In Afrika probeerde hij bewoners van huizen er van te overtuigen dat er geen geesten in hun wc’s zaten. Hij gaf les in Korea en werkt nu als technisch-wetenschappelijk attaché in New Delhi. Indus-trieel ontwerper Theo Groothuizen kan met recht een wereldreiziger worden genoemd.
De eerste colleges die Theo Groothuizen gaf als professor industrieel ontwerpen in Korea, waren een grote schok voor hem. Studenten vielen in slaap of belden naar huis of met vrienden. Niet omdat zijn colleges zo saai waren. “Koreaanse studenten werken dag en nacht. Ze moeten altijd beter zijn dan de ander, en dat is killing. Ze moeten goed zijn in talen en diverse muziekinstrumenten op behoorlijk niveau bespelen. Als ze drie jaar zijn, krijgen ze al een keyboard voor hun neus”, zegt Groothuizen. “Alles in die samenleving is gebaseerd op leren, stampen en trainen. Kinderen spelen eigenlijk weinig of nooit, en op die manier wordt de ontwikkeling van hun creativiteit niet echt gestimuleerd. Terwijl creativiteit en een persoonlijke motivatie juist zo belangrijk zijn voor het ontwerpersberoep.”
Ondanks de eerste schok, was Groothuizen erg gemotiveerd om college te geven in Korea. Na jarenlang veel verschillende opdrachten te hebben uitgevoerd in binnen- en buitenland, met zijn eigen bureau Landmark Design, vond Groothuizen het tijd om zijn ervaringen in de ontwerpwereld met anderen te delen. Als bestuurslid van de beroepsorganisatie BNO, de wereldorganisatie ICSID en zijn eigen bureau, deed hij veel projecten in ontwikkelingslanden als Afrika, Mexico en Cuba. “Om daar te slagen heb je een heel andere aanpak nodig dan in Nederland. Je eigen mening moet je uitschakelen. In Afrika wilden we bijvoorbeeld achterhalen welke sanitaire problemen mensen hadden. Daar wilden we dan door middel van nieuwe ontwerpen op inspringen. Want de cultuur rondom toiletgebruik is in Afrika anders dan in Europa.” Bijgeloof speelt daar een grote rol bij, ontdekte Groothuizen. “In sommige Afrikaanse gebieden hebben mensen moeite met westerse toiletten. De opening vonden ze te groot. Boze geesten zouden de kinderen wel eens door de afvoeropening de aarde in kunnen trekken. Het duurde wel even voordat we daar achter kwamen. Voor mannelijke ontwerpers is het soms lastig om zaken te bespreken die vooral vrouwen aangaan. Het is dan belangrijk om vrouwelijke ontwerpers en onderzoekers in te zetten.”
Veel ontwikkelingslanden hebben last van neglected diseases, zegt Groothuizen. “Ik ben er altijd verbaasd over geweest dat ontwikkelde landen sommige problemen van ontwikkelingslanden niet kunnen oplossen met al onze verworven technologische kennis. Maar wij hebben de problemen van die landen dan ook niet, en we hebben er geen economisch belang bij om oplossingen te bedenken. Het is als ontwerper belangrijk om je te verdiepen in de lokale markt en cultuur als je daar dingen voor wilt ontwikkelen.”
De Nano, de auto van Tata die maar 1800 euro kost, vindt hij hier een perfect voorbeeld van. “Als de westerse manier van denken was gevolgd was die auto er nooit gekomen, want hij past niet in het marktdenken van de geavanceerde economieën. Maar India heeft wel een grote behoefte aan zo’n goedkope auto. Onze autoprijzen kunnen mensen daar simpelweg niet betalen.”
De reden waarom Groothuizen naar het buitenland is vertrokken is eenvoudig. “Ik had Nederland wel even gezien. Ik was het hard achter opdrachten aanrennen een beetje zat. De decaan van het Korean Advanced Institute for Science and Technology, die ik goed ken van bestuursreizen, vroeg mij of ik prof wilde worden in Korea. Ik wilde mijn kennis en ervaring graag overdragen. En als ik zo’n kans krijg om naar het buitenland te gaan, grijp ik die, want het levert zo veel geestelijke rijkdom op. Voor mij waren reizen naar het buitenland altijd een eyeopener. Je leert je inleven in andere culturen en je beseft beter voor wie je ontwerpt. De cultuur in Japan is nu eenmaal anders dan in Korea of Oost-Europa. Daar hoor je als ontwerper altijd rekening mee te houden.”
