Onderwijs

Loopbaanadviseur voor promovendi

Het Career Centre heeft sinds deze week een parttime loopbaanadviseur voor promovendi. De universiteit stelt voor deze groep binnenkort ook een psycholoog aan.

Is de wetenschap de juiste keuze voor mij? Blijf ik in Nederland of ga ik naar het buitenland? Hoe kom ik aan het werk in het bedrijfsleven? Promovendi weten nu vaak niet waar ze met dergelijke vragen naar toe kunnen, terwijl internationale promovendi juist verwachten dat de universiteit ze deze service biedt.

In die behoefte wordt nu voorzien via spreekuren van een loopbaanadviseur en een psycholoog bij student and career support. Met de oprichting van de graduate school wil de TU ervoor zorgen dat promovendi minder vaak uitvallen en binnen vier jaar promoveren. De loopbaanadviseur en psycholoog worden aangesteld om daarbij te helpen. 

Promovendi hebben soms twijfels over hun werk als onderzoeker. “Ook hebben ze soms motivatie- of concentratieproblemen en willen ze met iemand sparren”, zegt Monique Draijer, loopbaanadviseur voor promovendi. 

Als studentendecaan bij student and career support zag Draijer al wekelijks promovendi met dergelijke vragen. “Wij konden ze wel helpen, maar zijn er als studentendecanen voor studenten.”

Hetzelfde geldt voor de studentenpsychologen. “Die richten zich op problemen van adolescenten”, zegt manager Career Centre Caroline Scheepmaker. “Maar promovendi zitten net in de periode daarna: ze gaan samenwonen en vragen zich bijvoorbeeld af hoe je de ambities van beide partners combineert.”

Promovendi kunnen te maken krijgen met bijvoorbeeld stress, faalangst, depressies en onderlinge competitie. Ook eenzaamheid komt voor. “Soms laten internationale promovendi een gezin achter”, zegt Draijer. “Dat is heel zwaar.” 

Bij de nog te werven psycholoog kunnen promovendi terecht voor onder meer specifieke trainingen. Net als bij de loopbaanadviseur. Samen met promovendivereniging Promood kijkt Draijer waar behoefte aan is. Te denken valt aan sollicitatie- en netwerk-trainingen of het verbreden van vaardigheden voor iemand die naar het bedrijfsleven wil overstappen.

Bedrijven zien promovendi volgens Scheepmaker als mensen die maximaal twee jaar werkervaring hebben. “Wij kunnen hun waarde beter vertalen en kunnen helpen bij onderhandelen. Met cursussen kun je dat expliciet maken.” 

Spreekuur loopbaanadviseur: dinsdag en donderdag 11.30 – 12.30 uur, Jaffalaan 9a.

www.careercentre.tudelft.nl

Toch maar weer over geld. Op een informatiebijeenkomst bij TBM over de ‘herijking’ en ‘flexibilisering’ werd gemeld dat het BTA-systeem (Begeleiding Toepassing Allocatiemodel) is afgeschaft en dat, totdat er een nieuw verdeelsysteem is, de lumpsum op een andere manier wordt verdeeld. Voor het komende jaar houdt dat in dat de decanen het geld alloceren over de afdelingen en daarbij een bedrag inhouden voor de bezuinigingen. Overigens is BTA-geld geen Monopoly-geld. En als dat toch zo is, gaat de rector waarschijnlijk akkoord met mijn voorstel om het BTA-geld van 2009 voor mijn sectie te vertienvoudigen.
Het staat eenieder natuurlijk vrij om extra tweede en derde geldstroom te realiseren. Altijd handig als je prijs stelt op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Dat wil zeggen, als je gevrijwaard wilt blijven van de nukken en dwalingen van het universiteitsmanagement. Houd dan wel rekening met gepikeerde decanen omdat ze geen invloed op je sectie hebben.
‘Untouchable’ zijn in een universiteit is lovenswaardig, maar soms moet je dan ook ‘invisible’ kunnen zijn.
Het is een interessante situatie. De TU Delft wordt de eerste organisatie ooit die (grotendeels) geen business model heeft. Dat is nieuw. Nu was het business model altijd ondoorzichtig. Zo heb ik meegemaakt dat mijn sectie er eerst zeer slecht voor stond, maar na een informatief gesprek met de afdeling financiën toch weer niet (en andersom). En bij mijn vorige werkgever (KPN) was er vaak verschil van mening over waarmee men het geld werd verdiend. Maar een organisatie bevolkt met werknemers die niet weten wat ze moeten doen om goed te doen, is uniek.
Natuurlijk biedt dit kansen. Geen enkele rechtgeaarde academicus accepteert een opdracht zoals die gegeven is. In dit universitaire wasteland geldt gelukkig niet het recht van de sterkste, maar wel dat van de creatiefste. Het lek zit boven. Dit is het moment voor iedere TU Delftenaar omdat dat te doen wat zijn intrinsieke motivatie hem opdraagt. Weg zijn de monetaire ketenen en de financiële prikkels die ons dwingen om meer artikelen te produceren dan ons lief is en om lang van stof te zijn zodat we altijd een artikel schrijven van meer dan vier pagina’s. Ook kunnen we nu weer met een gerust hart studenten laten zakken voor tentamens zonder de bezwaarde blikken van onderwijsdirecteuren en zonder het akelige dilemma van meer geld versus hogere onderwijskwaliteit. En uiteindelijk draait het toch om (ik heb het eerder geschreven): goede dingen doen. Goed onderzoek en onderwijs zonder aanzien des persoons en zonder geldelijk besef. Dat is uiteindelijk het enige echte business model.
Overigens is er ook een ander interessant business model. De Universiteit van Cambridge heeft bekend gemaakt dat ze de eerste niet-Amerikaanse universiteit is die meer dan £1 miljard heeft afgedwongen bij haar voormalige studenten. Dit business model kan natuurlijk uitgebreid worden naar dode alumni. Bedelen bij de levenden (NWO, etc.) kunnen we wel, ben benieuwd of we dat ook op de eeuwige jachtvelden kunnen. Maar al die hyperintelligente TU Delftenaren moeten dat kunnen. Immers, ‘If you’re so smart, why aren’t you rich?’ Ik bedoel maar.

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.