Op 4 november 2005 is prof.dr.ir. Jeroen J.M. de Goeij overleden. Met zijn dood heeft de radiochemische wetenschappelijke wereld een kopstuk, een markante persoonlijkheid en een zeer gewaardeerde collega verloren.
Een pionier in de radiochemische neutronen-activeringsanalyse die nog steeds in publicaties als baanbrekend wordt beschouwd.
De Goeij startte zijn wetenschappelijke carrière bij het Delftse Interuniversitair Reactor Instituut in 1965. Hij zou tot zijn afscheid bij datzelfde instituut in 2002 het radiochemisch onderzoek en onderwijs in Nederland bepalen en vormgeven. Als radiochemisch pionier pur sang slaagde hij erin de gevoeligste vorm van neutronen-activeringsanalyse routinematig toepasbaar te maken. Ook het produceren van radio-isotopen wist hij van een wetenschappelijke proeve tot een zeer breed toegepaste techniek uit te bouwen: hij had de bekwaamheid om iets wat ka’n, tot iets wat echt gebéurt te vervolmaken.
In 1972 werd hij benoemd als lector, en later als hoogleraar in de radiochemie, bij zowel de Technische Universiteit Delft als bij de Technische Universiteit Eindhoven. Vanuit die dubbele benoeming lukte het hem een win-winsituatie te bereiken door het radiochemische werk van beide organisaties stevig in een breed kader te verankeren. Zijn stijl kenmerkte zich door accuratesse, betrokkenheid en vooral een niet aflatende gedrevenheid. De Goeij was hoofd van de afdeling radiochemie aan de Technische Universiteit Delft van 1980 tot 1998. In mei 2002 ging hij met emeritaat.
Hij was een actief lid van verschillende wetenschappelijke committees voor internationale conferenties zoals het International Committee for Activation Analysis, het International Committee of Nuclear Analytical Methods in the Life Sciences en het International Committee of the Methods and Applications in Radioanalytical Chemistry. Ook het Internationaal Atoom Agentschap te Wenen, de IAEA, nodigde hem uit als deskundige ondermeer op het gebied van het gebruik van haarmonsters als monitor voor de elementstatus van de mens. Zijn bijdrage daarin wordt nog steeds als referentiepunt gezien. Prof. De Goeij werd door de International Union of Pure and Applied Chemistry gevraagd een voortrekkersrol te vervullen bij onder meer het verbeteren van de terminologie in het vakgebied. Tevens was hij een gedreven editor van de J. Applied Radiation and Isotopes.
De maatschappelijke en wetenschappelijke verdiensten van De Goeij zijn indrukwekkend, getuige de aan hem toegekende herdenkingsmedaille van de Karels Universiteit van Praag in 1993, zijn benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw in 2002 en de aan hem in 2003 toegekende zeer prestigieuze Hevesy medaille, de hoogste internationale wetenschappelijke onderscheiding op zijn vakgebied, vernoemd naar Nobelprijslaureaat George Hevesy.
Bert Wolterbeek, hoofd van de sectie Radiation and isotopes for health in de faculteit TNW
Op 4 november 2005 is prof.dr.ir. Jeroen J.M. de Goeij overleden. Met zijn dood heeft de radiochemische wetenschappelijke wereld een kopstuk, een markante persoonlijkheid en een zeer gewaardeerde collega verloren. Een pionier in de radiochemische neutronen-activeringsanalyse die nog steeds in publicaties als baanbrekend wordt beschouwd.
De Goeij startte zijn wetenschappelijke carrière bij het Delftse Interuniversitair Reactor Instituut in 1965. Hij zou tot zijn afscheid bij datzelfde instituut in 2002 het radiochemisch onderzoek en onderwijs in Nederland bepalen en vormgeven. Als radiochemisch pionier pur sang slaagde hij erin de gevoeligste vorm van neutronen-activeringsanalyse routinematig toepasbaar te maken. Ook het produceren van radio-isotopen wist hij van een wetenschappelijke proeve tot een zeer breed toegepaste techniek uit te bouwen: hij had de bekwaamheid om iets wat ka’n, tot iets wat echt gebéurt te vervolmaken.
In 1972 werd hij benoemd als lector, en later als hoogleraar in de radiochemie, bij zowel de Technische Universiteit Delft als bij de Technische Universiteit Eindhoven. Vanuit die dubbele benoeming lukte het hem een win-winsituatie te bereiken door het radiochemische werk van beide organisaties stevig in een breed kader te verankeren. Zijn stijl kenmerkte zich door accuratesse, betrokkenheid en vooral een niet aflatende gedrevenheid. De Goeij was hoofd van de afdeling radiochemie aan de Technische Universiteit Delft van 1980 tot 1998. In mei 2002 ging hij met emeritaat.
Hij was een actief lid van verschillende wetenschappelijke committees voor internationale conferenties zoals het International Committee for Activation Analysis, het International Committee of Nuclear Analytical Methods in the Life Sciences en het International Committee of the Methods and Applications in Radioanalytical Chemistry. Ook het Internationaal Atoom Agentschap te Wenen, de IAEA, nodigde hem uit als deskundige ondermeer op het gebied van het gebruik van haarmonsters als monitor voor de elementstatus van de mens. Zijn bijdrage daarin wordt nog steeds als referentiepunt gezien. Prof. De Goeij werd door de International Union of Pure and Applied Chemistry gevraagd een voortrekkersrol te vervullen bij onder meer het verbeteren van de terminologie in het vakgebied. Tevens was hij een gedreven editor van de J. Applied Radiation and Isotopes.
De maatschappelijke en wetenschappelijke verdiensten van De Goeij zijn indrukwekkend, getuige de aan hem toegekende herdenkingsmedaille van de Karels Universiteit van Praag in 1993, zijn benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw in 2002 en de aan hem in 2003 toegekende zeer prestigieuze Hevesy medaille, de hoogste internationale wetenschappelijke onderscheiding op zijn vakgebied, vernoemd naar Nobelprijslaureaat George Hevesy.
Bert Wolterbeek, hoofd van de sectie Radiation and isotopes for health in de faculteit TNW
Comments are closed.