Moeten internationale studenten verplicht worden Nederlands te leren? VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg pleitte daarvoor in een debat met TU-rector Karel Luyben. Die leek er steeds meer voor te gaan voelen.
Het was weer eens een andere insteek voor het debat over de verengelsing van de universiteit: centraal stond maandagmiddag 9 maart niet de vraag of TU-opleidingen allemaal over moeten stappen naar Engels als voertaal, maar of internationale studenten daarnaast verplicht Nederlands moeten leren.
Dat laatste vindt VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg. Studium Generale liet hem in debat gaan met rector magnificus Karel Luyben, maar een groot meningsverschil hadden ze niet. Duisenberg wil internationale studenten verplichten om dertien weken lang drie uur per week een basiscursus Nederlands te volgen.
Uit onderzoek blijkt volgens het Kamerlid dat zeventig procent van de internationals na hun studie in Nederland spijt heeft geen Nederlands te spreken. “Het vormt een struikelblok voor een carrière hier.” Duisenberg verwacht dat meer mensen in Nederland blijven werken als ze de taal wél machtig zijn. Dat is volgens hem nodig om de economie draaiende te houden. Bovendien verdient Nederland zo haar investering in de opleiding van internationale studenten terug.
Karel Luyben zei in eerste instantie dat hij Nederlands leren niet wil verplichten, maar wel ‘sterk wil aanmoedigen’. “Er is niks mis met Nederlands leren.” Daarna dacht hij hardop na over de grens tussen wie wel verplicht moet worden en wie niet. “Voor iemand die drie maanden of minder in Nederland blijft, is het niet zinvol. Maar de nieuwe Canadese decaan van Bouwkunde moet wel Nederlands spreken. Waar ligt de grens?” Verderop in het debat leek hij het antwoord gevonden te hebben toen hij sprak over een verplichting vanaf drie maanden in Nederland.
Ondertussen stak de vraag toch de kop op of de TU haar bacheloropleidingen allemaal moet verengelsen. Volgens Luyben is dat een kwestie van tijd, maar studenten Bouwkunde vroegen aandacht voor hun studie. Die is volgens hen zo sterk gerelateerd aan de Nederlandse cultuur en wetgeving, dat verengelsing geen optie is. De rector wees hen er echter fijntjes op dat de architectuur niet ophoudt aan de grenzen.
Ook het argument dat zelfs bij zeer goed Engels sprekende docenten dertig procent van de kennisoverdracht verloren gaat doordat zij niet in hun eigen taal doceren, kon Luyben niet vermurwen. “Ja, er is informatieverlies, maar die is er altijd als iemand iets vertelt voor een groep mensen. Er zijn gelukkig vele andere manieren om informatie over te brengen. Het gaat toch gebeuren dat we moeten overstappen naar het Engels. Dan kunnen we beter nu beginnen.”
Het merendeel van de studenten heeft daar geen problemen mee, bleek vorige week uit een enquête van studentenraadsfractie Oras. Een veelgehoord argument is dat zij uiteindelijk toch in een internationale omgeving gaan werken. Tijdens het debat kwamen meer voordelen aan het licht. Zoals een grotere toestroom van buitenlands talent. Een Indiase masterstudent zei dat hij graag ook zijn bachelor in Delft had gedaan als die in het Engels was geweest.
En als internationale studenten dan inderdaad eerder naar Delft komen, zou dat de integratie zeker ten goede komen, zei een andere student. “Er is een grote segregatie tussen Nederlandse en internationale studenten. Als zij samen aan de bachelor beginnen en dus samen de introductieweek doen, op het moment dat beide groepen nieuw zijn in Delft, is het gemakkelijker vrienden maken.” Luyben gaf de student gelijk. “Wat ik wil is een echt internationale cultuur in Delft. Niet alleen internationals, ook Nederlanders moeten zich daarvoor aanpassen.”
Comments are closed.