Onderwijs

Kleine universiteiten beter op de toekomst voorbereid

Kleine, ‘jonge’ universiteiten als de Katholieke Universiteit Brabant en de Universiteit Twente bereiden zich beter op de toekomst voor dan grote instellingen als de Rijksuniversiteit Leiden en de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Hun bestuur is minder naar binnen gekeerd. Ze zijn eerder geneigd nieuwe markten te verkennen.

Dat kan worden geconcludeerd uit het proefschrift ‘Het besloten concilie der deskundigen’, waarop bestuurskundige drs. Th.W.A. Camps op 22 juni aan de Universiteit Twente hoopt te promoveren. Camps onderzocht aan de universiteiten in Tilburg, Enschede, Leiden en Nijmegen de relatie tussen strategische besluitvorming en de manier waarop instellingen informatie over hun universiteit verzamelen en gebruiken.

De overheid bemoeit zich vanaf het midden jaren tachtig steeds minder rechtsstreeks met de universiteiten, stelt Camps. Tegelijkertijd zijn de instellingen elkaar in toenemende mate gaan beconcurreren. Willen universiteiten overleven, dan is het zaak zo goed mogelijk in te spelen op deze ontwikkelingen. Twente en Tilburg slagen daar heel redelijk in. Leiden en Nijmegen een stuk minder.

Dat komt volgens de aanstaande promovendus onder meer doordat de jonge, kleine universiteiten beter om zich heen kijken. Ze zitten minder vast aan strakke regelgeving en ze worden minder centralistisch bestuurd. Ook zijn kleine instellingen volgens Camps meer geneigd om te denken in termen van concurrentie om hun eigen positie te versterken. De oude, grote universiteiten lijken daardoor het slachtoffer te worden van de ‘wet van de remmende voorsprong’. (HOP/M.W.)

Marcel Wiegman

Kleine, ‘jonge’ universiteiten als de Katholieke Universiteit Brabant en de Universiteit Twente bereiden zich beter op de toekomst voor dan grote instellingen als de Rijksuniversiteit Leiden en de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hun bestuur is minder naar binnen gekeerd. Ze zijn eerder geneigd nieuwe markten te verkennen.

Dat kan worden geconcludeerd uit het proefschrift ‘Het besloten concilie der deskundigen’, waarop bestuurskundige drs. Th.W.A. Camps op 22 juni aan de Universiteit Twente hoopt te promoveren. Camps onderzocht aan de universiteiten in Tilburg, Enschede, Leiden en Nijmegen de relatie tussen strategische besluitvorming en de manier waarop instellingen informatie over hun universiteit verzamelen en gebruiken.

De overheid bemoeit zich vanaf het midden jaren tachtig steeds minder rechtsstreeks met de universiteiten, stelt Camps. Tegelijkertijd zijn de instellingen elkaar in toenemende mate gaan beconcurreren. Willen universiteiten overleven, dan is het zaak zo goed mogelijk in te spelen op deze ontwikkelingen. Twente en Tilburg slagen daar heel redelijk in. Leiden en Nijmegen een stuk minder.

Dat komt volgens de aanstaande promovendus onder meer doordat de jonge, kleine universiteiten beter om zich heen kijken. Ze zitten minder vast aan strakke regelgeving en ze worden minder centralistisch bestuurd. Ook zijn kleine instellingen volgens Camps meer geneigd om te denken in termen van concurrentie om hun eigen positie te versterken. De oude, grote universiteiten lijken daardoor het slachtoffer te worden van de ‘wet van de remmende voorsprong’. (HOP/M.W.)

Marcel Wiegman

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.