De universiteiten en hogescholen zijn bang voor verlies van klandizie en inkomsten als Nederlandse studenten straks geld meekrijgen als ze in een ver buitenland gaan studeren. Hun klacht zal weinig gehoor vinden.
De reflex van koepelorganisaties HBO-raad en VSNU is op het eerste gezicht begrijpelijk. De vergoeding per student die ze van het rijk krijgen is de afgelopen jaren alleen maar gedaald. En net nu is afgesproken dat hun bekostiging meer dan ooit wordt bepaald door het aantal studenten dat op jaarbasis bij hen staat ingeschreven, komt staatssecretaris Bruins van Onderwijs met het plan om studeren in het buitenland wereldwijd te subsidiëren.
De koepelorganisaties onderschatten dat de internationaliseringsagenda zeer breed wordt gedragen. PvdA-leider Wouter Bos heeft meermalen laten weten dat zijn partij het kennisniveau van de Nederlandse bevolking belangrijker acht dan de financiële positie van (individuele) instellingen. De VVD is via Mark Rutte . thans partijleider . en de huidige staatssecretaris Bruins verantwoordelijk voor het plan om de studiefinanciering wereldwijd ‘meeneembaar’ te maken. De ministerraad is akkoord, dus de kans dat het CDA nog hard tegen het voorstel gaat schoppen, is evenmin groot.
Nog vreemder wordt de lobby van de koepelorganisaties als men bedenkt dat het saldo van de internationalisering positief is voor het Nederlandse hoger onderwijs. De jongste cijfers tonen aan dat 17,5 duizend studenten een opleiding in het buitenland volgen, maar dat de Nederlandse instellingen omgekeerd 48,5 duizend buitenlandse studenten ontvangen.
De Tweede Kamer is de instellingen dit voorjaar nog ter wille geweest. Toen voormalig staatssecretaris Rutte de meeneembaarheid van studiefinanciering binnen Europa regelde, schreef hij de Tweede Kamer dat hij dit wilde financieren met de afschaffing van de zogenaamde Raulin-vergoeding. Daarmee kunnen studenten uit de Europese Unie een deel van hun Nederlandse studiekosten betalen. Rutte wilde deze tegemoetkoming inwisselen voor een – goedkoper – collegegeldkrediet voor buitenlandse studenten.
Dat schoot de instellingen, maar ook het parlement, in het verkeerde keelgat: vooral voor de grote groep Duitsers . die in eigen land gratis of voor ‘slechts’ duizend euro per jaar studeren . zou dat een argument kunnen zijn om Nederland voortaan te mijden. De Raulin-vergoeding moest vooralsnog blijven in afwachting van een aanvaardbaar alternatief.
Met hun nieuwste eis – compensatie voor het financiële gat dat wegtrekkende Nederlandse studenten veroorzaken – dreigen de universiteiten hun hand te overspelen.
Hogescholen en universiteiten doen er goed aan om hun bezwaren te schrappen en keihard te werken aan onderwijs met een duidelijke internationale oriëntatie. Nederlandse studenten kunnen dan uitwisselingsprogramma’s volgen aan buitenlandse partnerinstellingen, en ook voor buitenlandse studenten is de instelling dan extra aantrekkelijk.
Het goede nieuws ten slotte is dat de internationale onderwijsmarkt volgens internationaliseringsorganisatie Nuffic de komende jaren telkens met 10 procent groeit, dus het kan alleen maar beter worden. (HOP)
De reflex van koepelorganisaties HBO-raad en VSNU is op het eerste gezicht begrijpelijk. De vergoeding per student die ze van het rijk krijgen is de afgelopen jaren alleen maar gedaald. En net nu is afgesproken dat hun bekostiging meer dan ooit wordt bepaald door het aantal studenten dat op jaarbasis bij hen staat ingeschreven, komt staatssecretaris Bruins van Onderwijs met het plan om studeren in het buitenland wereldwijd te subsidiëren.
De koepelorganisaties onderschatten dat de internationaliseringsagenda zeer breed wordt gedragen. PvdA-leider Wouter Bos heeft meermalen laten weten dat zijn partij het kennisniveau van de Nederlandse bevolking belangrijker acht dan de financiële positie van (individuele) instellingen. De VVD is via Mark Rutte . thans partijleider . en de huidige staatssecretaris Bruins verantwoordelijk voor het plan om de studiefinanciering wereldwijd ‘meeneembaar’ te maken. De ministerraad is akkoord, dus de kans dat het CDA nog hard tegen het voorstel gaat schoppen, is evenmin groot.
Nog vreemder wordt de lobby van de koepelorganisaties als men bedenkt dat het saldo van de internationalisering positief is voor het Nederlandse hoger onderwijs. De jongste cijfers tonen aan dat 17,5 duizend studenten een opleiding in het buitenland volgen, maar dat de Nederlandse instellingen omgekeerd 48,5 duizend buitenlandse studenten ontvangen.
De Tweede Kamer is de instellingen dit voorjaar nog ter wille geweest. Toen voormalig staatssecretaris Rutte de meeneembaarheid van studiefinanciering binnen Europa regelde, schreef hij de Tweede Kamer dat hij dit wilde financieren met de afschaffing van de zogenaamde Raulin-vergoeding. Daarmee kunnen studenten uit de Europese Unie een deel van hun Nederlandse studiekosten betalen. Rutte wilde deze tegemoetkoming inwisselen voor een – goedkoper – collegegeldkrediet voor buitenlandse studenten.
Dat schoot de instellingen, maar ook het parlement, in het verkeerde keelgat: vooral voor de grote groep Duitsers . die in eigen land gratis of voor ‘slechts’ duizend euro per jaar studeren . zou dat een argument kunnen zijn om Nederland voortaan te mijden. De Raulin-vergoeding moest vooralsnog blijven in afwachting van een aanvaardbaar alternatief.
Met hun nieuwste eis – compensatie voor het financiële gat dat wegtrekkende Nederlandse studenten veroorzaken – dreigen de universiteiten hun hand te overspelen.
Hogescholen en universiteiten doen er goed aan om hun bezwaren te schrappen en keihard te werken aan onderwijs met een duidelijke internationale oriëntatie. Nederlandse studenten kunnen dan uitwisselingsprogramma’s volgen aan buitenlandse partnerinstellingen, en ook voor buitenlandse studenten is de instelling dan extra aantrekkelijk.
Het goede nieuws ten slotte is dat de internationale onderwijsmarkt volgens internationaliseringsorganisatie Nuffic de komende jaren telkens met 10 procent groeit, dus het kan alleen maar beter worden. (HOP)
Comments are closed.