Er zijn dit studiejaar 1,5 procent minder studenten aan een hbo-opleiding begonnen dan vorig jaar. Vooral Inholland moet een zwaar verlies incasseren. De economische opleidingen worden er bijna gehalveerd.
Geen enkele andere hogeschool ziet de instroom van nieuwe studenten zo hard dalen als Inholland, waar maar liefst 2.840 minder eerstejaars dan vorig jaar van start gingen: een verlies van 37 procent.
De wegblijvers zoeken hun heil bij andere instellingen in de Randstad. De Hogeschool van Amsterdam ziet het aantal eerstejaars met ruim 1.200 stijgen, oftewel 11,6 procent. De Haagse Hogeschool en de Hogeschool Leiden schieten ook met ruim tien procent omhoog. De Hogeschool Rotterdam profiteert iets minder, maar groeit toch met 3,5 procent in het eerste studiejaar.
Van de andere grote hogescholen wint Saxion het meest: zes procent. Avans en de Hogeschool Zuyd doen het ook niet slecht, met respectievelijk 3,4 en 2,6 procent eerstejaars erbij.
De krimp zit – behalve bij Inholland – vooral bij de Hogeschool Utrecht en Fontys Hogescholen, die beide vijf procent minder eerstejaars mochten verwelkomen. Ook Windesheim en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen zagen een afname, van respectievelijk 3,9 en 3,4 procent.
Het verlies treft met name de pedagogische opleidingen, die maar liefst tien procent minder eerstejaars trekken. Zo kreeg de pabo 556 onderwijzers in spe minder (8,4 procent). Maar ook een grote opleiding als sociaal pedagogische hulpverlening krimpt. Deze opleiding duikt voor het eerst in jaren onder de vierduizend eerstejaars studenten.
Dit verlies wordt gedempt door de groeiende belangstelling (2,1 procent) voor de zorgopleidingen. Met name verpleegkunde doet het goed. Bedrijfseconomie trekt ook veel belangstelling. Toegepaste psychologie is nog steeds bezig aan een opmars en heeft nu 1364 studenten in het eerste studiejaar.
De masteropleidingen boeren wat minder goed dan vorig studiejaar. Geen vijfduizend, maar slechts 4.490 studenten begonnen in september aan een hbo-master. Het verklaart 0,4 procentpunt van de totale daling van 1,5 procent.
Bovenstaande gegevens hebben alleen betrekking op de ruim honderdduizend studenten die zich voor het eerst in het hbo hebben ingeschreven. Nog eens 22 duizend studenten wisselden van opleiding. Ook deze groep eerstejaars is gekrompen. Het zijn er 4,5 procent minder dan vorig jaar.
Het ICDP, dat al sinds 1994 bestaat, financiert en faciliteert boringen in de aardkorst. Het programma (en het IODP, de mariene variant) geeft onderzoekers ook toegang tot uniek materiaal dat tot nu toe is verzameld.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek betaalt het Nederlandse lidmaatschap van 75 duizend dollar per jaar. De kosten van het lidmaatschap verschillen per land en zijn afhankelijk van de grootte van de economie.
Het ICDP doet momenteel onderzoek op acht terreinen: klimaatverandering, meteorietinslagen, geobiosfeer en vroeg leven, vulkanologie, mantelpluimen, breuklijnen, platentektoniek, en natuurlijke hulpbronnen.
Voorheen konden Nederlandse onderzoekers alleen zijdelings betrokken zijn bij grote ICDP-projecten. “Dankzij onze lidmaatschap kunnen we nu als ‘principle investigator’ meedoen met internationale boorcampagnes”, zegt Luthi. Bijkomend voordeel is volgens hem dat als de onderzoekers hun projecten deels gefinancierd krijgen door ICDP ze vervolgens makkelijker geld krijgen van andere financiers.
De aardwetenschapper werkt momenteel aan een plan dat hij ICDP wil voorleggen. In samenwerking met een Nederlands oliebedrijf wil hij een puntgave boorkern uit de Nederlandse bodem halen die de eerste anderhalve kilometer bestrijkt. Het enorme monster moet veel informatie opleveren over het ontstaan van de Nederlandse Delta gedurende de afgelopen 65 miljoen jaar.
“Zo’n boorkern hebben we in Nederland nog niet”, zegt Luthi. “Als er naar olie en gas wordt geboord, dan wordt er vooral op een diepte van twee à drie kilometer bemonsterd. De bedrijven gaan heel snel door die eerste anderhalve kilometer heen. Bijna alles in die bovenste laag wordt verbrijzeld.”
Luthi zou graag in Drenthe, bij het centrale punt van radiotelescoop LOFAR (low frequency array), willen boren. Door geofoons in het boorgat te laten zakken en te koppelen aan het LOFAR-netwerk hoopt hij een mooi driedimensionaal beeld van de grond te krijgen.
Comments are closed.