De afwezigheid in de zomer van de vele leden van onze universiteit die hen normaliter lastigvallen met operationele probleempjes, biedt de bestuurders de mogelijkheid om echt te besturen.
Eindelijk hebben zij de tijd om de blik vooruit te werpen. De vakantietijd biedt de ruimte voor deze lastige overwegingen en voedt de moed en de energie om aan onze toekomst te werken in plaats van vast te houden aan gevestigde belangen en opinies.
Een belangrijk beleidsgebied is het onderwijs. De minister heeft besloten dat alle onaangename ontwikkelingen van de laatste jaren, waarvan vooral de studenten de dupe zijn geworden, gecompenseerd moeten worden door maatregelen die de kwaliteit van het studeren bevorderen. Dit is een prachtig initiatief. Voor de verandering is dit van mij geen cynische opmerking.
Ik heb mij altijd verbaasd dat de werkwijze van onze universiteiten geheel gericht is op de docenten en niet op de studenten. Wat de minister nu lijkt te verlangen is een heroriëntatie op de student. Jammer genoeg is de studentenpopulatie niet homogeen. Wij zullen verschillende soorten studenten moeten leren herkennen om een goed en genuanceerd beleid te ontwikkelen. Wij hebben, net als bedrijven de mogelijkheid ons te richten op geselecteerde groepen studenten. Daardoor kan de efficiency van onze organisatie toenemen en stijgt op termijn de tevredenheid van onze klanten: de studenten en hun latere werkgevers. Dit vergt echter een ommezwaai in het denken van zowel onze bestuurders en docenten als van onze studenten.
Enerzijds moet de staf afstappen van zijn idee dat de studenten dankbaar moeten zijn dat zij hier mogen studeren. Studenten én staf moeten ervoor zorgen dat de studenten met zo veel mogelijk plezier zo goed mogelijk toegerust worden hun professionele en burgerlijke toekomst in te vullen.
Anderzijds moeten studenten hun gemakzuchtige attitude beteugelen en er niet langer op uit zijn om met een minimum aan inspanning hun diploma te halen. Zij zouden er beter aan doen zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare middelen, ter voorbereiding van diezelfde toekomst.
Beide veranderingen zijn niet gemakkelijk tot stand te brengen. De komkommertijd zou dus een mooie gelegenheid zijn geweest voor het bestuur om ongestoord aandacht te schenken aan dit, mijns inziens, belangrijkste beleidsprobleem. Jammer, maar het bestuur werd wreed gestoord door majeure huisvestingsproblemen die niet waren te voorzien.
Wat blijkt? In het gebouw van Lucht- en Ruimtevaarttechniek waart het asbestspook. Wie had dat ooit kunnen vermoeden? Het gebouw is natuurlijk in opdracht van de universiteit gebouwd, maar dat betekent toch niet dat het Facilitair Bedrijf precies weet hoe en waarmee? Samen met het genezen van het eveneens onverwachte, maaracute sick building syndrome van Elektrotechniek, veroorzaakt het een gevoelige financiële tegenvaller voor onze huisvestingsplannen.
Daar bovenop komt nog de onverwachte domper van de onvoorspelbaar hoge kosten voor de nieuwbouw van de universiteitsbibliotheek. Alle experts van het Bureau, en bouwkundigen in de universiteitsraad, zwoeren bij hoog en bij laag dat de begroting van 55 miljoen goed haalbaar was. Jammer dat er geen aannemer te vinden was die het daarvoor wilde doen. Misschien kunnen wij het, met de vele topexperts die wij in huis hebben, in eigen beheer uitvoeren.
Ondertussen is, vooruitlopend op het gebouw dat de vooruitstrevende identiteit van onze universiteit moest versterken, het parkeerterrein achter de Aula voortvarend veranderd in een woestenij, en sieren geparkeerde auto’s nu de ingang van de Aula. Wachten met deze drastische ingreep zou een ontoelaatbare vertraging hebben betekend. De TU Delft werkt aan de toekomst!
De prachtige prunusbomen die het terrein sierden zullen niet meer bloeien, hun stammen worden als haardhout gesleten.
Goede timing. De herfst nadert, de komkommertijd loopt ten einde en dus er staat weer nieuws in de krant. De tijd is voorbij voor een geruststellend:,,Kom kom, het valt wel mee.” Dames en heren: aan de slag!