Toch verraste Korea Groothuizen. “Korea is doordrongen van het confucianisme. Het is de bedoeling dat de leerling de meester precies nadoet. Imiteren en kopiëren zijn geen schande, maar een eerbetoon.”
Toch wist Groothuizen verschillende gewoontes en patronen in het land te doorbreken. Hij stuurde zijn studenten de straat op om straatinterviews af te nemen. Ze moesten aan bewoners vragen welke problemen ze hadden met het gebruik en de beleving van hun stad, om er zo achter te komen hoe hun stad beter ingericht zou kunnen worden. “De schrik stond in hun ogen toen ik dat voorstelde. Want bij die interviews wisten ze niet welke status mensen hadden, en daarvan raakten ze in de war. De communicatie van jongeren of lager geplaatste personen met ouderen of mensen met een hogere status is aan strenge regels gebonden. Vragen stellen over producten, gebruiken en gewoonten is lastig in een confuciaanse cultuur. Maar vragen stellen is essentieel voor een ontwerper. Ik wilde mijn studenten daarom leren dat het niet alleen belangrijk, maar ook leuk is om dat soort dingen te onderzoeken.”
Bruiloften
De ingenieur deed ook buiten de universiteit ‘on-Koreaanse’ dingen om de statusverschillen te verkleinen. “We hebben bijvoorbeeld Koreaanse studenten bij ons thuis uitgenodigd voor het eten, en ze zaten allemaal te glunderen. Nu nog worden mijn vrouw en ik voor bruiloften in Korea uitgenodigd.”
Na zijn bijna twee jaar in Korea, werd Groothuizen gepolst voor een functie van technisch wetenschappelijk attaché bij de Nederlandse Ambassade in India. Een Technisch Wetenschappelijke Raad speurt naar trends en probeert bruggen te slaan met Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen. “Ik onderzoek nu of we technische kennis uit Nederland kunnen inzetten voor problemen in India. Neem bijvoorbeeld het ontwerp van de nieuwe Nederlandse postfiets. Indiase landbouwers zouden zulke fietsen heel goed in kunnen zetten voor het vervoer van groente en fruit, als we er een kleine koelinstallatie in plaatsen. Dan zouden ze een door mensen aangedreven, eenvoudig transportmiddel kunnen zijn. Het kan er dan toe bijdragen dat groente en fruit niet langer half verrot in de winkel aankomt. De helft gaat namelijk verloren na de oogst.” Groothuizen probeert te bemiddelen bij het vinden van de juiste samenwerking tussen verschillende partijen.
Zijn eerste echte buitenlandervaring deed Groothuizen pas op na zijn studie industrieel ontwerpen. Tijdens zijn werk bij de PTT, werd hij op reis gestuurd naar Azië om de herkomst van goedkope telefoons te achterhalen.
Ondanks dat zijn studie hem geen buitenlandervaring opleverde, is Groothuizen zeer te spreken over IO. “Ik studeerde eerst bouwkunde, maar daar vond ik het een zooitje worden. Veel professoren werden ontslagen. Ik ben toen overgestapt naar IO en daar ging het er heel professioneel aan toe, met veel aandacht voor de technologie, de gebruikers en het maakproces.” Een tijd naar het buitenland raadt hij iedere student aan. “En kies dan niet meteen voor Amerika, maar voor een land dat zo ver mogelijk bij je vandaan staat, want daarvan leer je het meest.”
Zelf leert hij nog dagelijks. “Ik zit nu anderhalf jaar in India. Het is zo’n compleet andere cultuur, dat ik er iedere dag minder van begrijp. Lastig te doorgronden, maar dat geeft niet. Al word ik 59, ik ben voorlopig nog niet uitgeleerd.”
Naam: Theo Groothuizen
Leeftijd: 58 Jaar
Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd, twee kinderen
Woonplaats: New Delhi
Studie: Industrieel ontwerpen
Afstudeerrichting: Ergonomie en ontwerpen
Loopbaan: Theo Groothuizen studeerde in 1978 af bij industrieel ontwerpen. Na zijn afstuderen werkte hij zes jaar bij de PTT. Daarna werd hij zelfstandig ontwerper. Met vier andere ontwerpers richtte hij Landmark Design op. Vanaf 1994 was hij de enige eigenaar en directeur. Groothuizen was jarenlang bestuurslid van BNO en vertegenwoordiger bij ICSID. Hij was lid van de Research Advisory Board van de faculteit Industrieel Ontwerpen in Delft. In 2005 en 2006 werkte hij als professor op The Korea Advanced Institute of Science and Technology. In 2006 is hij benoemd tot technisch wetenschappelijk attaché aan de Nederlandse Ambassade in New Delhi, India.
Comments are closed.