Van de studenten die afstudeerden in het studiejaar 1992-’93 zat na een half jaar ongeveer een kwart nog zonder werk. Dat is de belangrijkste uitkomst van een TU-enquête naar de positie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt.
br />
De uitkomst bevestigt het beeld van de laatste tijd dat het ,,niet langer vanzelfsprekend is dat afgestudeerde ingenieurs direct een baan hebben”, aldus drs. I. Emmerik van het Studentenadviesbureau, dat de enquête uitvoerde in opdracht van het college van bestuur. Aanleiding daartoe waren de ‘signalen’ over de verslechtering van de arbeidsmarkt voor ingenieurs.
Hoewel wel degelijk sprake is van een verslechtering, biedt het onderzoek onder bijna negenhonderd afgestudeerden (de respons was 58 procent op een populatie van 1527 afgestudeerden) ook nog wel gunstige uitkomsten. Van het percentage dat wel werk vindt binnen een half jaar blijkt dat maar liefst 65 procent onmiddellijk na het afstuderen aan de slag gaat. Een kwart doet er slechts drie maanden over, een normale periode die bovendien vaak benut wordt om uit te blazen.
Opmerkelijk is dat snel afstuderen op de banenmarkt geen pre blijkt (52 studenten waren in vier jaar klaar). Alleen bij Elektrotechniek bestaat er een verband, maar bij Werktuigbouw en Lucht- en Ruimtevaart vinden de snellere afstudeerders minder snel een baan. Kennelijk is er geen behoefte aan briljantici die ‘nog niet droog achter de oren’ zijn.
Verder blijkt dat de toegang tot de baan eerder succesvol via ‘netwerken’, stage of afstuderen en open sollicitaties, dan via de sollicitatiebrief op een vacature, die in volgorde van succes op de vierde plaats komt. Vijfde is uitzendwerk en detachering. Eén student had succes bij het arbeidsbureau.
Van de ondervraagden toont maar een derde zich achteraf tevreden over de opleiding; 26 procent heeft meer behoefte aan praktijkvoorbeelden en stages, en 22 procent ontbrak het aan bedrijfskunde en managementvaardigheden. Het is de bedoeling dat de enquête elk jaar op hetzelfde tijstip herhaald wordt. (H.O.)
Van de studenten die afstudeerden in het studiejaar 1992-’93 zat na een half jaar ongeveer een kwart nog zonder werk. Dat is de belangrijkste uitkomst van een TU-enquête naar de positie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt.
De uitkomst bevestigt het beeld van de laatste tijd dat het ,,niet langer vanzelfsprekend is dat afgestudeerde ingenieurs direct een baan hebben”, aldus drs. I. Emmerik van het Studentenadviesbureau, dat de enquête uitvoerde in opdracht van het college van bestuur. Aanleiding daartoe waren de ‘signalen’ over de verslechtering van de arbeidsmarkt voor ingenieurs.
Hoewel wel degelijk sprake is van een verslechtering, biedt het onderzoek onder bijna negenhonderd afgestudeerden (de respons was 58 procent op een populatie van 1527 afgestudeerden) ook nog wel gunstige uitkomsten. Van het percentage dat wel werk vindt binnen een half jaar blijkt dat maar liefst 65 procent onmiddellijk na het afstuderen aan de slag gaat. Een kwart doet er slechts drie maanden over, een normale periode die bovendien vaak benut wordt om uit te blazen.
Opmerkelijk is dat snel afstuderen op de banenmarkt geen pre blijkt (52 studenten waren in vier jaar klaar). Alleen bij Elektrotechniek bestaat er een verband, maar bij Werktuigbouw en Lucht- en Ruimtevaart vinden de snellere afstudeerders minder snel een baan. Kennelijk is er geen behoefte aan briljantici die ‘nog niet droog achter de oren’ zijn.
Verder blijkt dat de toegang tot de baan eerder succesvol via ‘netwerken’, stage of afstuderen en open sollicitaties, dan via de sollicitatiebrief op een vacature, die in volgorde van succes op de vierde plaats komt. Vijfde is uitzendwerk en detachering. Eén student had succes bij het arbeidsbureau.
Van de ondervraagden toont maar een derde zich achteraf tevreden over de opleiding; 26 procent heeft meer behoefte aan praktijkvoorbeelden en stages, en 22 procent ontbrak het aan bedrijfskunde en managementvaardigheden. Het is de bedoeling dat de enquête elk jaar op hetzelfde tijstip herhaald wordt. (H.O.)
Comments are closed.