‘Lumen moet weer een pleisterplaats worden’

Vorige maand trad een nieuw bestuur aan in het Delftse filmhuis, gerekruteerd uit de groep van ongeveer 55 vrijwilligers die er dagelijks werkt. Het vorige bestuur was samengesteld uit professionals. ,,Toen de nieuwbouw aan het Doelenplein er kwam, waren er sponsors nodig, dus er moesten ‘namen’ komen”, aldus nieuw bestuurslid en bouwkundestudent Jérôme van Dam. Nu het gebouw er staat en alles wel zo’n beetje loopt, hebben de vrijwilligers het roer weer overgenomen.

En dat is maar goed ook, menen ze bij Lumen. Volgens medebestuurslid Lucas van Zuijlen, eveneens bouko, opereerde het vorige bestuur nogal zakelijk en afstandelijk. ,,Het oude bestuur kende niemand. Het hield wel vergaderingen, maar die waren niet in Lumen en je kon er niet naartoe.” Martijn Droge, net afgestudeerd technisch bestuurskundige, beaamt dat. ,,Het vorige bestuur stond te ver van de dagelijkse gang van zaken. Op een bepaald moment ging het wringen. Ze hebben nooit greep gehad op de zaken. Ze deden alleen het algemene, niet het dagelijkse beleid.”

Lumen is het enige ongesubsidieerde filmhuis in Nederland. Van Dam: ,,Voor de nieuwbouw kregen we een eenmalige gift van vier ton en verder stond de gemeente garant voor een lening van drie ton. Het geld voor de nieuwbouw was een soort afkoopsom. Men hoopte dat Lumen vervolgens rendabel zou worden, maar we moeten nu constateren dat een filmhuis gewoon niet winstgevend is. Van tevoren werd het aantal bezoekers geschat op dertigduizend per jaar. Het blijken er vijfduizend minder te zijn.”

Een ander probleem vormt de concurrentie met de overige bioscopen in Delft, die alle eigendom zijn van één ondernemer, René van Steen. Naast de populaire Hollywood-films vertonen die andere bioscopen ook zogenaamde art house: mooi gemaakte, breed toegankelijke films die ook nog eens door de culturele beugel kunnen. Prima natuurlijk, maar films van dit ‘cappuccinogenre’ vormen normaal gesproken de kaskrakers van filmhuizen. Van Zuijlen: ,,René van Steen begeeft zich op ons terrein. Als hij een cappuccinofilm wil, krijgt hij ‘m als eerste van de distributeur, omdat hij er meer geld mee gaat verdienen. Zijn publiek is groter. Maar wij zijn ontzettend afhankelijk van dat soort klappers, zoals bijvoorbeeld Festen.”
Starwars

De rest van het Lumen-aanbod bestaat uit de echte filmhuisfilms, waarmee het bestuur zich vooral wil richten op vrienden en donateurs, de echte filmfreaks. Studenten? Van Dam: ,,Een groot deel van de bezoekers is inderdaad student,maar ja, techniekstudenten gaan toch liever naar Starwars of naar Terminator.”

Het filmhuis moet weer een pleisterplaats voor liefhebbers worden, zoals vroeger. Van Zuijlen: ,,Aan de Kromstraat was het filmhuis veel meer een club voor filmfreaks met een werkplaats waar dezen zelf films konden maken. Het was ook een filmcafé, waarin gediscussieerd werd over films. Wat dat betreft hebben we wel kritiek op de inrichting van de nieuwbouw. Het is niet genoeg uitnodigend. Na de film zien we mensen twijfelen of ze nog even blijven of ergens anders een biertje gaan drinken.”

Gevraagd naar de plannen spuit het nieuwe bestuur een aantal voornemens die een net afgeronde managementcursus doen vermoeden. ,,Het culturele netwerk moet weer gerevitaliseerd worden”, aldus Van Dam. En: ,,De onderlinge communicatie moet worden verbeterd.”

Een concreet plan is het draaien van een filmfavoriet. Daarbij mag een medewerker zelf uitkiezen welke film er wordt vertoond. In ruil moet hij voorafgaand aan de film een inleiding houden voor het publiek. Dat concept bleek zeer succesvol tijdens het afgelopen lustrum. ,,Misschien doen we dat nog eens met Delftse notabelen of hoogleraren”, laat Droge zijn gedachten gaan. Verder zouden er filmcycli georganiseerd kunnen worden in het kader van de Delftse stedenband met Zuid-Afrika of in samenwerking met Joegoslavische vluchtelingen. Van Dam: ,,Maar dat moet voor iedereen interessant zijn. Het moet niet worden zoals de maandelijkse Hindoestaanse films in Delfia, die niet ondertiteld zijn en alleen maar door Hindoestanen worden bezocht.”

Hoe professioneel het bestuur de zaken in de toekomst ook wil aanpakken, één van de charmes van het filmhuis blijft het dilettantisme. Dat moet gekoesterd worden. Van Dam: ,,Lumen heeft één van de allermooiste zalen van Nederland. Als je hier naar de film gaat is dat heel anders dan in een grote bioscoop. Het gaat hier in eerste instantie om het kijken naar de film. Niet om hoeveel mensen je in een zaal kunt proppen en hoeveel ze consumeren in de pauze.”

