Campus

Kleine ontwerpers

Ontwerpen leren veel designers niet eerder dan op de universiteit. Het Wetenschapsknooppunt Delft wil kinderen van de basisschool al met het ontwerpproces vertrouwd maken. De kinderen van groep 7 van de Cornelis Musiusschool in Delft presenteerden afgelopen maandag hun zelfbedachte spellen.

Onrustig schuiven de kinderen van groep 7 van de Cornelis Musiusschool in Delft op hun stoelen, die voor de gelegenheid in rijen zijn neergezet. Drie meisjes zitten dicht tegen elkaar aan. De middelste is duidelijk op van de zenuwen. “Ik moet kotsen”, fluistert ze tegen haar vriendinnen als het haar beurt is om met haar groepje haar spel te presenteren.

Het is dan al de derde presentatie die maandagmiddag 16 mei wordt gegeven van spellen die het leren van de tafeltjes in de groepen 4 en 5 moeten vergemakkelijken. De klasgenoten luisteren aandachtig. Maar de belangrijkste toehoorder is Petri Duysters, projectontwikkelaar spelletjes van Heutink, dat aan scholen en kinderopvang allerlei creatieve onderwijsmaterialen levert. Het bedrijf gaat één van de vier ontwerpen van de kinderen van groep 7 echt in productie nemen. 

Om ervoor te zorgen dat er bruikbare ideeën kwamen bovendrijven, zijn de kinderen begeleid door een studente industrieel ontwerpen van de TU en door Joke Visschedijk van ontwerpbureau Meeple. Onder hun toeziend oog doorliepen de kinderen als echte ontwerpers een ontwerpproces. Dat begon met het opstellen van een lijst met wensen en eisen, zoals dat je het spel zonder de hulp van de juf of de meester moet kunnen spelen en dat je het gemakkelijk moet kunnen opruimen. Daarna gingen de kinderen brainstormen in het Science Centre. De volgende stap was kiezen en ideeën uitwerken. 

Dit alles leverde vier spellen op: Beweegspel, Tafeltwister, Hordenloop en Snoepspel. Op het whiteboard laten de groepjes één voor één zien hoe hun spellen werken. Af en toe hakkelen de kinderen wat, of krijgt er één de slappe lach, maar de meesten beheersen zich en weten zo hun waar enthousiast te ‘pitchen’. 

Het Beweegspel blijkt een ‘spring-huppel-hinkrace’ van het ene matje met een som erop naar het volgende. Tafeltwister blijkt geïnspireerd op het aloude Twister.

Hordenloop en Snoepspel worden niet op de grond, maar aan tafel gespeeld. Hordenloop lijkt een beetje op Ganzenbord. Kinderen gooien met een dobbelsteen en mogen dan hun pion verzetten. Op ieder vakje staat een som. Indien goed beantwoord mag de speler verder. Als extraatje kunnen de spelers spullen kopen die het spel vergemakkelijk, zoals supersnelle schoenen. 

Het Snoepspel bestaat uit een taart, waarop de spelers snoepjes moeten verzamelen. Spelers moeten snel sommen maken. Wie de som goed heeft, krijgt een snoepje. 

Duysters is na iedere presentatie vol lof over de ideeën van de kinderen. Maar een winnaar kan ze nog niet aanwijzen. Dat doet ze met haar collega’s in het Twentse Rijssen. “Bent u voor Twente?”, vraagt een jongetje. Daarna wil hij precies weten wanneer het winnende spel klaar is. “Dat zal rond Sinterklaas zijn”, denkt Duysters. In de klas breekt meteen rumoer uit. De kinderen vinden dat duidelijk nog veel te ver weg.

Vlak voor de deadline kwam het nieuws dat Hordenloop door Heutink op de markt gebracht zal worden, maar onder een andere naam. De komende weken gaan de kinderen nog wat aanpassingen doen, een prototype van het bordspel bouwen en testen.

www.wetenschapsknooppuntdelft.nl

Het sportcentrum voert het nieuwe deurbeleid in omdat het efficiënter is en eenvoudiger voor de bezoeker, aldus locatiemanager sport Jurgen van Dorp. Mensen met een fitnessabonnement kunnen hun kaart immers nooit meer vergeten. Bovendien zitten ze niet meer met het probleem waar ze hem moeten laten als ze eenmaal binnen zijn.
Fitnesskaarthouders kunnen hun vinger laten scannen, de computer maakt vervolgens een code van de vingerafdruk en slaat die code op. De code wordt gebruikt ter controle.

Van Dorp benadrukt dat het systeem dus niet de vingerafdrukken zelf bewaart. “Er zijn mensen die weerstand hebben tegen de vingerscan. Maar als ik ze vertel dat er geen database is met vingerafdrukken, zijn ze gerustgesteld. Ik heb nog niet meegemaakt dat iemand weigerde mee te werken.”
Als mensen toch principiële bezwaren hebben tegen de vingerscan, is dat volgens Van Dorp geen probleem. De fitnesskaart blijft ook geldig. “Het duurt hooguit wat langer om daarmee binnen te komen.”
Op de TU hebben drieduizend mensen een fitnesskaart, 7500 mensen hebben een sportkaart. Wordt die laatste ook vervangen door een vingerscan? Het sportcentrum is er volgens Van Dorp nog niet uit. “We hebben heel veel ingangen en bovendien bezoeken ook niet-leden het sportcentrum. De vraag is hoe we daarmee om zouden moeten gaan.”
Het Delftse sportcentrum is niet het eerste dat overstapt op de vinger-scan. Zo deed het sportcentrum van de Vrije Universiteit dat al aan het begin van dit collegejaar. Volgens Van Dorp is het systeem al bij ‘heel veel commerciële sportscholen in gebruik’.
De onderdeelcommissie van de universiteitsdienst, waar het sportcentrum onder valt, beraadt zich momenteel nog op het systeem. Volgens odc-lid Ben Stuivenberg moet ‘in ieder geval de privacy geborgd zijn’.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.