Minister Dekker van Vrom wil kraken van woningen verbieden. Kraken zou een ernstige aantasting van het eigendomsrecht zijn. Hein de Haan, architect, universitair hoofddocent bij bouwkunde en ex-kraker, vindt een kraakverbod veel te ver gaan.
“Kraken maakt vastgoedeigenaren zenuwachtig, zodat ze hun panden niet lang leeg laten staan.”
Al vóór de eerste vraag steekt Hein de Haan van wal: “Grappig, zaterdag was ik in een radioprogramma in discussie met VVD-kamerlid Jelleke Veenendaal. Zij is een van de indieners van de motie om het kraken te verbieden. Met Rita Verdonk ruzie maken lukt wel, maar Veenendaal is best een vriendelijk mens. Moeilijk om boos op te worden.”
Maar u was wel boos?
“Een beetje wel. Zegt ze dat het toch niet ka’n dat sociale woningen, ook wel woningwetwoningen, worden gekraakt. Ja, daar ben ik het natuurlijk mee eens. Het is een code onder krakers om van woningwetwoningen af te blijven en positief contact te zoeken met de buurt. Maar deze code wordt de laatste jaren regelmatig overtreden. Er komen steeds meer krakers uit Zuid-Europa. In de Amsterdamse wijk de Pijp kraken ze dan een complete straat en maken ruzie met de hele buurt. Tja, krakers zijn net mensen, er zijn goede en slechte van. Het is moeilijk om alle krakers te verdedigen, maar een kraakverbod gaat me veel te ver.”
Waarom wilt u geen kraakverbod?
“Eigendom is heilig in Nederland en de gevestigde belangen moeten goed beschermd worden. Dat is waar, maar er moet ook ‘stedelijke dynamiek’ zijn. Als je in een stad geen betaalbare vierkante meters meer hebt, wordt het heel lastig voor kunstenaars, starters en allerlei kleine knoeiers om van de grond te komen. En dat is nu juist heel erg belangrijk voor de langere termijn, ook voor de stedelijke economie. Betaalbare vierkante meters realiseren kan op veel manieren. En daar is kraken er één van. Er zijn al sterke begrenzingen aan het kraken. Zo mag je geen bedrijfspanden kraken en moet een pand minstens een jaar leeg staan. Ik vind dat eigenlijk wel genoeg. Kraken is namelijk ook een manier om eigenaren een klein beetje zenuwachtig te maken, dat je panden niet zomaar leeg kan laten staan. In de zeventiende eeuw was het trouwens nog veel strenger. Als je toen een kaveltje had aan de gracht in Amsterdam, en je gebruikte het een jaar niet, dan verviel het gewoon weer aan de stad.”
U ziet kraken als een middel om eigenaren aan te sporen?
“Ja, maar ik vind vooral de creatieve subcultuur van krakers belangrijk. En daarvoor zijn in een stad, zo is mijn stelling, betaalbare vierkante meters essentieel.”
En kraken is essentieel voor die betaalbare vierkante meters?
“De dreiging van kraken houdt iedereen alert. We hebben een clubje opgericht, ‘urban resort’, dat kunstenaars bij elkaar brengt en met eigenaren van bedrijfspanden onderhandelt. De kunstenaars betalen het eerste jaar geen huur. Van het geld dat ze zo uitsparen kopen ze een zooitje gipsplaten om ateliers te maken. Dat is geen kraken, maar het zorgt wel voor betaalbare werk- en woonruimtes. Zo krijgen nieuwe generaties een kans in de stad en wordt het geen saaie boel. Ga maar na, als je alleen maar aangeharkte vierkante meters hebt met deftige jongens erop, dan gebeurt er toch nooit meer wat?”
Is het niet zo dat corporaties ook zorgen voor goedkopere woningen?
“Woningen wel, maar geen werkruimtes. En corporaties zijn tegenwoordig ook zelfstandig, hun maatschappelijke rol is een beetje aan het wegzakken.”
Dekker bereidt nu een wetsvoorstel voor tegen kraken. Wat zou u haar adviseren?
