Hij komt naar Delft per fiets of trein, maar niet lang meer. Prof.dr. Wubbo Ockels wil zijn vaste adres verruilen voor een speeltuinlaboratoriumboot, een schip waarin hij alles stopt wat hij weet.
Voor een college sustain earth meert hij dan gewoon even aan in Delft.
U wordt vaak gevraagd voor een praatje op symposia en congressen, zoals De aarde op maat, morgen in Theater De Veste. Wat heeft uw leerstoel aerospace sustainable engineering and technology daarmee te maken?
,,Je moet het omdraaien. De geodesieafdeling zit tegenwoordig bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Het college van bestuur heeft de sterke wens om maatschappelijke relevantie van aardobservatie te benadrukken. Ik kan die maatschappelijke relevantie goed naar voren halen, omdat ik in de ruimte ben geweest. Daar komt bij dat ik sindsdien een sterke drang heb om die aarde te behouden. Ik wil dat die mooie maar kwetsbare planeet goed geregeerd wordt. Verder kan ik goed over ruimtevaart vertellen omdat ik getuige was. Daarnaast heb ik veel media-ervaring en ben ik een bekende Nederlander.’
Sinds september bent u fulltime hoogleraar aerospace sustainable engineering and technology. Hoe bevalt het?
,,De inhoudelijke gerichtheid van dit werk vind ik fantastisch. Zodra je met collegas praat, gaat het meteen over vliegtuigen met vleugels als vogels of hoe we de turbulente grenslaag van Nuna III manipuleren. Die wetenschappelijke interesse van mensen hier vind ik prettig, heel anders dan bij de European Space Agency (ESA).’
Wat deed u daar?
,,Bij de ESA heb ik een educatief programma opgezet voor jongeren, vanaf de lagere school tot aan de universiteit. Ik bedacht verschillende projecten, zoals mensen gewichtloos maken in vliegtuigen, uit 22 landen de beste natuurkundeleraren bijeen brengen, zelf satellieten bouwen of de kleintjes een Marsstad laten bouwen van melkpakken.’
Klinkt goed. Waarom bent u ermee gestopt?
,,Dat is mijn stijl. Ik ben goed in iets opzetten, de pionierfase, maar niet in de fase erna, als het project geëtaleerd moet worden. Ik ben altijd op zoek naar iets nieuws. Bovendien wilde ik toen met Europa naar de maan. Via een speciaal programma is me dat bijna gelukt, helaas was de politiek te aarzelend.’
Waarom moeten we naar de maan?
,,De aarde is te klein voor ons. Per persoon heeft een mens in West-Europa twee hectare nodig om te leven, een Amerikaan acht. Als ik uitga van 6 miljard mensen die elk twee hectare nodig hebben, dan is er nu al 35 procent te weinig aarde. Op zoek naar oplossingen is het eerste dat ik tegenkom de maan. Dat is vier dagen reizen. Mars is leuk, maar dat is een jaar reizen. Bovendien kom je vanaf de maan snel naar Mars: je hebt maar vijf procent van de energie nodig die je gebruikt wanneer je vanaf de aarde gaat. Wat nog belangrijker is: het reizen van de maan naar Mars heeft geen negatieve impact op de natuur. Iedere raket die wordt gelanceerd, schiet een gat in de hoogste lagen van de atmosfeer. Vanaf de maan hoeven we geen raketten te lanceren, daar kunnen we via een magneetbaan naar Mars.
Als we geen maan hadden, dan was de aarde zoals Mars. De maan, die als een soort slinger aan de aarde vastzit, stabiliseert de aardas, zodat ze niet tuimelt. Dat zorgt ervoor dat het klimaat op aarde honderden miljoenen jaren relatief constant kan blijven. Daardoor is het intelligente leven ontstaan.’
U zegt dit met grote stelligheid…
,,Als het klimaat snel verandert, kan er geen langdurige evolutie plaatsvinden en hoogwaardig leven ontstaan. Leven is een soort ordeningsproces. Als de mensheid door een ramp nu verdwijnt, beginnen we weer van voor af aan.’
