Onderwijs

Meer aandacht voor kwaliteit docent

Wetenschappelijk personeel moet niet alleen goed zijn in onderzoek, maar ook in onderwijs. Daarom wil de TU systematisch meer aandacht geven aan onderwijs in de loopbaan van wetenschappelijk medewerkers.

Het begint al met vacatureteksten waarin voortaan staat vermeld welke didactische vaardigheden docenten, universitair (hoofd)docenten en hoogleraren moeten hebben. Nieuwe docenten die minder dan vijf jaar ervaring hebben, moeten voortaan de zogeheten basiskwalificatie onderwijs (bko) hebben of bereid zijn die binnen drie jaar te halen.
Docenten die hier al jaren zijn, zouden zich wellicht nog op onderdelen kunnen bijscholen. “Het lijdt geen twijfel dat docenten goed zijn in hun vak, maar doceren is meer dan dat”, zegt lid van het college van bestuur Paul Rullmann. “Er zijn allerlei manieren om kennis over te dragen zoals ict in het onderwijs.”
Verder nemen de directeuren onderwijs voortaan deel in de loopbaancommissie van hun faculteit en krijgen zij meer zeggenschap bij de selectie van hoogleraren en universitair (hoofd)docenten.
Faculteiten moeten werkplannen maken om kwaliteit van docenten te ontwikkelen en te behouden. Zo moeten zij in de gaten houden wie nog dit jaar zijn bko moet halen en wat meer ervaren docenten nog aan scholing kunnen doen. “Ik vind onderwijs geen ondergeschoven kind. Wel is het het eerste dat wegzakt”, zegt Rullmann.
Onderwijs wordt voortaan binnen alle faculteiten een vast onderdeel van beoordelingsgesprekken. Voorheen verschilde dat per faculteit. Docenten kunnen door die beoordeling meer erkenning krijgen voor hun onderwijsgevende capaciteiten.
Initiatieven die goed lopen bij de ene faculteit moeten ook navolging vinden bij de rest van de universiteit. Zo is het bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica vanzelfsprekend dat docenten iets doen aan didactische scholing.
Bij Technische Natuurwetenschappen is een verplicht eerstejaars hoorcollege onderdeel van de sollicitatieprocedure. Bij Techniek, Bestuur en Management is sprake van docentobservaties. “De een bekijkt de ander tijdens colleges”, zegt Rullmann. “Het gekke is dat docenten studenten aansporen tot samenwerken, maar zelf een drempel hebben tot samenwerken met docenten.” 

Naam: Alon Rosenthal
Faculteit: Technische Natuurwetenschappen
Titel afstudeerscriptie: Surface enhanced Raman spectroscopy: Electrodynamic enhancement modelling and experiment

“Ik zag het niet aankomen”, vertelt Alon Rosenthal over zijn nominatie als beste afstudeerder. Hij deed vijfenhalf jaar over zijn studie, inclusief een half jaar uitloop door zijn tijd in het Finse leger. “Mijn moeder is Fins en daar is nog dienstplicht.” Om zich heen kijkend, snapt hij waarom andere studenten vertraging oplopen. “Er is een grote afwezigheid van enthousiasme. Dat slaat je hersens dood. Mensen halen hun tentamens niet. Dat komt niet doordat ze te dom zijn, maar doordat ze twee dagen van tevoren beginnen met leren en eerst nog een feestje hebben gehad. We mogen daarin best een voorbeeld nemen aan Amerika en een competitie-element invoeren. Zorgen dat mensen hun studie zien als een wedstrijd. Het verbreken van je persoonlijke records. Zo hadden we een docent die een Snickers-wedstrijd organiseerde. De student die zijn huiswerk het beste maakte, kreeg van hem een Snickers. Dat klinkt heel lullig, maar het werkte wel.”
Zijn tip voor toekomstige afstudeerders is simpel: “Zorg dat je een heleboel colleges proeft en dat je veel leuke docenten leert kennen. Je kunt dan op ze afstappen voor een onderzoek en zo kunnen ze je introduceren bij een goede vakgroep.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.