“Dat ze zich eerst eens op de hoogte laat stellen. Dit wetsvoorstel is een typische Haagse flodder van mensen die de steden niet kennen. De stad, daar ga je naartoe. Studeren, baantje zoeken, de stad is zelfs een huwelijksmarkt. Als je wat wilt, wacht je toch niet tot Krelis van de boerderij naast je je komt halen. Dan ga je bij de Hema achter de kassa zitten en ’s avonds naar de disco. De stad heeft een enorme aantrekkingskracht. Daar ga je naartoe met weinig poen. En als je een diploma hebt en een baan als leraar in Deventer krijgt, verlaat je haar weer. Een grote stad is een soort opleidingen- en banenmachine. Je moet er dus betaalbaar kunnen wonen en werken en dat kan niet altijd. In Amsterdam zijn weet ik hoeveel kunstopleidingen, maar voor ateliers is niets geregeld. Dus als je een bedrijfspandje kunt kraken, dan zul je dat niet laten.”
Mensen moeten eigenlijk wel kraken, vindt u?
“Ja. En dat wordt door de gemeente vaak gedoogd en soms zelfs gelegaliseerd. Met mijn architectenbureau ben ik betrokken geweest bij de verbouwing van een aantal gelegaliseerde kraakpanden. Die panden leveren een positieve bijdrage aan de wijk waarin ze staan.”
U hebt veel sympathie voor de krakers.
“Ik ben er zelf een geweest. Ten tijde van de aanleg van de metro in Amsterdam, zat mijn architectenbureau in de Nieuwmarktbuurt. Door de aanleg van de metro stonden veel panden leeg en die werden gekraakt. De krakers belden aan bij ons bureau voor advies over hoe ze de boel moesten isoleren of een leiding moesten aanleggen. We kwamen op een gegeven moment niet meer aan ons gewone werk toe, dus hebben we het Bouwcafé opgericht waar we eens in de week advies gaven aan krakers. Voor ons was dat ook een uiting van een politiek standpunt. Je moet geen panden laten leegstaan, want dan zit je de stedelijke ontwikkeling dwars.”
Maar kunt u zich ook de andere kant voorstellen, die van de eigenaar die zich ‘bestolen’ voelt?
“Ja, ik heb meegemaakt dat krakers een pand totaal uitwoonden. Dat lijkt me een ramp. Maar, dat weet elke bouwkundige, een pand veroudert minder snel wanneer het wordt gebruikt. Als er iemand rondloopt die stookt in de winter, kapotte ruitjes maakt en de duiven verjaagt, is dat ook voor de eigenaar goed. En als je het echt nodig hebt en je hebt een bouwvergunning, dan kun je gewoon zeggen: ik heb het weer nodig.”
En dan begint de strijd?
“Mwah, er gaan ook wel eens mensen gewoon weg, hoor.”
Maar soms niet.
“Nee soms niet. Als de krakers niet geloven in de plannen, maar denken dat de eigenaar alleen iets bedenkt om hen eruit te krijgen. Maar, en ik moet nu oppassen dat ik niet al te lelijke dingen zeg, de Amsterdamse vastgoedwereld bestaat nu ook niet voor honderd procent uit lieverdjes hoor. Daarvan zie je in de krant maar het topje van de ijsberg.”
Kunnen we kraken illegaal maken en toch de creatieve subcultuur behouden?
“Ja, maar dan zijn wel goedkope vierkante meters nodig. Totdat de overheid dat geregeld heeft, kunnen we beter even doorgaan met kraken.”
Maar u bouwt toch, samen met toekomstige bewoners, heel legale en goedkope woon-werkgebouwen?
“Ja, dat is coöperatieve projectontwikkeling. Het is niet een rechtstreeks gevolg van kraken, maar het heeft wel te maken met de cultuur van ‘regel je eigen onderdak buiten de officiële bobo’s om’. Dan heb je veel meer zeggenschap over je gebouw en je bent goedkoper uit. We bouwen op dit moment in IJburg een blok van vijftig woningen, met onder andere een theater, een crèche en zestien bedrijven erbij. Zo maken we een stukje stad midden in het yuppenghetto IJburg. Als je door samenwerking met vijftig families een soort casco neerzet, zou je onder de marktwaarde moeten komen. Jammer genoeg is dat tegengevallen op die plek, want we zitten voor een groot deel aan het water. Dure grond dus.
