In de Voorjaarsnota staan onvoorziene bezuinigingen. Het mbo en hoger onderwijs moeten inleveren, omdat studenten in de coronacrisis langer recht hebben op studiefinanciering.
De miljarden aan steunmaatregelen vliegen de laatste maanden in het rond, maar op de onderwijsbegroting is klaarblijkelijk toch een gat ontstaan. Van de 8,5 miljard euro aan steunmaatregelen voor het onderwijs is een deel nog niet gedekt.
Studenten krijgen enkele maanden langer studiefinanciering, is een van de steunmaatregelen. Ze mogen ook langer gebruikmaken van hun ov-studentenkaart. Maar daar wil het kabinet dus geen extra geld aan spenderen.
De Kamer kan er iets aan doen
Het mbo en hoger onderwijs moeten ervoor opdraaien, blijkt uit de Voorjaarsnota die het kabinet vrijdag openbaar heeft gemaakt. Het bedrag loopt op van 40 miljoen in 2024 tot 149 miljoen euro in het jaar 2027.
Hoger
Eigenlijk is het bedrag nog hoger, want OCW zet ook 91 miljoen euro van de ‘eindejaarsmarge’ in als ‘intertemporele dekking’ voor deze maatregelen. Het gaat om geld waarmee het ministerie kan schuiven tussen de diverse jaren. Dat geld kan voorlopig niet aan andere doelen besteed worden.
Dus in totaal weegt deze steun aan studenten momenteel voor 220 miljoen euro op de OCW-begroting, tenzij de Tweede Kamer er iets aan doet. Ook een komende coalitie kan andere afspraken maken.
Meevaller
Een meevaller is er ook. De distributie van zelftests en de bijbehorende communicatie in mbo en hoger onderwijs valt vermoedelijk 63,5 miljoen euro goedkoper uit, zodat de kosten op 71,5 miljoen euro blijven steken.
Althans, dat is de inschatting “op basis van de meest actuele gegevens”. De rest van het geld blijft wel beschikbaar voor de zelftests, mocht het toch nodig zijn. Waarom het zoveel goedkoper is, staat er niet bij.
HOP, Bas Belleman
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.