Campus

Kekke omafiets

De omafiets is een oerdegelijk stalen ros en al jarenlang een begrip. Wytze van Mansum bedacht een waardige, kekke opvolger van deze klassieker tijdens zijn IO-afstudeerproject: de Dutchess Cannondale. Zijn omafiets 2.0 is robuust, gestroomlijnd en zit vol handige, geïntegreerde onderdelen.

Behind the EEMCS Faculty lie a number of colored boxes, stacked like a giant child’s play blocks. These objects can be deceptive at first sight, much like Superman. Is it a Microwave? No. Is it a Laundromat? No. It’s the Spacebox!
Admittedly, these modest little boxes have a terrible reputation at TU Delft, but what’s truly excellent about these tin cans is that you wake up in the morning, roll over and practically find yourself in class. Some seriously excellent location, those boxes.
A spacebox moreover is a challenge to the imagination and creative skill of any designer – in a fantastic way. Measuring just 14 square meters and with limited furniture, you’d think there’s only so much you can do. But the white walls offer infinite scope for color, and the large, wall-sized windows allow every rare, warm ray of sunshine in. The rooms inspire cozy, ‘gezellig’ themes and the absolute tininess of the spacebox makes it super cheap to fix up and maintain.
The idea of having to live in a spacebox for a year yields inspired storage and space-maximizing solutions – a lot like what Ikea has capitalized on. Little touches, like a rug here, a cushion there, go a long way. And a lazy Sunday of creative painting, inspired by sun-drenched memories of home, results in beautiful art for the walls. A spacebox can definitely be an inspiring place to live!
Part of the bad reputation of the spaceboxes is no doubt owing to the crazy things that happen there week after week, some of which are truly mind-boggling. You wake up in the morning only to find that absolutely all the bikes parked outside the boxes have had their tires stabbed flat – yes, very friendly and neighborly that. Or you hear knocks on your door in the middle of the night, followed by crazed, liquor-induced laughter from outside, as you reach out for a stick or a bat. Will-hardening life lessons I’ve learnt living in those boxes. 
But anyone who has ever lived in a spacebox is guaranteed to be a ‘Chopstick Warrior’. Many of the spaceboxes house the warm, polite and hospitable members of the TU’s Chinese student community, and who could refuse their regular dinner invitations to share some delectable homemade Dim Sum and Wantons? And these quiet, super-chefs sure have a quirky sense of humor: as soon as they hand you a pair of chopsticks for your slippery dim sums, out flash their cameras to record your furious battle with a white dumpling that’s just begging to be murdered to bits, all for the amusement of their folks back home via Facebook. Definitely something your future employers will enjoy when they Google you.
So living in the spaceboxes is definitely one of the crazy things to do while you’re still a student: it’s right up there with skydiving, Russian roulette and voting for George Bush.

Aarabi Kumar, from Chennai, India, is an MSc student studying electrical engineering.

Fietsenmakers, worden TU-studenten genoemd. Dat is natuurlijk een vooroordeel, maar in het geval van Wytze van Mansum (30) klopt het wel. “Ik heb jarenlang een bijbaantje bij de fietsenmaker gehad tijdens mijn studie industrieel ontwerpen”, zegt Van Mansum. “Fietsen zijn mijn hobby. Het heeft alles in zich wat een product voor een industrieel ontwerper interessant maakt. Een fiets is technisch, en je moet rekening houden met de vormgeving. Het is ook een eerlijke vorm: je ziet alle techniek zitten: er is niets verstopt.”
Over zijn afstudeeropdracht hoefde Van Mansum niet lang na te denken. Hij zocht een fietsenfabrikant met veel vrijheid voor het ontwikkelen van een prototype. De Amerikaanse fietsfabrikant Cannondale hapte toe.

Door zijn bijbaantje wist de IO’er wat de meest voorkomende fietsklachten waren. “Mensen ergeren zich aan afbrekende koplampen en spatborden. Remkabels worden ook vaak kapot getrokken. En probeer je fiets maar eens uit een fietsenrek te halen. De sturen haken altijd in elkaar.”
Het waren problemen die Van Mansum in zijn prototype wilde oplossen. “De Dutchess is ontworpen voor de Amerikaanse markt, maar afbrekende fietskoplampen zijn natuurlijk geen typisch Delfts probleem.” Daarom integreerde de IO’er de lampen zoveel mogelijk in het frame, zodat ze bijna niet meer kunnen afbreken. De remkabels steken ook niet meer uit. “Die heb ik in de fiets verwerkt”, zegt Van Mansum. Tijdens stalling kan het stuur worden ingeklapt. “Zodat je niet meer met je stuur aan een andere fiets blijft hangen.”

De Amerikaanse fietsmarkt is heel anders dan de Europese, ontdekte Van Mansum. “Amerikanen zien fietsen als sport, niet als transportmiddel. Je gaat een rijwielhandel eigenlijk niet binnen zonder wielrenbroek. De omafiets is de enige fietssoort die ze niet met sport associëren. Op die fiets kun je in pak of met hakken rijden, zonder besmeurd op je werk aan te komen, weten ze. Stadsfietsen worden in Amerika vaak via modewinkels verkocht, als een hippe accessoire.”

Om een interessante fiets voor de Amerikaanse markt te bedenken, lag de omafiets voor de hand, maar Cannondale wilde meer dan een oud fietsconcept vernieuwen. “Cannondale is een innovatief merk dat bekend staat om hun vormintegratie. Ze willen geen standaard oplossingen, maar een omafiets met een heel eigen karakter dat vernieuwend is.”
Die vormintegratie was ook belangrijk omdat fietsen in Amerika vaak niet meer dan tien kilo wegen. Van Mansum moest zoveel mogelijk functies integreren om de fiets zo licht mogelijk te houden. De Dutchess heeft naast ingebouwde lampen bijvoorbeeld een achterspatbord dat een dragend deel van de fiets is. Door alle geïntegreerde onderdelen kan er weinig kapot aan de fiets. “De doelgroep van jonge, werkende vrouwen wil niet onderweg afstappen om op hun hakken aan de fiets te moeten sleutelen.”

Doordat Van Mansum wist hoe een fiets in elkaar steekt, kon hij het prototype van aluminium maken. “Ik weet bijvoorbeeld goed hoe ik een wiel moet spaken.” Zijn baas bij de fietsenhandel zou de fiets graag willen verkopen. “Hij vindt het resultaat geweldig.” Of de omafiets 2.0 in de handel komt, weet Van Mansum nog niet. “Dat ligt aan Cannondale.” Zelf heeft hij het fietsvirus te pakken. “Ik ben door al die aandacht voor de Dutchess freelancer geworden. Voor mijn volgende opdracht werk ik aan een Amsterdamse stadsfiets voor Flow Bikes. Het is erg leuk dat ik zo verder kan in de fietsontwerpwereld.” 

www.fytze.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.