Ik ga daar zelf ook wonen. Ik ben nu 63, dus over een paar jaar ga ik andere dingen doen. Dan ga ik weg bij de TU en stap ik uit het bureau en dan ga ik zelf een beetje keutelen. In het architectenvak, maar ook met een haventje en jeugdzeilen. Ik zie dat wel zitten.”
Denkt u dat mensen toch blijven kraken, ook al verbiedt Dekker het?
“Ja, dat denk ik wel. Ach, je zult altijd wel wat regeltjes moeten overtreden om de samenleving draaiende te houden. En kraken is daar een goed voorbeeld van.”
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
WIE IS HEIN DE HAAN?
Ir. Hein de Haan, in 1943 geboren in Amsterdam, studeerde in 1970 af als architect in Delft. Herman Hertzberger, bij wie De Haan als tekenaar werkte, introduceerde hem vijf jaar later als gastdocent op zijn oude faculteit. Hij bleef in het onderwijs, onder andere bij de academies van bouwkunst in Amsterdam, Groningen en Tilburg. Daarnaast richtte hij in 1981 met een vriend, de inmiddels overleden Harm Beuling, Casa architecten op. Casa staat voor Coöperatief Architectenbureau voor de Stadsvernieuwing te Amsterdam. Iedereen die er werkte was mede-eigenaar. Tijden veranderen, dus nu zijn alleen de drie architecten nog lid van de coöperatie en werken de anderen liever onder de cao. Dat De Haan veel waarde hecht aan overleg, blijkt niet alleen uit de rechtsvorm van zijn architectenbureau, maar ook uit zijn manier van werken. De toekomstige gebruikers van de panden die hij (ver)bouwt, hebben veel zeggenschap tijdens het ontwerpproces. Ook vindt de architect een mengvorm van wonen met andere functies belangrijk. Zo bestaat een huidig project, tevens zijn toekomstige thuis, ‘Vrijburcht’, naast vijftig woningen onder andere uit zestien bedrijven, een theater, een eetcafé en een woongroep voor geestelijk gehandicapten.
Al vóór de eerste vraag steekt Hein de Haan van wal: “Grappig, zaterdag was ik in een radioprogramma in discussie met VVD-kamerlid Jelleke Veenendaal. Zij is een van de indieners van de motie om het kraken te verbieden. Met Rita Verdonk ruzie maken lukt wel, maar Veenendaal is best een vriendelijk mens. Moeilijk om boos op te worden.”
Maar u was wel boos?
“Een beetje wel. Zegt ze dat het toch niet ka’n dat sociale woningen, ook wel woningwetwoningen, worden gekraakt. Ja, daar ben ik het natuurlijk mee eens. Het is een code onder krakers om van woningwetwoningen af te blijven en positief contact te zoeken met de buurt. Maar deze code wordt de laatste jaren regelmatig overtreden. Er komen steeds meer krakers uit Zuid-Europa. In de Amsterdamse wijk de Pijp kraken ze dan een complete straat en maken ruzie met de hele buurt. Tja, krakers zijn net mensen, er zijn goede en slechte van. Het is moeilijk om alle krakers te verdedigen, maar een kraakverbod gaat me veel te ver.”
Waarom wilt u geen kraakverbod?
“Eigendom is heilig in Nederland en de gevestigde belangen moeten goed beschermd worden. Dat is waar, maar er moet ook ‘stedelijke dynamiek’ zijn. Als je in een stad geen betaalbare vierkante meters meer hebt, wordt het heel lastig voor kunstenaars, starters en allerlei kleine knoeiers om van de grond te komen. En dat is nu juist heel erg belangrijk voor de langere termijn, ook voor de stedelijke economie. Betaalbare vierkante meters realiseren kan op veel manieren. En daar is kraken er één van. Er zijn al sterke begrenzingen aan het kraken. Zo mag je geen bedrijfspanden kraken en moet een pand minstens een jaar leeg staan. Ik vind dat eigenlijk wel genoeg. Kraken is namelijk ook een manier om eigenaren een klein beetje zenuwachtig te maken, dat je panden niet zomaar leeg kan laten staan. In de zeventiende eeuw was het trouwens nog veel strenger. Als je toen een kaveltje had aan de gracht in Amsterdam, en je gebruikte het een jaar niet, dan verviel het gewoon weer aan de stad.”
