Campus

Korting van half miljard is voorlopig uitgesteld

De bezuiniging van vijfhonderd miljoen gulden op het hoger onderwijs is voor onbepaalde tijd uitgesteld. Nader onderzoek moet in november uitwijzen of dit bedrag ,,technisch realiseerbaar” is.

Minister Ritzen acht slechts een bescheiden ingreep mogelijk, zei hij vorige week vrijdag tijdens een toelichting op de begroting voor 1995.

Het half miljard is zeker nog niet van tafel. Het kabinet wil snel weten of er niet toch kan worden bezuinigd. Afgesproken is dat het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven, het Centraal Planbureau en het Sociaal Cultureel Planbureau in kaart gaan brengen hoe er vijfhonderd miljoen gulden kan worden bezuinigd en welke gevolgen dit zou hebben.

Omvangrijke bezuinigingen in het verleden hebben reeds aangetoond dat opheffing van studierichtingen of ontslag van ambtelijk personeel netto weinig oplevert. De hoge uitgaven aan wachtgelden (uitkeringen) doen de winst grotendeels teniet.

Ritzen liep vrijdag al vooruit op de uitkomst van het onderzoek, waarvan de eerste resultaten in november bekend worden. ,,Volgens mij is slechts een klein deel van het bedrag realiseerbaar.” Voorlopig staat slechts een bezuiniging van 65 miljoen gulden vast. Daardoor resteert in 1998 een gat van 435 miljoen. Volgend jaar wordt geen 80, maar 35 miljoen bezuinigd.

Ritzen en staatssecretaris Nuis hopen het kabinet gunstig te stemmen door snel met de universiteiten en hogescholen ‘een geloofwaardig debat’ te gaan voeren over de stelselherziening van het hoger onderwijs. Nu het mes van tafel is, moeten er op korte termijn tastbare afpraken kunnen worden gemaakt over de differentiatie van de hogere opleidingen, aldus Ritzen. Als kan worden aangetoond dat die operatie op afzienbare termijn geld oplevert, is het kabinet wellicht bereid de oorspronkelijke bezuiniging vergaand te verzachten.

De universiteiten en hogescholen zijn overigens niet bereid om op korte termijn met staatssecretaris Nuis dat debat aan te gaan. De hogescholen willen dat eerst de bezuiniging van een half miljard van tafel gaat. De universiteiten gaan de komende maanden zelf plannen voor differentiatie en selectie ontwikkelen.

Over de stelselherziening bleef staatssecretaris Nuis met opzet vaag. Na alle commotie rond het regeerakkoord is er hem alles aan gelegen de universiteiten en hogescholen niet onnodig voor het hoofd te stoten. Volgens de staatssecretaris zijn de contouren van het nieuwe stelsel in elk geval veel minder scherp dan het regeerakkoord suggereert. De uitgangspunten en doelstellingen van het nieuwe stelsel zijn volgens Nuis wél duidelijk: differentiatie en daling van de gemiddelde studieduur, zodat er geld wordt bespaard.

Nuis wil naast de lengte vooral ook de aard van de studies ter discussie stellen. Het verband tussen opleiding en werk kanveel sterker worden, zei hij. ,,Er moet een stelsel komen waarbij de opleidingen die te veel studenten afleveren eruit vallen.” De vraag wanneer een opleiding `maatschappelijk relevant’ is, zal volgens Nuis tot ‘veel getouwtrek’ leiden. Onafhankelijk onderzoek kan hierover wellicht helderheid verschaffen, meent Nuis.

Ook selectie van studenten moet volgens de staatssecretaris een belangrijk uitgangspunt van het nieuwe stelsel zijn. Aan het eind van de ‘kortere, algemene opleidingen’, maar ‘ook op andere momenten.’ (HOP/P.E.)

Peter Evelein

De bezuiniging van vijfhonderd miljoen gulden op het hoger onderwijs is voor onbepaalde tijd uitgesteld. Nader onderzoek moet in november uitwijzen of dit bedrag ,,technisch realiseerbaar” is. Minister Ritzen acht slechts een bescheiden ingreep mogelijk, zei hij vorige week vrijdag tijdens een toelichting op de begroting voor 1995.

Het half miljard is zeker nog niet van tafel. Het kabinet wil snel weten of er niet toch kan worden bezuinigd. Afgesproken is dat het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven, het Centraal Planbureau en het Sociaal Cultureel Planbureau in kaart gaan brengen hoe er vijfhonderd miljoen gulden kan worden bezuinigd en welke gevolgen dit zou hebben.

Omvangrijke bezuinigingen in het verleden hebben reeds aangetoond dat opheffing van studierichtingen of ontslag van ambtelijk personeel netto weinig oplevert. De hoge uitgaven aan wachtgelden (uitkeringen) doen de winst grotendeels teniet.

Ritzen liep vrijdag al vooruit op de uitkomst van het onderzoek, waarvan de eerste resultaten in november bekend worden. ,,Volgens mij is slechts een klein deel van het bedrag realiseerbaar.” Voorlopig staat slechts een bezuiniging van 65 miljoen gulden vast. Daardoor resteert in 1998 een gat van 435 miljoen. Volgend jaar wordt geen 80, maar 35 miljoen bezuinigd.

Ritzen en staatssecretaris Nuis hopen het kabinet gunstig te stemmen door snel met de universiteiten en hogescholen ‘een geloofwaardig debat’ te gaan voeren over de stelselherziening van het hoger onderwijs. Nu het mes van tafel is, moeten er op korte termijn tastbare afpraken kunnen worden gemaakt over de differentiatie van de hogere opleidingen, aldus Ritzen. Als kan worden aangetoond dat die operatie op afzienbare termijn geld oplevert, is het kabinet wellicht bereid de oorspronkelijke bezuiniging vergaand te verzachten.

De universiteiten en hogescholen zijn overigens niet bereid om op korte termijn met staatssecretaris Nuis dat debat aan te gaan. De hogescholen willen dat eerst de bezuiniging van een half miljard van tafel gaat. De universiteiten gaan de komende maanden zelf plannen voor differentiatie en selectie ontwikkelen.

Over de stelselherziening bleef staatssecretaris Nuis met opzet vaag. Na alle commotie rond het regeerakkoord is er hem alles aan gelegen de universiteiten en hogescholen niet onnodig voor het hoofd te stoten. Volgens de staatssecretaris zijn de contouren van het nieuwe stelsel in elk geval veel minder scherp dan het regeerakkoord suggereert. De uitgangspunten en doelstellingen van het nieuwe stelsel zijn volgens Nuis wél duidelijk: differentiatie en daling van de gemiddelde studieduur, zodat er geld wordt bespaard.

Nuis wil naast de lengte vooral ook de aard van de studies ter discussie stellen. Het verband tussen opleiding en werk kanveel sterker worden, zei hij. ,,Er moet een stelsel komen waarbij de opleidingen die te veel studenten afleveren eruit vallen.” De vraag wanneer een opleiding `maatschappelijk relevant’ is, zal volgens Nuis tot ‘veel getouwtrek’ leiden. Onafhankelijk onderzoek kan hierover wellicht helderheid verschaffen, meent Nuis.

Ook selectie van studenten moet volgens de staatssecretaris een belangrijk uitgangspunt van het nieuwe stelsel zijn. Aan het eind van de ‘kortere, algemene opleidingen’, maar ‘ook op andere momenten.’ (HOP/P.E.)

Peter Evelein

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.