De afwezigheid in de zomer van de vele leden van onze universiteit die hen normaliter lastigvallen met operationele probleempjes, biedt de bestuurders de mogelijkheid om echt te besturen. Eindelijk hebben zij de tijd om de blik vooruit te werpen. De vakantietijd biedt de ruimte voor deze lastige overwegingen en voedt de moed en de energie om aan onze toekomst te werken in plaats van vast te houden aan gevestigde belangen en opinies.
Een belangrijk beleidsgebied is het onderwijs. De minister heeft besloten dat alle onaangename ontwikkelingen van de laatste jaren, waarvan vooral de studenten de dupe zijn geworden, gecompenseerd moeten worden door maatregelen die de kwaliteit van het studeren bevorderen. Dit is een prachtig initiatief. Voor de verandering is dit van mij geen cynische opmerking.
Ik heb mij altijd verbaasd dat de werkwijze van onze universiteiten geheel gericht is op de docenten en niet op de studenten. Wat de minister nu lijkt te verlangen is een heroriëntatie op de student. Jammer genoeg is de studentenpopulatie niet homogeen. Wij zullen verschillende soorten studenten moeten leren herkennen om een goed en genuanceerd beleid te ontwikkelen. Wij hebben, net als bedrijven de mogelijkheid ons te richten op geselecteerde groepen studenten. Daardoor kan de efficiency van onze organisatie toenemen en stijgt op termijn de tevredenheid van onze klanten: de studenten en hun latere werkgevers. Dit vergt echter een ommezwaai in het denken van zowel onze bestuurders en docenten als van onze studenten.
Enerzijds moet de staf afstappen van zijn idee dat de studenten dankbaar moeten zijn dat zij hier mogen studeren. Studenten én staf moeten ervoor zorgen dat de studenten met zo veel mogelijk plezier zo goed mogelijk toegerust worden hun professionele en burgerlijke toekomst in te vullen.
Anderzijds moeten studenten hun gemakzuchtige attitude beteugelen en er niet langer op uit zijn om met een minimum aan inspanning hun diploma te halen. Zij zouden er beter aan doen zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare middelen, ter voorbereiding van diezelfde toekomst.
Beide veranderingen zijn niet gemakkelijk tot stand te brengen. De komkommertijd zou dus een mooie gelegenheid zijn geweest voor het bestuur om ongestoord aandacht te schenken aan dit, mijns inziens, belangrijkste beleidsprobleem. Jammer, maar het bestuur werd wreed gestoord door majeure huisvestingsproblemen die niet waren te voorzien.
Wat blijkt? In het gebouw van Lucht- en Ruimtevaarttechniek waart het asbestspook. Wie had dat ooit kunnen vermoeden? Het gebouw is natuurlijk in opdracht van de universiteit gebouwd, maar dat betekent toch niet dat het Facilitair Bedrijf precies weet hoe en waarmee? Samen met het genezen van het eveneens onverwachte, maaracute sick building syndrome van Elektrotechniek, veroorzaakt het een gevoelige financiële tegenvaller voor onze huisvestingsplannen.
Daar bovenop komt nog de onverwachte domper van de onvoorspelbaar hoge kosten voor de nieuwbouw van de universiteitsbibliotheek. Alle experts van het Bureau, en bouwkundigen in de universiteitsraad, zwoeren bij hoog en bij laag dat de begroting van 55 miljoen goed haalbaar was. Jammer dat er geen aannemer te vinden was die het daarvoor wilde doen. Misschien kunnen wij het, met de vele topexperts die wij in huis hebben, in eigen beheer uitvoeren.
Ondertussen is, vooruitlopend op het gebouw dat de vooruitstrevende identiteit van onze universiteit moest versterken, het parkeerterrein achter de Aula voortvarend veranderd in een woestenij, en sieren geparkeerde auto’s nu de ingang van de Aula. Wachten met deze drastische ingreep zou een ontoelaatbare vertraging hebben betekend. De TU Delft werkt aan de toekomst!
De prachtige prunusbomen die het terrein sierden zullen niet meer bloeien, hun stammen worden als haardhout gesleten.
Goede timing. De herfst nadert, de komkommertijd loopt ten einde en dus er staat weer nieuws in de krant. De tijd is voorbij voor een geruststellend:,,Kom kom, het valt wel mee.” Dames en heren: aan de slag!
Comments are closed.