U ziet kraken als een middel om eigenaren aan te sporen?
“Ja, maar ik vind vooral de creatieve subcultuur van krakers belangrijk. En daarvoor zijn in een stad, zo is mijn stelling, betaalbare vierkante meters essentieel.”
En kraken is essentieel voor die betaalbare vierkante meters?
“De dreiging van kraken houdt iedereen alert. We hebben een clubje opgericht, ‘urban resort’, dat kunstenaars bij elkaar brengt en met eigenaren van bedrijfspanden onderhandelt. De kunstenaars betalen het eerste jaar geen huur. Van het geld dat ze zo uitsparen kopen ze een zooitje gipsplaten om ateliers te maken. Dat is geen kraken, maar het zorgt wel voor betaalbare werk- en woonruimtes. Zo krijgen nieuwe generaties een kans in de stad en wordt het geen saaie boel. Ga maar na, als je alleen maar aangeharkte vierkante meters hebt met deftige jongens erop, dan gebeurt er toch nooit meer wat?”
Is het niet zo dat corporaties ook zorgen voor goedkopere woningen?
“Woningen wel, maar geen werkruimtes. En corporaties zijn tegenwoordig ook zelfstandig, hun maatschappelijke rol is een beetje aan het wegzakken.”
Dekker bereidt nu een wetsvoorstel voor tegen kraken. Wat zou u haar adviseren?
“Dat ze zich eerst eens op de hoogte laat stellen. Dit wetsvoorstel is een typische Haagse flodder van mensen die de steden niet kennen. De stad, daar ga je naartoe. Studeren, baantje zoeken, de stad is zelfs een huwelijksmarkt. Als je wat wilt, wacht je toch niet tot Krelis van de boerderij naast je je komt halen. Dan ga je bij de Hema achter de kassa zitten en ’s avonds naar de disco. De stad heeft een enorme aantrekkingskracht. Daar ga je naartoe met weinig poen. En als je een diploma hebt en een baan als leraar in Deventer krijgt, verlaat je haar weer. Een grote stad is een soort opleidingen- en banenmachine. Je moet er dus betaalbaar kunnen wonen en werken en dat kan niet altijd. In Amsterdam zijn weet ik hoeveel kunstopleidingen, maar voor ateliers is niets geregeld. Dus als je een bedrijfspandje kunt kraken, dan zul je dat niet laten.”
Mensen moeten eigenlijk wel kraken, vindt u?
“Ja. En dat wordt door de gemeente vaak gedoogd en soms zelfs gelegaliseerd. Met mijn architectenbureau ben ik betrokken geweest bij de verbouwing van een aantal gelegaliseerde kraakpanden. Die panden leveren een positieve bijdrage aan de wijk waarin ze staan.”
U hebt veel sympathie voor de krakers.
“Ik ben er zelf een geweest. Ten tijde van de aanleg van de metro in Amsterdam, zat mijn architectenbureau in de Nieuwmarktbuurt. Door de aanleg van de metro stonden veel panden leeg en die werden gekraakt. De krakers belden aan bij ons bureau voor advies over hoe ze de boel moesten isoleren of een leiding moesten aanleggen. We kwamen op een gegeven moment niet meer aan ons gewone werk toe, dus hebben we het Bouwcafé opgericht waar we eens in de week advies gaven aan krakers. Voor ons was dat ook een uiting van een politiek standpunt. Je moet geen panden laten leegstaan, want dan zit je de stedelijke ontwikkeling dwars.”
Maar kunt u zich ook de andere kant voorstellen, die van de eigenaar die zich ‘bestolen’ voelt?
