Prof.ir. C.J.M. Weeber, deeltijd-hoogleraar bij de faculteit Bouwkunde, heeft afgelopen vrijdag een koninklijke onderscheiding ontvangen. De architect is benoemd tot Ridder van de derde graad in de orde van de Nederlandse Leeuw.
Carl Weeber is de enige TU-medewerker die dit jaar een lintje kreeg voor zijn werk.
De lintjesregen is dit keer minder overvloedig dan voorgaande jaren. In het nieuwe decoratiestelsel wordt alleen nog gelet op bijzondere prestaties en niet meer op langdurig dienstverband. Weeber kreeg de onderscheiding voor de belangrijke rol die hij heeft gespeeld in de discussie over zijn vakgebied, de architectuur. Hij is mede gezichtsbepalend voor het hedendaagse Nederland.
Weebers bouwwerken hebben dikwijls aanleiding gegeven tot controverses, zowel in de wereld van de architectuur als bij het ‘gewone’ publiek (gebouwen van hem zijn onder meer de ‘Peperklip’ en de ‘Zwarte Madonna’). Aan zijn wijze van werken liggen theorieën ten grondslag die een breuk betekenden met de wijze waarop voorheen over woning en stedebouw werd gedacht.
Weeber heeft zijn ideeën breed uitgedragen: onder meer als hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde, als docent aan de Academies voor Bouwkunst in Amsterdam en Rotterdam, als jurylid van verschillende prijsvragen, maar eveneens in de media waardoor hij ook buiten het bouwkunde-onderwijs een bekende naam heeft verworven door zijn vaak prikkelende uitspraken.
Maatschappelijk was Weeber actief als bestuurslid van de vakgroep architectuur, als lid en voorzitter van het faculteitsbestuur, maar veel meer nog als lid van welstandscommissies, van verschillende redactieraden, als bestuurslid van de Raad van Kunst en van de Rotterdamse Kunststichting. Waardering voor zijn werk blijkt uit de prijzen die Weeber heeft ontvangen, zoals: de Prix de Rome, gouden medaille 1966; de Sikkensprijs 1983; de Betonprijs 1983; de Nationale staalprijs 1986. (J.O.)
Prof.ir. C.J.M. Weeber, deeltijd-hoogleraar bij de faculteit Bouwkunde, heeft afgelopen vrijdag een koninklijke onderscheiding ontvangen. De architect is benoemd tot Ridder van de derde graad in de orde van de Nederlandse Leeuw. Carl Weeber is de enige TU-medewerker die dit jaar een lintje kreeg voor zijn werk.
De lintjesregen is dit keer minder overvloedig dan voorgaande jaren. In het nieuwe decoratiestelsel wordt alleen nog gelet op bijzondere prestaties en niet meer op langdurig dienstverband. Weeber kreeg de onderscheiding voor de belangrijke rol die hij heeft gespeeld in de discussie over zijn vakgebied, de architectuur. Hij is mede gezichtsbepalend voor het hedendaagse Nederland.
Weebers bouwwerken hebben dikwijls aanleiding gegeven tot controverses, zowel in de wereld van de architectuur als bij het ‘gewone’ publiek (gebouwen van hem zijn onder meer de ‘Peperklip’ en de ‘Zwarte Madonna’). Aan zijn wijze van werken liggen theorieën ten grondslag die een breuk betekenden met de wijze waarop voorheen over woning en stedebouw werd gedacht.
Weeber heeft zijn ideeën breed uitgedragen: onder meer als hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde, als docent aan de Academies voor Bouwkunst in Amsterdam en Rotterdam, als jurylid van verschillende prijsvragen, maar eveneens in de media waardoor hij ook buiten het bouwkunde-onderwijs een bekende naam heeft verworven door zijn vaak prikkelende uitspraken.
Maatschappelijk was Weeber actief als bestuurslid van de vakgroep architectuur, als lid en voorzitter van het faculteitsbestuur, maar veel meer nog als lid van welstandscommissies, van verschillende redactieraden, als bestuurslid van de Raad van Kunst en van de Rotterdamse Kunststichting. Waardering voor zijn werk blijkt uit de prijzen die Weeber heeft ontvangen, zoals: de Prix de Rome, gouden medaille 1966; de Sikkensprijs 1983; de Betonprijs 1983; de Nationale staalprijs 1986. (J.O.)
Comments are closed.