Op Mars valt niet duurzaam te leven: weinig luchtdruk, praktisch geen zuurstof, en de atmosferische druk is als op dertig kilometer boven het aardoppervlak.
,,Niet alles draait om duurzaamheid. We hebben onze natuurlijke nieuwsgierigheid, één van onze belangrijkste survivalkenmerken. Daardoor zien we problemen op tijd. Het ozongat is daar een fantastisch voorbeeld van. We hadden het niet ontdekt als we niet vanuit pure nieuwsgierigheid satellieten hadden gelanceerd.
Een Marsbasis zal ultieme recyclingtechnologieën opleveren. Absoluut. Het is zó duur om dat ding daarheen te brengen, dat je afhankelijk bent van wat daar is. Dus alles, tot je stront aan toe, moet gerecycled worden. Ik weet zeker dat er prachtige filtersystemen uit voortkomen.’
Komt er ook iets uit voort waar mijn buurman in de bijstand dagelijks wat aan heeft?
,,Het eindresultaat is nooit te voorspellen. Maar als we niet naar Mars gaan, weten we zeker dat het niets oplevert. Die buurman moet de Marsvluchten gewoon maar even accepteren.’
Wat vindt u ervan dat sommige politici ruimtevaart gebruiken voor prestige?
,,Goed. Ruimtevaart, veiligheid, gezondheidszorg – politici hebben een vlag nodig om heen te wijzen.’
Waar zult u zich als professor mee bezighouden?
,,Doceren, Nuna III en laddermolens (tien kilometer hoge lussen van vliegers die net zo veel energie leveren als een kleine kerncentrale – IL). Ik wil wel meer dingen doen, maar kan ook niet alles. Hiernaast zijn mensen aan de gang met de laddermolen. Ik wil dit jaar nog een demonstratie. Dat heb ik geëist. Misschien zijn het maar twee vliegers, interesseert me niet. Als de demonstratie maar aangeeft dat je energie kunt opwekken met die vliegers.
Ik wil bewijs dat je met vliegers heel veel kunt doen, zodat niemand er omheen kan. Daarom is de zonneraceauto heel belangrijk voor me. Hij is er, niemand kan er omheen.
Aan de TU is ruimte voor dit soort ontwikkelingen. Daarom zit ik hier goed. Het enige probleem is dat ik een brede visie heb en daarom bang ben dat ik niet toekom aan oplossingen. Ik houd van tastbare oplossingen.’
Wat is het eerste college dat u gaat geven?
,,Solar racing. Dat ga ik samen met het Nuna-team van 2003 doen. Gedurende het college wil ik mensen strikken voor Nuna III, want in mei moet ik weer een nieuw team hebben. Ik wil elke keer een ander team. Dan is het fris. Ik denk ook dat het één van de redenen van succes is.’
Wat wordt er aan de volgende Nuna verbeterd?
,,Hij zal in ieder geval harder rijden. Boven de honderd kilometer per uur vind ik een mooi streven. Verder moeten de aërodynamica, strategie en de grenslaagafzuiger worden verbeterd.’
Wat doet u thuis aan duurzaamheid? Biobak? Biologisch eten?
,,Ik heb tien kilowatt aan zonnepanelen op het dak liggen. Voor de rest doe ik er niets aan. Ik ben geen principieel figuur. Wel bouw ik een boot. Daarin implementeer ik alles wat ik weet. De boot wordt self sustained. Drie dagen zeilen levert een maand energie op. Het wordt helemaal met knopjes bediend, zodat mijn vrouw kan varen als ik mijn arm breek. Het wordt een speeltuinlaboratoriumhuis. Met dit schip wil ik zes maanden in Delft liggen om colleges te geven, maar ook in Groningen waar ik onlangs bijzonder hoogleraar ben geworden. Ik kan niet wachten totdat ik een visitekaartje heb met: prof.dr. Wubbo Ockels, zonder vaste woon en verblijfplaats.’
U bent eigenwijs, hoorde ik u onlangs in het radioprogramma van Ruud de Wild zeggen.
