Onderwijs

In memoriam: Henk Zeevalking (1922-2005)

Vorige week dinsdag overleed op 82-jarige leeftijd Henk Zeevalking. Afgelopen dinsdag vond in Rijswijk de crematie plaats.Zeevalking werd in 1984 lid van het college van bestuur van de TU Delft.

Het jaar erop werd hij voorzitter van het college. In 1988 (bij het passeren van de pensioenleeftijd) legde hij die functie neer.

In de jaren voor zijn komst waren de ruzies en hartstochten in Delft hoog opgelaaid. Een externe commissie had in opdracht van de minister van onderwijs en wetenschappen de bestuurlijke verhoudingen aan de TU aan een onderzoek onderworpen. De conclusie was niet mals: zoveel talent en dan zo’n toestand.

Het voorzitterschap van Zeevalking stond in het teken van de normalisering van de verhoudingen. Zo had de minister – bij algemene maatregel van bestuur van 10 maart 1984 – de Hogeschoolraad buiten spel gezet. Met succes ijverde Zeevalking ervoor die situatie terug te draaien. Twee jaar na de afkondiging ervan werd de maatregel ingetrokken.

Henk Zeevalking liet zich eens ontvallen dat hij het voorzitterschap van het college een zwaardere functie vond dan alle andere die hij daarvóór had vervuld. Dat waren onder andere wethouder van Utrecht, staatssecretaris van justitie, burgemeester van Rijswijk en minister van verkeer en waterstaat. Treinkapingen, Amelisweerd en de budgettaire problematiek bij de Oosterscheldewerken hadden hem tot een bestuurlijk zwaargewicht gemaakt.

Zeevalking was een nuchter bestuurder die een gruwelijke hekel aan ruzie had. Hij was op het goede moment de juiste man op de juiste plaats. Zijn intuïtieve inzicht in de complexiteit van de academie maakte hem buitengewoon geschikt daaraan bestuurlijk leiding te geven. Hij ging voorzichtig om met kool en geit, maar spaarde hen . indien nodig – niet. Ook had hij een goed gevoel voor humor. Zo wilde hij collega-voorzitters die zware tassen vol stukken meetorsten wel eens vragen of zij met vakantie gingen.

Zeevalking was een groot voorstander en stimulator van de nieuwe opleiding technische bestuurskunde. Zijn ervaring met grote infrastructurele projecten . als minister van verkeer en waterstaat, en anderszins – lagen aan die overtuiging ten grondslag.

Tijdens zijn voorzitterschap kwam het zogenaamde vernieuwingsplan voor de drie TU’s tot stand, dat Den Haag met 25 miljoen (gulden) ondersteunde.

Als jongeman hadden Parijs en Frankrijk zijn hart veroverd. Zijn francofilie kwam de universiteit te stade doordat hij de samenwerking met enige Franse wetenschappelijke instituten met kracht bevorderde. De Franse regering drukte zijn waardering daarvoor uit door hem een hoge onderscheiding toe te kennen.

Na zijn terugtreden bleef hij in verschillende functies binnen de TU Delft actief, onder andere bij de oprichting van de opleiding technische bestuurskunde.

Ook op landelijk universitair niveau deed hij nog van zich horen. Zo ontdeed hij in het midden van de jaren negentig de kwestie van de bijverdiensten van hoogleraren van zijn explosieve politieke lading. Een genuanceerd rapport van zijn hand zorgde daarvoor.

De TU Delft gedenkt Henk Zeevalking als een innemend mens en een bekwaam bestuurder, die ‘de boel weer bij elkaar bracht’.

Hans Bronneman, secretaris van de TU Delft van 1989 tot 2000.

(Foto: Multi Media Services)

Vorige week dinsdag overleed op 82-jarige leeftijd Henk Zeevalking. Afgelopen dinsdag vond in Rijswijk de crematie plaats.

Zeevalking werd in 1984 lid van het college van bestuur van de TU Delft. Het jaar erop werd hij voorzitter van het college. In 1988 (bij het passeren van de pensioenleeftijd) legde hij die functie neer.

In de jaren voor zijn komst waren de ruzies en hartstochten in Delft hoog opgelaaid. Een externe commissie had in opdracht van de minister van onderwijs en wetenschappen de bestuurlijke verhoudingen aan de TU aan een onderzoek onderworpen. De conclusie was niet mals: zoveel talent en dan zo’n toestand.

Het voorzitterschap van Zeevalking stond in het teken van de normalisering van de verhoudingen. Zo had de minister – bij algemene maatregel van bestuur van 10 maart 1984 – de Hogeschoolraad buiten spel gezet. Met succes ijverde Zeevalking ervoor die situatie terug te draaien. Twee jaar na de afkondiging ervan werd de maatregel ingetrokken.

Henk Zeevalking liet zich eens ontvallen dat hij het voorzitterschap van het college een zwaardere functie vond dan alle andere die hij daarvóór had vervuld. Dat waren onder andere wethouder van Utrecht, staatssecretaris van justitie, burgemeester van Rijswijk en minister van verkeer en waterstaat. Treinkapingen, Amelisweerd en de budgettaire problematiek bij de Oosterscheldewerken hadden hem tot een bestuurlijk zwaargewicht gemaakt.

Zeevalking was een nuchter bestuurder die een gruwelijke hekel aan ruzie had. Hij was op het goede moment de juiste man op de juiste plaats. Zijn intuïtieve inzicht in de complexiteit van de academie maakte hem buitengewoon geschikt daaraan bestuurlijk leiding te geven. Hij ging voorzichtig om met kool en geit, maar spaarde hen . indien nodig – niet. Ook had hij een goed gevoel voor humor. Zo wilde hij collega-voorzitters die zware tassen vol stukken meetorsten wel eens vragen of zij met vakantie gingen.

Zeevalking was een groot voorstander en stimulator van de nieuwe opleiding technische bestuurskunde. Zijn ervaring met grote infrastructurele projecten . als minister van verkeer en waterstaat, en anderszins – lagen aan die overtuiging ten grondslag.

Tijdens zijn voorzitterschap kwam het zogenaamde vernieuwingsplan voor de drie TU’s tot stand, dat Den Haag met 25 miljoen (gulden) ondersteunde.

Als jongeman hadden Parijs en Frankrijk zijn hart veroverd. Zijn francofilie kwam de universiteit te stade doordat hij de samenwerking met enige Franse wetenschappelijke instituten met kracht bevorderde. De Franse regering drukte zijn waardering daarvoor uit door hem een hoge onderscheiding toe te kennen.

Na zijn terugtreden bleef hij in verschillende functies binnen de TU Delft actief, onder andere bij de oprichting van de opleiding technische bestuurskunde.

Ook op landelijk universitair niveau deed hij nog van zich horen. Zo ontdeed hij in het midden van de jaren negentig de kwestie van de bijverdiensten van hoogleraren van zijn explosieve politieke lading. Een genuanceerd rapport van zijn hand zorgde daarvoor.

De TU Delft gedenkt Henk Zeevalking als een innemend mens en een bekwaam bestuurder, die ‘de boel weer bij elkaar bracht’.

Hans Bronneman, secretaris van de TU Delft van 1989 tot 2000.

(Foto: Multi Media Services)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.