Onderwijs

‘Medewerker zal merken dat zorg beter wordt’

Nog voor het eind van het jaar hoopt de TU de eigen Arbodienst gecertificeerd te hebben. ,,Als er nog helemaal niets was, dan zou het een ramp zijn geweest”, zegt TU-bedrijfsarts Stolp, sinds kort projectleider voor het certificeringsproces van de Arbodienst van de TU.

,,Maar we hoeven niet vanaf nul te beginnen. De huidige Arbodienst voldoet al aan heel veel voorwaarden. Het probleem is dat die processen nog niet allemaal beschreven zijn. Daarom zijn we nu bezig met het opstellen van een kwaliteitshandboek.”


1 Illustratie: Bram van Driel

Zoals vele andere bedrijven had ook de TU eigenlijk per 1 januari een gecertificeerde Arbodienst moeten hebben. Door onduidelijkheden en externe processen kwam het er toen niet van. Door gebruik te maken van een overgangsregeling is de nieuwe streefdatum gesteld op 1 november. Stolp doet er alles aan om die datum te halen, en wordt daarin bijgestaan door een kwaliteitsmanager. Enkele weken geleden is er een contract afgesloten met een adviesbureau dat hen zal begeleiden.

Het certificaat wordt aangevraagd bij Lloyds. ,,Dat zijn geen politieagenten”, zegt Stolp over die organisatie. ,,Ze controleren natuurlijk wel of we voldoen aan de eisen, maar denken ook mee. Ze doen suggesties om zaken anders aan te pakken.”

Een eerste maatregel is het opsplitsen van de huidige Arbo- en Milieudienst. In de unit veiligheid & milieu zitten medewerkers op het gebied van milieu, veiligheid, arbeidshygiëne en bedrijfshulpverlening. De tweede tak, de Arbodienst, wordt gevormd door ‘kerndeskundigen’. Dat zijn gecertificeerde deskundigen, zoals bedrijfsartsen, een arbeids- en organisatiedeskundige, arbeidshygiënist en een veiligheidsdeskundige. Zij worden ondersteund door een aantal medewerkers, waaronder een kwaliteitsmanager. Deze groep kerndeskundigen vormt nu de eigenlijke Arbodienst en is het onderwerp van de certificering.
Boerderij

Stolp benadrukt dat het geen lichte eisen zijn, waaraan de dienst straks moet voldoen. ,,Alles moet in detail vastgelegd worden. Bij de verzuimbegeleiding bijvoorbeeld treedt een hele reeks handelingen en procedures in werking. Dat varieert van het maken van een afspraak met de assistente tot het inlichten van het hoofd P&O over de gevolgen van de klacht. Dat vergt een minutieuze beschrijving, die uiteindelijk opgenomen wordt in het handboek.”

Een hulp hierbij is het nieuwe registratiesysteem Arbo 2000. Dit programma automatiseert een deel van al die verplichte handelingen. ,,Maar er kan meer mee”, licht Stolp toe. ,,Omdat alle persoonlijke gegevens en diagnoses er in verwerkt worden, is het mogelijk om doorsnijdingen te maken. Daarmee kunnen we straks eenvoudig statistieken maken over bijvoorbeeld het aantal lage rugklachten bij vrouwelijke werknemers in een bepaalde leeftijdsklasse. Of overdepressiviteit bij aio’s, of longklachten in een bepaald gebouw. Dus klachten die gerelateerd zijn aan de werkplek of arbeidssoort.” Uiteraard hebben alleen de artsen inzage in die gegevens.

Maar waarom zoveel moeite gedaan voor een eigen Arbodienst als het ook uitbesteed kan worden? ,,Dat zou te gek voor woorden zijn”, meent Stolp. ,,We hebben werkelijk alles aan de TU, van een boerderij tot een kerncentrale. We hebben zoveel deskundigheid in huis. Denk maar eens aan arbeids- en organisatiekunde en veiligheidskunde bij WTM of ergonomie bij IO. Dan moeten we toch ook in staat zijn om een eigen Arbodienst te onderhouden.”

Externe Arbodiensten houden zich voornamelijk met verzuim bezig, meent Stolp. Hij ziet in Delft liever een totaal zorgsysteem dat arbeidsomstandigheden, milieu en P&O omvat. Dat het certificeringsproject voldoende draagvlak heeft binnen de TU, blijkt volgens hem wel uit de deelname aan de workshops die georganiseerd zijn met de Arbo- en Milieu-adviseurs van de faculteiten. Ook het Lokaal Overleg en de ondernemingsraad worden geraadpleegd. Een workshop met de hoofden P&O is in voorbereiding.

,,Alle processen aan de TU kenmerken zich door ‘van, voor en door’ mensen”, besluit Stolp. ,,De mens staat centraal in deze organisatie, is eigenlijk de productiemachine van de TU. Als wij door een duidelijke toedeling van verantwoordelijkheid vroegtijdig signalen van medewerkers kunnen oppikken over werk, klimaat en de arbeidsomstandigheden aan de TU, dan zal die medewerker merken dat de zorg voor hem ook anders wordt. Beter.”

