Campus

Mag de robot ons voeren?

Eigenlijk, zegt Martijntje Smits, zou elke bètastudent op 4 september naar Nemo in Amsterdam moeten komen. Zeker studenten die zich bezighouden met kunstmatige intelligentie en robotica.

Volgens dr.ir. Martijntje Smits, projectleider/onderzoeker sociale robots bij het Rathenau Instituut, kunnen juist bètastudenten die dag hun blik verbreden. Haar instituut presenteert dan met het science centre ‘De grote Robot Show voor volwassenen’. Onderwerp zijn sociale robots. Volgens het instituut – dat ‘de invloed van wetenschap en technologie op ons dagelijks leven laat zien’ – is nu het moment om de discussie over deze nieuwe robots aan te slingeren. “De ontwikkeling van robots is nu heel techniekgedreven”, stelt Smits. “En veel minder op wat we als samenleving nodig hebben en wel of per se niet willen.”
Sociale robots zijn ‘anders’ dan de robots zoals die in fabrieken staan. “Die laatste kunnen bijvoorbeeld heel precies een deur aan een auto schroeven. Maar daar is een gestructureerde en voorspelbare omgeving voor nodig. De nieuwe generatie kan op de omgeving reageren. Een voorbeeld is Paro, een zeehondrobot. Als je hem aait, doet hij lief, maar als je hem schudt, gaat hij huilen. Die is te gebruiken om demente bejaarden te activeren door zorggedrag uit te lokken.”
Paro is een robot voor de zorg. Dat veld krijgt te maken met vergrijzing en er zijn aanhoudende personeelstekorten. “Robots kunnen zorgtaken overnemen. Mensen tillen of voedsel uitdelen”, schetst Smits. “Maar willen we dat?” Zo zijn er tal van gebieden waar sociale robots toepasbaar zijn. “Naast care heb je cure, waar operatierobots in opmars zijn. Tussen cure en care zitten instructierobots voor zorgopleidingen, bijvoorbeeld robots die patiënten simuleren”.
De nieuwe generatie robots speelt ook een groeiende rol bij defensietaken, zoals bij het herkennen en onschadelijk maken van bermbommen en bij verkennings- of gevechtsmissies. Maar ook thuis. “Robots die zoals de al bestaande zelfzuigende stofzuiger zelfstandig taken doen. En robots in het verkeer, die autonoom rijden.”
De gevolgen van zulke toepassingen kunnen groot zijn, bijvoorbeeld op de inhoud van beroepen, weet Smits. “Het bedrijf Roessingh is gespecialiseerd in revalidatietechnologie. Zij ontwikkelen revalidatierobots meer afgestemd op de behoefte van patiënten en hulpverleners. De rol van de fysiotherapeut kan dan anders worden. De patiënt oefent thuis, waarbij de robot de vorderingen bijhoudt en de training bijstuurt en er videocontact is met de therapeut.”
De kapstok om de discussie over sociale robots aan op te hangen was de robottentoonstelling die Nemo deze zomer in huis heeft. Een win-winsituatie: het Rathenau Instituut een mooi podium met een breed publiek, Nemo de kans volwassen publiek binnen te halen en te experimenteren met avondopenstelling.
Samen presenteren ze een compleet programma. Tussen 20.00 en 21.45 uur zijn er twee keer twee debatsessies van een uur. In de ene zaal is het onderwerp ‘Robots die voor je zorgen’, in de andere ‘Robots die voor je vechten’. Bij elke sessie zijn er een wetenschapper, gebruiker, filosoof/ethicus en een lid van de Kamercommissie volksgezondheid of defensie.
“De wetenschapper, gebruiker en filosoof geven aan welke scenario’s en soorten robots op hun terrein wenselijk of belangrijk zijn. Na de inleidingen mag het publiek stemmen over stellingen en vragen stellen aan de experts.” In de pauze zijn er demonstraties met onder meer een robotorkest, voetbalrobots en emotierobots I-Cat en Phobot van de UvA. Daarnaast is er een loterij met als prijs een ‘meet & greet’ met de Japanse humanoïde robot Asimo. 

Student: Crispijn Huijts (20), student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek.
Medewerker: prof.dr.ir. Michel van Tooren, hoofd afdeling aerospace design, intregration and operation

“Meneer van Toren is een held. Hij heeft ontzettend veel bereikt, terwijl hij eigenlijk nog heel jong is. Hij is heel gedreven en ambitieus. Hij heeft een eigen bedrijf en een leerstoel aan de TU Delft. Maar daarbij is hij vooral ontzettend aardig. Hij maakt ook enorm goede grappen, heeft echt humor. Hij is zo iemand voor wie je meteen respect hebt. Zodra hij begint te praten, is iedereen geboeid. Ik heb zelf helaas nog geen les van hem gehad, maar ik weet zeker dat hij ook een heel goede docent is.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.