Vorige maand trad een nieuw bestuur aan in het Delftse filmhuis, gerekruteerd uit de groep van ongeveer 55 vrijwilligers die er dagelijks werkt. Het vorige bestuur was samengesteld uit professionals. ,,Toen de nieuwbouw aan het Doelenplein er kwam, waren er sponsors nodig, dus er moesten ‘namen’ komen”, aldus nieuw bestuurslid en bouwkundestudent Jérôme van Dam. Nu het gebouw er staat en alles wel zo’n beetje loopt, hebben de vrijwilligers het roer weer overgenomen.

En dat is maar goed ook, menen ze bij Lumen. Volgens medebestuurslid Lucas van Zuijlen, eveneens bouko, opereerde het vorige bestuur nogal zakelijk en afstandelijk. ,,Het oude bestuur kende niemand. Het hield wel vergaderingen, maar die waren niet in Lumen en je kon er niet naartoe.” Martijn Droge, net afgestudeerd technisch bestuurskundige, beaamt dat. ,,Het vorige bestuur stond te ver van de dagelijkse gang van zaken. Op een bepaald moment ging het wringen. Ze hebben nooit greep gehad op de zaken. Ze deden alleen het algemene, niet het dagelijkse beleid.”

Lumen is het enige ongesubsidieerde filmhuis in Nederland. Van Dam: ,,Voor de nieuwbouw kregen we een eenmalige gift van vier ton en verder stond de gemeente garant voor een lening van drie ton. Het geld voor de nieuwbouw was een soort afkoopsom. Men hoopte dat Lumen vervolgens rendabel zou worden, maar we moeten nu constateren dat een filmhuis gewoon niet winstgevend is. Van tevoren werd het aantal bezoekers geschat op dertigduizend per jaar. Het blijken er vijfduizend minder te zijn.”

Een ander probleem vormt de concurrentie met de overige bioscopen in Delft, die alle eigendom zijn van één ondernemer, René van Steen. Naast de populaire Hollywood-films vertonen die andere bioscopen ook zogenaamde art house: mooi gemaakte, breed toegankelijke films die ook nog eens door de culturele beugel kunnen. Prima natuurlijk, maar films van dit ‘cappuccinogenre’ vormen normaal gesproken de kaskrakers van filmhuizen. Van Zuijlen: ,,René van Steen begeeft zich op ons terrein. Als hij een cappuccinofilm wil, krijgt hij ‘m als eerste van de distributeur, omdat hij er meer geld mee gaat verdienen. Zijn publiek is groter. Maar wij zijn ontzettend afhankelijk van dat soort klappers, zoals bijvoorbeeld Festen.”
Starwars

De rest van het Lumen-aanbod bestaat uit de echte filmhuisfilms, waarmee het bestuur zich vooral wil richten op vrienden en donateurs, de echte filmfreaks. Studenten? Van Dam: ,,Een groot deel van de bezoekers is inderdaad student,maar ja, techniekstudenten gaan toch liever naar Starwars of naar Terminator.”

Het filmhuis moet weer een pleisterplaats voor liefhebbers worden, zoals vroeger. Van Zuijlen: ,,Aan de Kromstraat was het filmhuis veel meer een club voor filmfreaks met een werkplaats waar dezen zelf films konden maken. Het was ook een filmcafé, waarin gediscussieerd werd over films. Wat dat betreft hebben we wel kritiek op de inrichting van de nieuwbouw. Het is niet genoeg uitnodigend. Na de film zien we mensen twijfelen of ze nog even blijven of ergens anders een biertje gaan drinken.”

Gevraagd naar de plannen spuit het nieuwe bestuur een aantal voornemens die een net afgeronde managementcursus doen vermoeden. ,,Het culturele netwerk moet weer gerevitaliseerd worden”, aldus Van Dam. En: ,,De onderlinge communicatie moet worden verbeterd.”

Een concreet plan is het draaien van een filmfavoriet. Daarbij mag een medewerker zelf uitkiezen welke film er wordt vertoond. In ruil moet hij voorafgaand aan de film een inleiding houden voor het publiek. Dat concept bleek zeer succesvol tijdens het afgelopen lustrum. ,,Misschien doen we dat nog eens met Delftse notabelen of hoogleraren”, laat Droge zijn gedachten gaan. Verder zouden er filmcycli georganiseerd kunnen worden in het kader van de Delftse stedenband met Zuid-Afrika of in samenwerking met Joegoslavische vluchtelingen. Van Dam: ,,Maar dat moet voor iedereen interessant zijn. Het moet niet worden zoals de maandelijkse Hindoestaanse films in Delfia, die niet ondertiteld zijn en alleen maar door Hindoestanen worden bezocht.”

Hoe professioneel het bestuur de zaken in de toekomst ook wil aanpakken, één van de charmes van het filmhuis blijft het dilettantisme. Dat moet gekoesterd worden. Van Dam: ,,Lumen heeft één van de allermooiste zalen van Nederland. Als je hier naar de film gaat is dat heel anders dan in een grote bioscoop. Het gaat hier in eerste instantie om het kijken naar de film. Niet om hoeveel mensen je in een zaal kunt proppen en hoeveel ze consumeren in de pauze.”