De inventarisatie van millennium risico-objecten is bijna rond. Alleen de melding van specifieke risico’s door de wetenschappelijke vakgroepen blijft achter.
Iedereen die zich met de millenniumproblematiek bezighoudt staat voor hetzelfde dilemma. Hoe maak ik mensen duidelijk dat het om een serieus probleem gaat zonder paniek te zaaien? Zo ook millenniumcoördinator aan de TU ir. F.A.M. Higler.
In juni deed hij een oproep aan alle TU-medewerkers om een inventarisatie te maken van objecten met een millenniumrisico. Deze lijst moest ingeleverd worden bij de millennium-coördinator van de beheerseenheid. ,,Dat is heel voorspoedig verlopen bij de financiële clusterbureaus en de automatiseringsafdelingen. Daar zijn 6500 riscio-objecten gerapporteerd. Helaas blijft een aantal wetenschappelijke groepen achter. Hen hebben wij blijkbaar nog niet kunnen overtuigen dat het een serieus item betreft. Dat is jammer. Als begin 2000 blijkt dat hun applicaties of databestanden ontregeld raken door de millenniumsprong, dan kunnen zij grote problemen krijgen.”
Betrokkenheid
Op 1 januari 2000 kunnen er rare dingen gebeuren Veel apparatuur springt van 1999 over op 1900 waardoor besturings- en onderhoudssystemen voor problemen kunnen zorgen. De treinen rijden misschien niet meer, het salaris wordt niet overgemaakt of een computernetwerk is totaal onbruikbaar.
Evengoed kan er ook niets fout gaan. Higler karakteriseert het millenniumprobleem daarom als een betrouwbaarheidscrisis. ,,Je weet niet welke apparatuur het wel en welke het op 1 januari 2000 niet zal doen.”
Higler is blij dat TU-breed serieus aandacht aan het probleem wordt besteed. De 6500 geïnventariseerde risico-objecten zijn ondergebracht in negen centrale projecten. Voorbeelden hiervan zijn: een financieel administratief complex, test- en meetapparatuur en een onderwijs-, onderzoek- en studentencomplex. ,,In de projecten zitten de vertegenwoordigers van de faculteiten. De eindverantwoording ligt bij de hoofden van de staf van het college van bestuur of de directeur van de betreffende centrale dienst. Bewust is de staf erbij betrokken omdat het niet zo is dat het millennium alleen een probleem voor de beheerseenheden moet blijven.”
Na de indeling van de negen centrale projecten was er een aantal risico-objecten ‘over’. Deze restcategorie is binnen de beheerseenheden ondergebracht in veertien decentrale projecten. De eindverantwoording hiervoor ligt bij de decanen of directeuren en de dagelijkse begeleiding is in handen van lokale millennium-coördinator.
Afgesproken is dat half december alle projecten met een overzicht komen. Hierbij moeten drie aspecten aan de orde komen: urgentie en noodscenario’s, capaciteits- en expertiseproblemen en de budgettaire gevolgen.
Vooral dit laatste verdient aandacht. ,,Centrale diensten enfaculteiten adviseren we om budgetten te reserveren. Voor de millenniumschade is een beheerseenheid voorlopig namelijk zelf financieel verantwoordelijk.” Op basis van de rapportages kan worden bezien in hoeverre er centraal fondsen voor investeringen en schade beschikbaar kunnen komen.
Centraal
Hoewel Higler op bestuurlijk niveau iedereen probeert te mobiliseren om de millenniumproblematiek aan te pakken, adviseert hij de individuele TU-medewerker om niets aan zijn of haar ICT-werkplek te doen. ,,Dat klopt, niemand moet op eigen houtje zijn of haar pc gaan aanpassen. De bedoeling is om centraal, in de loop van 1999, gereedschappen aan te bieden. Dat is ruim op tijd. Wij denken dat een gezamenlijke aanpak bovendien efficiënter is in plaats van dat iedereen op eigen houtje allerlei aanpassingen gaat doorvoeren.”