,,Klopt. Mijn vrouw en ik zijn high school sweathearts en kennen elkaar vanaf ons dertiende. We hebben nog steeds discussies, ondanks het feit dat we elkaar goed kennen. Als ik iets in mijn kop heb, kan ze hoog en laag springen, maar dan kom ik er niet vanaf. Zelf heb ik er ook last van. Mijn hoofd is mijn vriend en vijand.’
Zijn er ook ruimtevaartgroupies?
,,Niet zoals bij een concert, maar ik had wel fanmail. Veel brieven van gepensioneerde mensen en kleine jongetjes. Maar de grootste groep die zich op mij richtte bestond uit moeders van een jaar of 45: O, wat fijn Wubbo, dat je weer heel terug bent. Kom je op de koffie? schreven ze. Dat had dus niets met seks te maken. Tenminste, dat denk ik.’
Heeft u een tip voor André Kuipers die in april de ruimte in gaat?
,,Het is heel bijzonder om over jezelf na te denken als je geen tijd-, ruimte- en plaatsbesef meer hebt. Ik heb hem gevraagd daar over na te denken. Het zou grappig zijn als hij hetzelfde ervaart.’
De aarde op maat. Op vrijdag 20 februari in Theater de Veste, Delft.
www.ncg.knaw.nl . .
WIE IS WUBBO OCKELS?
De tot nu toe enige Nederlandse astronaut studeerde in 1973 cum laude af in de wiskunde en natuurkunde aan de Universiteit van Groningen. Daar promoveerde hij vijf jaar later ook. Na een sollicitatieprocedure pikte de European Space Agency (ESA) Ockels uit tweeduizend kandidaten voor het Spacelab-programma, zodat hij in 1985 een week aan boord kon zijn van de spaceshuttle Challenger. Hij was verantwoordelijk voor de apparatuur van zeventig experimenten.
Daarna werkte Ockels bij Estec in Noordwijk. Vanaf 1992 kwam daar een deeltijdhoogleraarschap aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek bij. Sinds afgelopen september is Ockels voltijd hoogleraar in zijn zelf bedachte leerstoel aerospace sustainable engineering and technology. In 2001 en 2003 coachte hij het studententeam dat met de zonneauto Nuna de solar race in Australië twee keer won.
Hij komt naar Delft per fiets of trein, maar niet lang meer. Prof.dr. Wubbo Ockels wil zijn vaste adres verruilen voor een speeltuinlaboratoriumboot, een schip waarin hij alles stopt wat hij weet. Voor een college sustain earth meert hij dan gewoon even aan in Delft.
U wordt vaak gevraagd voor een praatje op symposia en congressen, zoals De aarde op maat, morgen in Theater De Veste. Wat heeft uw leerstoel aerospace sustainable engineering and technology daarmee te maken?
,,Je moet het omdraaien. De geodesieafdeling zit tegenwoordig bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Het college van bestuur heeft de sterke wens om maatschappelijke relevantie van aardobservatie te benadrukken. Ik kan die maatschappelijke relevantie goed naar voren halen, omdat ik in de ruimte ben geweest. Daar komt bij dat ik sindsdien een sterke drang heb om die aarde te behouden. Ik wil dat die mooie maar kwetsbare planeet goed geregeerd wordt. Verder kan ik goed over ruimtevaart vertellen omdat ik getuige was. Daarnaast heb ik veel media-ervaring en ben ik een bekende Nederlander.’
Sinds september bent u fulltime hoogleraar aerospace sustainable engineering and technology. Hoe bevalt het?
,,De inhoudelijke gerichtheid van dit werk vind ik fantastisch. Zodra je met collegas praat, gaat het meteen over vliegtuigen met vleugels als vogels of hoe we de turbulente grenslaag van Nuna III manipuleren. Die wetenschappelijke interesse van mensen hier vind ik prettig, heel anders dan bij de European Space Agency (ESA).’
Wat deed u daar?
,,Bij de ESA heb ik een educatief programma opgezet voor jongeren, vanaf de lagere school tot aan de universiteit. Ik bedacht verschillende projecten, zoals mensen gewichtloos maken in vliegtuigen, uit 22 landen de beste natuurkundeleraren bijeen brengen, zelf satellieten bouwen of de kleintjes een Marsstad laten bouwen van melkpakken.’
Klinkt goed. Waarom bent u ermee gestopt?