,,Als er nog helemaal niets was, dan zou het een ramp zijn geweest”, zegt TU-bedrijfsarts Stolp, sinds kort projectleider voor het certificeringsproces van de Arbodienst van de TU. ,,Maar we hoeven niet vanaf nul te beginnen. De huidige Arbodienst voldoet al aan heel veel voorwaarden. Het probleem is dat die processen nog niet allemaal beschreven zijn. Daarom zijn we nu bezig met het opstellen van een kwaliteitshandboek.”


1 Illustratie: Bram van Driel

Zoals vele andere bedrijven had ook de TU eigenlijk per 1 januari een gecertificeerde Arbodienst moeten hebben. Door onduidelijkheden en externe processen kwam het er toen niet van. Door gebruik te maken van een overgangsregeling is de nieuwe streefdatum gesteld op 1 november. Stolp doet er alles aan om die datum te halen, en wordt daarin bijgestaan door een kwaliteitsmanager. Enkele weken geleden is er een contract afgesloten met een adviesbureau dat hen zal begeleiden.

Het certificaat wordt aangevraagd bij Lloyds. ,,Dat zijn geen politieagenten”, zegt Stolp over die organisatie. ,,Ze controleren natuurlijk wel of we voldoen aan de eisen, maar denken ook mee. Ze doen suggesties om zaken anders aan te pakken.”

Een eerste maatregel is het opsplitsen van de huidige Arbo- en Milieudienst. In de unit veiligheid & milieu zitten medewerkers op het gebied van milieu, veiligheid, arbeidshygiëne en bedrijfshulpverlening. De tweede tak, de Arbodienst, wordt gevormd door ‘kerndeskundigen’. Dat zijn gecertificeerde deskundigen, zoals bedrijfsartsen, een arbeids- en organisatiedeskundige, arbeidshygiënist en een veiligheidsdeskundige. Zij worden ondersteund door een aantal medewerkers, waaronder een kwaliteitsmanager. Deze groep kerndeskundigen vormt nu de eigenlijke Arbodienst en is het onderwerp van de certificering.
Boerderij

Stolp benadrukt dat het geen lichte eisen zijn, waaraan de dienst straks moet voldoen. ,,Alles moet in detail vastgelegd worden. Bij de verzuimbegeleiding bijvoorbeeld treedt een hele reeks handelingen en procedures in werking. Dat varieert van het maken van een afspraak met de assistente tot het inlichten van het hoofd P&O over de gevolgen van de klacht. Dat vergt een minutieuze beschrijving, die uiteindelijk opgenomen wordt in het handboek.”

Een hulp hierbij is het nieuwe registratiesysteem Arbo 2000. Dit programma automatiseert een deel van al die verplichte handelingen. ,,Maar er kan meer mee”, licht Stolp toe. ,,Omdat alle persoonlijke gegevens en diagnoses er in verwerkt worden, is het mogelijk om doorsnijdingen te maken. Daarmee kunnen we straks eenvoudig statistieken maken over bijvoorbeeld het aantal lage rugklachten bij vrouwelijke werknemers in een bepaalde leeftijdsklasse. Of overdepressiviteit bij aio’s, of longklachten in een bepaald gebouw. Dus klachten die gerelateerd zijn aan de werkplek of arbeidssoort.” Uiteraard hebben alleen de artsen inzage in die gegevens.

Maar waarom zoveel moeite gedaan voor een eigen Arbodienst als het ook uitbesteed kan worden? ,,Dat zou te gek voor woorden zijn”, meent Stolp. ,,We hebben werkelijk alles aan de TU, van een boerderij tot een kerncentrale. We hebben zoveel deskundigheid in huis. Denk maar eens aan arbeids- en organisatiekunde en veiligheidskunde bij WTM of ergonomie bij IO. Dan moeten we toch ook in staat zijn om een eigen Arbodienst te onderhouden.”

Externe Arbodiensten houden zich voornamelijk met verzuim bezig, meent Stolp. Hij ziet in Delft liever een totaal zorgsysteem dat arbeidsomstandigheden, milieu en P&O omvat. Dat het certificeringsproject voldoende draagvlak heeft binnen de TU, blijkt volgens hem wel uit de deelname aan de workshops die georganiseerd zijn met de Arbo- en Milieu-adviseurs van de faculteiten. Ook het Lokaal Overleg en de ondernemingsraad worden geraadpleegd. Een workshop met de hoofden P&O is in voorbereiding.

,,Alle processen aan de TU kenmerken zich door ‘van, voor en door’ mensen”, besluit Stolp. ,,De mens staat centraal in deze organisatie, is eigenlijk de productiemachine van de TU. Als wij door een duidelijke toedeling van verantwoordelijkheid vroegtijdig signalen van medewerkers kunnen oppikken over werk, klimaat en de arbeidsomstandigheden aan de TU, dan zal die medewerker merken dat de zorg voor hem ook anders wordt. Beter.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.