Campus

Kunstige kijk op sloop

De werkzaamheden aan de spoorzone veranderen het zicht op Delft ingrijpend. Paul Riem, coördinator technische voorzieningen in de Aula, legde het gebied afgelopen zomer op een bijzondere manier vast. Het resultaat is van 6 november tot 5 december te zien bij DOK.

Bacinol, dansschool Wesseling, oude herenhuizen langs de Van Leeuwenhoeksingel, de Houttuinen, de Spoorsingel. Het ging Paul  Riem – die al dertig jaar in Delft woont – aan het hart dat er zo veel panden rond het spoor gingen verdwijnen. “Ik wilde het vastleggen. Op mijn manier, met een knipoog naar het boek ‘Cameraworks’ van kunstenaar David Hockney.”
Riem pakte zijn fotocamera, zette er een telelens op en schoot maandenlang plaatjes. Heel veel plaatjes. Zoals sommigen een mooi panorama willen vastleggen door afzonderlijke foto’s aan elkaar te plakken, zo maakte Riem wel vier- à vijfhonderd foto’s van één onderwerp.

Door die thuis in vier tot vijf uur aan elkaar te boetseren, componeerde hij foto’s die met een groothoeklens leken te zijn gemaakt. “Ik gebruik geen groothoeklens: de opbouw van het beeld maakt het juist boeiend”, zegt Riem. “Hockney heeft dat ook gedaan, maar dan handmatig. Ik doe het met speciale software.”
Riem gebruikt geen Photoshop, maar laat overlaps tussen zijn afzonderlijke foto’s bewust in stand. Daardoor is duidelijk te zien dat het totaalbeeld uit puzzelstukjes is opgebouwd. “Het geeft veel informatie. De kijkbeleving is heel intensief”, zegt Riem.

Ooit volgde Riem een opleiding bij de Fotovakschool, waarna hij een tijdje als freelancer bruidsfoto’s en productfoto’s maakte. Tegenwoordig is hij audiovisueel technicus bij de TU en zorgt hij er voor dat onder meer microfoons, Powerpointpresentaties en het licht in de aula technisch in orde zijn. “Ik kijk voor de aula onder meer naar het uitlichten van situaties.” Wat dat betreft ziet hij wel raakvlakken met de foto’s die hij nu in zijn vrije tijd tot één geheel maakt.

Soms lukt het aaneensmeden van foto’s niet. “Het gaat goed als je referenties op je foto’s hebt. Als je bijvoorbeeld een blauwe lucht hebt, houdt het op. Soms lukt het niet, omdat je foto’s bent vergeten. In dat geval ga ik terug en maak ik alsnog die foto’s. Soms laat ik het zitten.” Gemiddeld stond Riem per onderwerp een half uurtje te fotograferen. Soms was hij er veel meer tijd aan kwijt. “Je wilt geen mensen op de foto’s. Geen fietsers of beweging. Soms stond ik een uur te wachten.”

Sommige onderwerpen fotografeerde Riem meerdere malen. De Irenetunnel met al zijn legale graffiti bijvoorbeeld. “Ik heb die tunnel vier of vijf keer gefotografeerd met een paar dagen ertussen. Iedere keer zat er andere graffiti op. Er zitten echt prachtige dingen tussen. Geraffineerde schilderijen bijna.”
Natuurlijk kreeg Riem ook wel eens commentaar als hij plaatjes stond te schieten. Het ziet er immers wat vreemd uit als iemand een half uur lang ogenschijnlijk dezelfde foto’s maakt. “Soms werden mensen boos en hadden ze iets van: ‘sodemieter op’. Ik stond op de binnenplaats van reptielenhuis Serpo. De mensen die daar werkten, wilden niet uit dat pand weg en reageerden hun boosheid op mij af. Ze dachten dat ik bij de club hoorde die ze als hun tegenstander zagen.”

Bewoners hadden soms ook zo hun wensen als ze Riem in actie zagen. “Op de Van Leeuwenhoeksingel kwam er een TU-student op me af. Hij moest de sleutel van zijn woning inleveren en vroeg of ik foto’s vanaf zijn dak wilde maken. Hij vond het verschrikkelijk dat hij weg moest.”
De kaalslag rond het station riep bij sommigen associaties met andere tijden op. “Mensen die de oorlog hebben meegemaakt en dat slagveld met die open plekken zien, associëren het met de oorlog. Een vrouw vertelde me dat het station destijds werd aangevallen door de Engelsen.”
De expositie, die vanaf vrijdag 6 november een maand is te zien bij DOK, omvat zo’n vijftig foto’s van de spoorzone. Sommige zijn zestig centimeter breed, andere dertig centimeter. Het is niet de eerste expositie van Riem. Eerder exposeerde hij in de oude bibliotheek van Delft met foto’s van New York.

,,,

De TU ontving in totaal 466 inzendingen voor de prijsvraag. Opdracht was om na te denken over een concept voor het nieuwe bouwkundegebouw en de plek die het zou moeten innemen in het nieuwe Mekelpark. Inmiddels heeft de jury, onder leiding van rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol, acht genomineerden uitgekozen.