,,Dat is mijn stijl. Ik ben goed in iets opzetten, de pionierfase, maar niet in de fase erna, als het project geëtaleerd moet worden. Ik ben altijd op zoek naar iets nieuws. Bovendien wilde ik toen met Europa naar de maan. Via een speciaal programma is me dat bijna gelukt, helaas was de politiek te aarzelend.’
Waarom moeten we naar de maan?
,,De aarde is te klein voor ons. Per persoon heeft een mens in West-Europa twee hectare nodig om te leven, een Amerikaan acht. Als ik uitga van 6 miljard mensen die elk twee hectare nodig hebben, dan is er nu al 35 procent te weinig aarde. Op zoek naar oplossingen is het eerste dat ik tegenkom de maan. Dat is vier dagen reizen. Mars is leuk, maar dat is een jaar reizen. Bovendien kom je vanaf de maan snel naar Mars: je hebt maar vijf procent van de energie nodig die je gebruikt wanneer je vanaf de aarde gaat. Wat nog belangrijker is: het reizen van de maan naar Mars heeft geen negatieve impact op de natuur. Iedere raket die wordt gelanceerd, schiet een gat in de hoogste lagen van de atmosfeer. Vanaf de maan hoeven we geen raketten te lanceren, daar kunnen we via een magneetbaan naar Mars.
Als we geen maan hadden, dan was de aarde zoals Mars. De maan, die als een soort slinger aan de aarde vastzit, stabiliseert de aardas, zodat ze niet tuimelt. Dat zorgt ervoor dat het klimaat op aarde honderden miljoenen jaren relatief constant kan blijven. Daardoor is het intelligente leven ontstaan.’
U zegt dit met grote stelligheid…
,,Als het klimaat snel verandert, kan er geen langdurige evolutie plaatsvinden en hoogwaardig leven ontstaan. Leven is een soort ordeningsproces. Als de mensheid door een ramp nu verdwijnt, beginnen we weer van voor af aan.’
Op Mars valt niet duurzaam te leven: weinig luchtdruk, praktisch geen zuurstof, en de atmosferische druk is als op dertig kilometer boven het aardoppervlak.
,,Niet alles draait om duurzaamheid. We hebben onze natuurlijke nieuwsgierigheid, één van onze belangrijkste survivalkenmerken. Daardoor zien we problemen op tijd. Het ozongat is daar een fantastisch voorbeeld van. We hadden het niet ontdekt als we niet vanuit pure nieuwsgierigheid satellieten hadden gelanceerd.
Een Marsbasis zal ultieme recyclingtechnologieën opleveren. Absoluut. Het is zó duur om dat ding daarheen te brengen, dat je afhankelijk bent van wat daar is. Dus alles, tot je stront aan toe, moet gerecycled worden. Ik weet zeker dat er prachtige filtersystemen uit voortkomen.’
Komt er ook iets uit voort waar mijn buurman in de bijstand dagelijks wat aan heeft?
,,Het eindresultaat is nooit te voorspellen. Maar als we niet naar Mars gaan, weten we zeker dat het niets oplevert. Die buurman moet de Marsvluchten gewoon maar even accepteren.’
Wat vindt u ervan dat sommige politici ruimtevaart gebruiken voor prestige?
,,Goed. Ruimtevaart, veiligheid, gezondheidszorg – politici hebben een vlag nodig om heen te wijzen.’
Waar zult u zich als professor mee bezighouden?
,,Doceren, Nuna III en laddermolens (tien kilometer hoge lussen van vliegers die net zo veel energie leveren als een kleine kerncentrale – IL). Ik wil wel meer dingen doen, maar kan ook niet alles. Hiernaast zijn mensen aan de gang met de laddermolen. Ik wil dit jaar nog een demonstratie. Dat heb ik geëist. Misschien zijn het maar twee vliegers, interesseert me niet. Als de demonstratie maar aangeeft dat je energie kunt opwekken met die vliegers.
Ik wil bewijs dat je met vliegers heel veel kunt doen, zodat niemand er omheen kan. Daarom is de zonneraceauto heel belangrijk voor me. Hij is er, niemand kan er omheen.
