Tijdens het overleg over het afschaffen van de basisbeurs bestookten Kamerleden elkaar zo lang met vragen en verwijten dat er nauwelijks tijd overbleef voor een debat met de minister.
De onderwijswoordvoerders van de politieke partijen legden elkaar vandaag het vuur na aan de schenen. Daar hadden ze het zo druk mee dat minister Bussemaker amper iets hoefde uit te leggen over haar plannen. Ze had nog net tien minuutjes om in sneltreinvaart uit de doeken te doen waarom het afschaffen van de basisbeurs echt nodig is en om opnieuw te benadrukken dat ook zij de toegankelijkheid van het onderwijs enorm belangrijk vindt.
Bussemaker moet schipperen om straks in de Eerste Kamer voldoende steun te krijgen voor het leenstelsel. Ze voerde met de Tweede Kamer een debat op hoofdlijnen, zodat ze in haar wetsvoorstel rekening kan houden met de wensen van de verschillende partijen. Steun van D66 en GroenLinks is cruciaal. Beide zijn in principe voor een leenstelsel, maar niet zoals het er nu uitziet. Zo willen ze meer investeringen in onderwijs, een hogere aanvullende beurs en lagere collegegeldtarieven.
Andere partijen openden de aanval. De ChristenUnie wilde van D66-parlementariër Paul van Meenen weten wat zijn minimale voorwaarden zijn om in te stemmen met de plannen van Bussemaker. Het CDA vroeg zich af waar de democraten het geld voor extra investeringen precies vandaan willen halen. PVV-parlementariër Harm Beertema verwacht dat D66 en GroenLinks eenvoudig over te halen zijn. Volgens hem staan ze op het “bangalijstje” van de minister.
Nadat CDA-Kamerlid Michel Rog PvdA’er Mohammed Mohandis op de korrel had genomen over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor lagere inkomensgroepen, complimenteerde VVD’er Pieter Duisenberg het CDA vilein met zijn glansrijke rol als oppositiepartij.
Mohandis had het – in tegenstelling tot zijn minister – zwaar. Hij bleef hameren op de heilzame werking van goede studievoorlichting en zei niet onder de indruk te zijn vanCBS-cijfers over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor scholieren uit lage en hoge inkomensgroepen. “Zeggen dat rijke kinderen vaker naar het hoger onderwijs gaan, is net zo’n open deur als zeggen dat ze vaker op vakantie gaan”, vindt hij. Dat kwam hem weer op hoongelach te staan van de SP en het CDA. “Waar is het verheffingsideaal van de PvdA gebleven”, riep SP’er Jasper van Dijk verontwaardigd uit.
Intussen tekent zich in de Eerste Kamer nog steeds geen overtuigende meerderheid af voor het leenstelsel. Zelfs de SGP, de partij die de regering bijna altijd steunt, is kritisch. Kamerlid Roelof Bisschop wil dat ook studenten die in 2014 beginnen, iets terugzien van het geld dat zij moeten inleveren. Het duurt in principe een paar jaar voor een leenstelsel geld in het laatje zal brengen, waardoor er de eerste jaren nog geen investeringen kunnen worden gedaan.
Bussemaker kwam amper aan het woord. In de tien minuten die ze had, benadrukte ze nogmaals dat alle fracties mogen “aanschuiven aan de tekentafel”. De minister is best bereid tegemoet te komen aan de wensen van GroenLinks en D66, maar wijst er wel op dat een hogere aanvullende beurs of lagere collegegeldtarieven ten koste gaan van de geplande investeringen in het onderwijs.
In maart en mei stuurt Bussemaker nader onderzoek naar de Kamer van onder meer het Sociaal en Cultureel Planbureau, het Twentse Center for higher education policy studies en haar eigen ministerie. Het wetsvoorstel over het afschaffen van de basisbeurs moet in de zomer klaar zijn. De vraag of dat op tijd is om haar plannen in 2014 te realiseren, kon ze niet meer beantwoorden.
Comments are closed.