Het gaat allemaal niet snel genoeg, was de teneur in de Tweede Kamer tijdens een debat over de voortgang van het Techniekpact. Althans, bij de drie partijen die waren komen opdagen.
Anderhalf jaar na het sluiten van het Techniekpact tussen onderwijsinstellingen, werkgevers en de overheid is er echt veel gebeurd, benadrukte onderwijsminister Bussemaker tijdens een algemeen overleg. Er zijn bijvoorbeeld beurzen bijgekomen voor techniekstudenten, de instroom van technische opleidingen groeit en pabostudenten krijgen vanaf volgend collegejaar les in wetenschap en techniek. Ook in het basis- en voortgezet onderwijs gebeurt van alles om jongeren te enthousiasmeren voor techniek.
“Een papieren werkelijkheid”, kwalificeerde Tanja Jadnanansing (PvdA) een aantal maatregelen. “Waar is de voortgang”, riep ze uit tijdens de bijdrage van staatssecretaris Dekker. “Een jaar geleden hadden we precies hetzelfde gesprek.”
“Wanneer zie ik dit als ouder in de klas”, vroeg ook Kamerlid Anne-Wil Lucas (VVD) zich af. “Ik wil dat de minister haast maakt. Alle plannen moeten wél zichtbaar worden. Daar zijn we nog ver van verwijderd.”
Het beleid is daarnaast nog steeds versnipperd, aldus de Kamer. Enthousiastelingen starten mooie projecten, maar centrale regie ontbreekt. “We hadden afgesproken dat we alles meer zouden gaan bundelen”, zei Lucas tegen minister Bussemaker. “Daar zie ik onvoldoende vooruitgang in. Ik wil dat de minister regie neemt.”
Het moet inderdaad beter, gaf minister Bussemaker toe. “Ik snap het ongeduld, maar we kunnen laten zien dat er echt stappen gezet worden.” Kwaliteit gaat altijd boven snelheid, benadrukte ze. Een voorbeeld: de 24 pabo’s moesten deze zomer hun plannen inleveren om wetenschap en techniek in de opleiding te integreren. De helft van die plannen is door het ministerie afgewezen. “We willen wel snel, maar de kwaliteit mag niet ter discussie staan.”
Ook de numerus fixus van techniekopleidingen kwam opnieuw aan de orde. Wat is het Techniekpact nog waard als hogescholen jongeren afwijzen die voor techniek kiezen, vroeg D66-Kamerlid Kees Verhoeven zich af. “Als er een capaciteitsprobleem is, dan moet het Techniekpact nu zijn waarde gaan bewijzen. Zorg dat dit probleem wordt opgelost. Je kunt niet eerst aanmeldingen stimuleren en dan mensen gaan afwijzen. “
Bussemaker suste de ophef opnieuw. Veel opleidingen hebben de capaciteit hoger vastgesteld dan het huidige aantal eerstejaars, er zullen dus nauwelijks mensen worden afgewezen. Bovendien hebben de meeste technische opleidingen geen studentenstop, dus kunnen studenten altijd nog uitwijken naar een andere stad, of een andere opleiding.
“Ik wil dat de minister zegt dat er niemand geweigerd kan worden”, reageerde Lucas. Ook Verhoeven liet zich niet zomaar gerust stellen. Het Techniekpact is volgens hem weinig waard als de ondertekenaars samen niet kunnen voorkomen dat onderwijsinstellingen studenten moeten weigeren.
De minister kon niets beloven. Het is de taak van de nieuwe ‘aanjager’ Doekle Terpstra om samen met hogescholen en bedrijven in de regio naar oplossingen te zoeken, benadrukte ze.
Verhoeven laat het er niet bij zitten. Bussemaker moet de Kamer in het voorjaar een definitief overzicht geven van alle opleidingen met een numerus fixus. Verhoeven wil het probleem dan opnieuw bespreken.
Bij het debat vandaag waren slechts drie Kamerleden aanwezig. “Dat is zorgelijk”, begon Verhoeven zijn bijdrage. Ze zaten tegenover een zware kabinetsdelegatie: minister Bussemaker staatssecretaris Dekker van Onderwijs waren aanwezig, evenals minister Kamp van Economische Zaken.
Comments are closed.