De inventarisatie van millennium risico-objecten is bijna rond. Alleen de melding van specifieke risico’s door de wetenschappelijke vakgroepen blijft achter.
Iedereen die zich met de millenniumproblematiek bezighoudt staat voor hetzelfde dilemma. Hoe maak ik mensen duidelijk dat het om een serieus probleem gaat zonder paniek te zaaien? Zo ook millenniumcoördinator aan de TU ir. F.A.M. Higler.
In juni deed hij een oproep aan alle TU-medewerkers om een inventarisatie te maken van objecten met een millenniumrisico. Deze lijst moest ingeleverd worden bij de millennium-coördinator van de beheerseenheid. ,,Dat is heel voorspoedig verlopen bij de financiële clusterbureaus en de automatiseringsafdelingen. Daar zijn 6500 riscio-objecten gerapporteerd. Helaas blijft een aantal wetenschappelijke groepen achter. Hen hebben wij blijkbaar nog niet kunnen overtuigen dat het een serieus item betreft. Dat is jammer. Als begin 2000 blijkt dat hun applicaties of databestanden ontregeld raken door de millenniumsprong, dan kunnen zij grote problemen krijgen.”
Betrokkenheid
Op 1 januari 2000 kunnen er rare dingen gebeuren Veel apparatuur springt van 1999 over op 1900 waardoor besturings- en onderhoudssystemen voor problemen kunnen zorgen. De treinen rijden misschien niet meer, het salaris wordt niet overgemaakt of een computernetwerk is totaal onbruikbaar.
Evengoed kan er ook niets fout gaan. Higler karakteriseert het millenniumprobleem daarom als een betrouwbaarheidscrisis. ,,Je weet niet welke apparatuur het wel en welke het op 1 januari 2000 niet zal doen.”
Higler is blij dat TU-breed serieus aandacht aan het probleem wordt besteed. De 6500 geïnventariseerde risico-objecten zijn ondergebracht in negen centrale projecten. Voorbeelden hiervan zijn: een financieel administratief complex, test- en meetapparatuur en een onderwijs-, onderzoek- en studentencomplex. ,,In de projecten zitten de vertegenwoordigers van de faculteiten. De eindverantwoording ligt bij de hoofden van de staf van het college van bestuur of de directeur van de betreffende centrale dienst. Bewust is de staf erbij betrokken omdat het niet zo is dat het millennium alleen een probleem voor de beheerseenheden moet blijven.”
Na de indeling van de negen centrale projecten was er een aantal risico-objecten ‘over’. Deze restcategorie is binnen de beheerseenheden ondergebracht in veertien decentrale projecten. De eindverantwoording hiervoor ligt bij de decanen of directeuren en de dagelijkse begeleiding is in handen van lokale millennium-coördinator.
Afgesproken is dat half december alle projecten met een overzicht komen. Hierbij moeten drie aspecten aan de orde komen: urgentie en noodscenario’s, capaciteits- en expertiseproblemen en de budgettaire gevolgen.
Vooral dit laatste verdient aandacht. ,,Centrale diensten enfaculteiten adviseren we om budgetten te reserveren. Voor de millenniumschade is een beheerseenheid voorlopig namelijk zelf financieel verantwoordelijk.” Op basis van de rapportages kan worden bezien in hoeverre er centraal fondsen voor investeringen en schade beschikbaar kunnen komen.
Centraal
Hoewel Higler op bestuurlijk niveau iedereen probeert te mobiliseren om de millenniumproblematiek aan te pakken, adviseert hij de individuele TU-medewerker om niets aan zijn of haar ICT-werkplek te doen. ,,Dat klopt, niemand moet op eigen houtje zijn of haar pc gaan aanpassen. De bedoeling is om centraal, in de loop van 1999, gereedschappen aan te bieden. Dat is ruim op tijd. Wij denken dat een gezamenlijke aanpak bovendien efficiënter is in plaats van dat iedereen op eigen houtje allerlei aanpassingen gaat doorvoeren.”
Comments are closed.