Aan de TU is ruimte voor dit soort ontwikkelingen. Daarom zit ik hier goed. Het enige probleem is dat ik een brede visie heb en daarom bang ben dat ik niet toekom aan oplossingen. Ik houd van tastbare oplossingen.’
Wat is het eerste college dat u gaat geven?
,,Solar racing. Dat ga ik samen met het Nuna-team van 2003 doen. Gedurende het college wil ik mensen strikken voor Nuna III, want in mei moet ik weer een nieuw team hebben. Ik wil elke keer een ander team. Dan is het fris. Ik denk ook dat het één van de redenen van succes is.’
Wat wordt er aan de volgende Nuna verbeterd?
,,Hij zal in ieder geval harder rijden. Boven de honderd kilometer per uur vind ik een mooi streven. Verder moeten de aërodynamica, strategie en de grenslaagafzuiger worden verbeterd.’
Wat doet u thuis aan duurzaamheid? Biobak? Biologisch eten?
,,Ik heb tien kilowatt aan zonnepanelen op het dak liggen. Voor de rest doe ik er niets aan. Ik ben geen principieel figuur. Wel bouw ik een boot. Daarin implementeer ik alles wat ik weet. De boot wordt self sustained. Drie dagen zeilen levert een maand energie op. Het wordt helemaal met knopjes bediend, zodat mijn vrouw kan varen als ik mijn arm breek. Het wordt een speeltuinlaboratoriumhuis. Met dit schip wil ik zes maanden in Delft liggen om colleges te geven, maar ook in Groningen waar ik onlangs bijzonder hoogleraar ben geworden. Ik kan niet wachten totdat ik een visitekaartje heb met: prof.dr. Wubbo Ockels, zonder vaste woon en verblijfplaats.’
U bent eigenwijs, hoorde ik u onlangs in het radioprogramma van Ruud de Wild zeggen.
,,Klopt. Mijn vrouw en ik zijn high school sweathearts en kennen elkaar vanaf ons dertiende. We hebben nog steeds discussies, ondanks het feit dat we elkaar goed kennen. Als ik iets in mijn kop heb, kan ze hoog en laag springen, maar dan kom ik er niet vanaf. Zelf heb ik er ook last van. Mijn hoofd is mijn vriend en vijand.’
Zijn er ook ruimtevaartgroupies?
,,Niet zoals bij een concert, maar ik had wel fanmail. Veel brieven van gepensioneerde mensen en kleine jongetjes. Maar de grootste groep die zich op mij richtte bestond uit moeders van een jaar of 45: O, wat fijn Wubbo, dat je weer heel terug bent. Kom je op de koffie? schreven ze. Dat had dus niets met seks te maken. Tenminste, dat denk ik.’
Heeft u een tip voor André Kuipers die in april de ruimte in gaat?
,,Het is heel bijzonder om over jezelf na te denken als je geen tijd-, ruimte- en plaatsbesef meer hebt. Ik heb hem gevraagd daar over na te denken. Het zou grappig zijn als hij hetzelfde ervaart.’
De aarde op maat. Op vrijdag 20 februari in Theater de Veste, Delft.
www.ncg.knaw.nl . .
WIE IS WUBBO OCKELS?
De tot nu toe enige Nederlandse astronaut studeerde in 1973 cum laude af in de wiskunde en natuurkunde aan de Universiteit van Groningen. Daar promoveerde hij vijf jaar later ook. Na een sollicitatieprocedure pikte de European Space Agency (ESA) Ockels uit tweeduizend kandidaten voor het Spacelab-programma, zodat hij in 1985 een week aan boord kon zijn van de spaceshuttle Challenger. Hij was verantwoordelijk voor de apparatuur van zeventig experimenten.
Daarna werkte Ockels bij Estec in Noordwijk. Vanaf 1992 kwam daar een deeltijdhoogleraarschap aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek bij. Sinds afgelopen september is Ockels voltijd hoogleraar in zijn zelf bedachte leerstoel aerospace sustainable engineering and technology. In 2001 en 2003 coachte hij het studententeam dat met de zonneauto Nuna de solar race in Australië twee keer won.
Comments are closed.