“Ja, ik heb meegemaakt dat krakers een pand totaal uitwoonden. Dat lijkt me een ramp. Maar, dat weet elke bouwkundige, een pand veroudert minder snel wanneer het wordt gebruikt. Als er iemand rondloopt die stookt in de winter, kapotte ruitjes maakt en de duiven verjaagt, is dat ook voor de eigenaar goed. En als je het echt nodig hebt en je hebt een bouwvergunning, dan kun je gewoon zeggen: ik heb het weer nodig.”
En dan begint de strijd?
“Mwah, er gaan ook wel eens mensen gewoon weg, hoor.”
Maar soms niet.
“Nee soms niet. Als de krakers niet geloven in de plannen, maar denken dat de eigenaar alleen iets bedenkt om hen eruit te krijgen. Maar, en ik moet nu oppassen dat ik niet al te lelijke dingen zeg, de Amsterdamse vastgoedwereld bestaat nu ook niet voor honderd procent uit lieverdjes hoor. Daarvan zie je in de krant maar het topje van de ijsberg.”
Kunnen we kraken illegaal maken en toch de creatieve subcultuur behouden?
“Ja, maar dan zijn wel goedkope vierkante meters nodig. Totdat de overheid dat geregeld heeft, kunnen we beter even doorgaan met kraken.”
Maar u bouwt toch, samen met toekomstige bewoners, heel legale en goedkope woon-werkgebouwen?
“Ja, dat is coöperatieve projectontwikkeling. Het is niet een rechtstreeks gevolg van kraken, maar het heeft wel te maken met de cultuur van ‘regel je eigen onderdak buiten de officiële bobo’s om’. Dan heb je veel meer zeggenschap over je gebouw en je bent goedkoper uit. We bouwen op dit moment in IJburg een blok van vijftig woningen, met onder andere een theater, een crèche en zestien bedrijven erbij. Zo maken we een stukje stad midden in het yuppenghetto IJburg. Als je door samenwerking met vijftig families een soort casco neerzet, zou je onder de marktwaarde moeten komen. Jammer genoeg is dat tegengevallen op die plek, want we zitten voor een groot deel aan het water. Dure grond dus.
Ik ga daar zelf ook wonen. Ik ben nu 63, dus over een paar jaar ga ik andere dingen doen. Dan ga ik weg bij de TU en stap ik uit het bureau en dan ga ik zelf een beetje keutelen. In het architectenvak, maar ook met een haventje en jeugdzeilen. Ik zie dat wel zitten.”
Denkt u dat mensen toch blijven kraken, ook al verbiedt Dekker het?
“Ja, dat denk ik wel. Ach, je zult altijd wel wat regeltjes moeten overtreden om de samenleving draaiende te houden. En kraken is daar een goed voorbeeld van.”
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
WIE IS HEIN DE HAAN?
Ir. Hein de Haan, in 1943 geboren in Amsterdam, studeerde in 1970 af als architect in Delft. Herman Hertzberger, bij wie De Haan als tekenaar werkte, introduceerde hem vijf jaar later als gastdocent op zijn oude faculteit. Hij bleef in het onderwijs, onder andere bij de academies van bouwkunst in Amsterdam, Groningen en Tilburg. Daarnaast richtte hij in 1981 met een vriend, de inmiddels overleden Harm Beuling, Casa architecten op. Casa staat voor Coöperatief Architectenbureau voor de Stadsvernieuwing te Amsterdam. Iedereen die er werkte was mede-eigenaar. Tijden veranderen, dus nu zijn alleen de drie architecten nog lid van de coöperatie en werken de anderen liever onder de cao. Dat De Haan veel waarde hecht aan overleg, blijkt niet alleen uit de rechtsvorm van zijn architectenbureau, maar ook uit zijn manier van werken. De toekomstige gebruikers van de panden die hij (ver)bouwt, hebben veel zeggenschap tijdens het ontwerpproces. Ook vindt de architect een mengvorm van wonen met andere functies belangrijk. Zo bestaat een huidig project, tevens zijn toekomstige thuis, ‘Vrijburcht’, naast vijftig woningen onder andere uit zestien bedrijven, een theater, een eetcafé en een woongroep voor geestelijk gehandicapten.
Comments are closed.