Volgens de jury waren de inzendingen van hoge kwaliteit. Men beoordeelde de voorstellen aan de hand van drie criteria: de conceptuele kracht, de architectonische kwaliteit en economische en ecologische haalbaarheid van het ontwerp

De meeste inzenders hielden vast aan de oude locatie, terwijl anderen op zoek gingen naar een nieuwe plek op de campus. Weer anderen stelden hergebruik van al bestaande locaties voor. Onder de inzendingen waren voorstellen voor flexibele onderwijsgebouwen (die aangepast kunnen worden aan veranderingen in het onderwijs) en was veel aandacht voor het milieu, bijvoorbeeld in de vorm van een goede energiehuishouding.

Op 14 maart worden de voorstellen van de acht genomineerden bekendgemaakt. Een dag later opent de tentoonstelling ‘Building for Bouwkunde’ in het Nederlands Architectonisch instituut waar de genomineerde voorstellen – samen met een aantal eervolle vermeldingen – tot 7 juni 2009 te bekijken zijn.

Lees hier wie de acht genomineerden zijn.

Bacinol, dansschool Wesseling, oude herenhuizen langs de Van Leeuwenhoeksingel, de Houttuinen, de Spoorsingel. Het ging Paul  Riem – die al dertig jaar in Delft woont – aan het hart dat er zo veel panden rond het spoor gingen verdwijnen. “Ik wilde het vastleggen. Op mijn manier, met een knipoog naar het boek ‘Cameraworks’ van kunstenaar David Hockney.”
Riem pakte zijn fotocamera, zette er een telelens op en schoot maandenlang plaatjes. Heel veel plaatjes. Zoals sommigen een mooi panorama willen vastleggen door afzonderlijke foto’s aan elkaar te plakken, zo maakte Riem wel vier- à vijfhonderd foto’s van één onderwerp.

Door die thuis in vier tot vijf uur aan elkaar te boetseren, componeerde hij foto’s die met een groothoeklens leken te zijn gemaakt. “Ik gebruik geen groothoeklens: de opbouw van het beeld maakt het juist boeiend”, zegt Riem. “Hockney heeft dat ook gedaan, maar dan handmatig. Ik doe het met speciale software.”
Riem gebruikt geen Photoshop, maar laat overlaps tussen zijn afzonderlijke foto’s bewust in stand. Daardoor is duidelijk te zien dat het totaalbeeld uit puzzelstukjes is opgebouwd. “Het geeft veel informatie. De kijkbeleving is heel intensief”, zegt Riem.

Ooit volgde Riem een opleiding bij de Fotovakschool, waarna hij een tijdje als freelancer bruidsfoto’s en productfoto’s maakte. Tegenwoordig is hij audiovisueel technicus bij de TU en zorgt hij er voor dat onder meer microfoons, Powerpointpresentaties en het licht in de aula technisch in orde zijn. “Ik kijk voor de aula onder meer naar het uitlichten van situaties.” Wat dat betreft ziet hij wel raakvlakken met de foto’s die hij nu in zijn vrije tijd tot één geheel maakt.

Soms lukt het aaneensmeden van foto’s niet. “Het gaat goed als je referenties op je foto’s hebt. Als je bijvoorbeeld een blauwe lucht hebt, houdt het op. Soms lukt het niet, omdat je foto’s bent vergeten. In dat geval ga ik terug en maak ik alsnog die foto’s. Soms laat ik het zitten.” Gemiddeld stond Riem per onderwerp een half uurtje te fotograferen. Soms was hij er veel meer tijd aan kwijt. “Je wilt geen mensen op de foto’s. Geen fietsers of beweging. Soms stond ik een uur te wachten.”

Sommige onderwerpen fotografeerde Riem meerdere malen. De Irenetunnel met al zijn legale graffiti bijvoorbeeld. “Ik heb die tunnel vier of vijf keer gefotografeerd met een paar dagen ertussen. Iedere keer zat er andere graffiti op. Er zitten echt prachtige dingen tussen. Geraffineerde schilderijen bijna.”
Natuurlijk kreeg Riem ook wel eens commentaar als hij plaatjes stond te schieten. Het ziet er immers wat vreemd uit als iemand een half uur lang ogenschijnlijk dezelfde foto’s maakt. “Soms werden mensen boos en hadden ze iets van: ‘sodemieter op’. Ik stond op de binnenplaats van reptielenhuis Serpo. De mensen die daar werkten, wilden niet uit dat pand weg en reageerden hun boosheid op mij af. Ze dachten dat ik bij de club hoorde die ze als hun tegenstander zagen.”

Bewoners hadden soms ook zo hun wensen als ze Riem in actie zagen. “Op de Van Leeuwenhoeksingel kwam er een TU-student op me af. Hij moest de sleutel van zijn woning inleveren en vroeg of ik foto’s vanaf zijn dak wilde maken. Hij vond het verschrikkelijk dat hij weg moest.”
De kaalslag rond het station riep bij sommigen associaties met andere tijden op. “Mensen die de oorlog hebben meegemaakt en dat slagveld met die open plekken zien, associëren het met de oorlog. Een vrouw vertelde me dat het station destijds werd aangevallen door de Engelsen.”
De expositie, die vanaf vrijdag 6 november een maand is te zien bij DOK, omvat zo’n vijftig foto’s van de spoorzone. Sommige zijn zestig centimeter breed, andere dertig centimeter. Het is niet de eerste expositie van Riem. Eerder exposeerde hij in de oude bibliotheek van Delft met foto’s van New York.