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) vindt het jammer dat veel flexwerkende studenten alsnog buiten de boot vallen. “Dit is nog steeds geen fatsoenlijke oplossing”, zegt voorzitter Alex Tess Rutten. “We zouden liever zien dat er wordt gekeken naar iemands gemiddelde inkomen.”
De bond blijft gedupeerde studenten oproepen om hun gegevens achter te laten bij het coronacrisis-meldpunt van de LSVb en FNV Young & United. “We kijken met elk individueel geval mee”, zegt vakbondsvoorzitter Rutten.
HOP, Evelien Flink
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.