Onderwijs

Kamer houdt vast aan studiestop

De drie regeringsfracties PvdA, VVD en D66 willen per se dat studenten hun studie een jaar kunnen onderbreken zonder dat dit ten koste gaat van hun studiefinanciering.

Minister Ritzen is niet op voorhand bereid hieraan toe te geven, maar lijkt uiteindelijk toch door de knieën te gaan.

Elke student die een vierjarige opleiding volgt moet aan zes jaar genoeg hebben, schrijft Ritzen in de toelichting bij zijn definitieve wetsvoorstel voor de prestatiebeurs. Wie een jaar naar het buitenland wil, een jaar wil gaan werken of voor een kind wil zorgen, houdt nog altijd een jaar over, aldus Ritzen. ,,Het is niet wenselijk om te doen alsof het bij de termijn van zes jaar gaat om een termijn ‘die de beschikbare studietijd’ is”, schrijft Ritzen. ,,Neen, de studietijd is vier jaar.” Dat betekent dat wie na zes jaar zijn diploma niet heeft, tenminste drie jaar studiefinanciering moet terugbetalen aan de overheid.

Studenten die een jaar bestuurswerk willen verrichten, of door ziekte studietijd verliezen, kunnen bij hun universiteit of hogeschool een beroep doen op het afstudeerfonds (vroeger het auditorenfonds), schrijft Ritzen aan de Kamer. Voor hen hoeft de diplomatermijn dus niet te worden opgerekt.

Wordt de termijn wel verlengd, dan worden universiteiten en hogescholen minder gestimuleerd om het onderwijs te verbeteren, vindt Ritzen. Bovendien kost verlenging ook geld. Immers, minder studenten zullen hun beurs moeten terugbetalen.

Met zijn weigering stoot Ritzen de Tweede Kamer voor het hoofd. De regeringsfracties PvdA, VVD en D66 vinden het onbillijk dat studenten die een goede reden hebben om de klok een jaar stil te zetten die mogelijkheid wordt ontnomen. ,,Ik ben het met Ritzen eens dat de druk op de ketel moet blijven”, aldus M. de Vries (VVD). ,,Een verlenging naar zeven jaar voor iedereen gaat dan te ver. Maar ik hecht er wel aan dat een beperkte groep de klok kan stilzetten.” PvdA en D66 zijn dezelfde mening toegedaan. D66 is desnoods bereid om alle studenten er een jaar bij te geven, aldus woordvoerder B. Bakker.

Ondanks Ritzens weigering is de verwachting dat de minister door de knieën zal gaan tijdens het kamerdebat over het wetsvoorstel, dat later deze maand plaatsheeft. De drie regeringsfracties werken al aan diverse amendementen. Twee varianten worden besproken: één waarbij een beperkte groep de klok een jaar mag stilzetten, en één waarbij de termijn voor alle studenten naar zeven jaar gaat. De laatste optie is administratief veel simpeler. De fracties bezien tevens welke financiële schade hun voorkeur veroorzaakt, en hoe die kan worden gedekt.

Twee weken geleden leek Ritzen al terug te komen op zijn mening dat zes jaar genoeg is voor iedereen. Een woordvoerder deelde mee dat er ,,links- dan wel rechtsom een oplossing” zou komen voor studenten die een jaar dreigden te verliezen. Toen de Tweede Kamer de minister vorige week om opheldering vroeg, zei Ritzen dat zijn woordvoerder zich verkeerd had uitgelaten. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

De drie regeringsfracties PvdA, VVD en D66 willen per se dat studenten hun studie een jaar kunnen onderbreken zonder dat dit ten koste gaat van hun studiefinanciering. Minister Ritzen is niet op voorhand bereid hieraan toe te geven, maar lijkt uiteindelijk toch door de knieën te gaan.

Elke student die een vierjarige opleiding volgt moet aan zes jaar genoeg hebben, schrijft Ritzen in de toelichting bij zijn definitieve wetsvoorstel voor de prestatiebeurs. Wie een jaar naar het buitenland wil, een jaar wil gaan werken of voor een kind wil zorgen, houdt nog altijd een jaar over, aldus Ritzen. ,,Het is niet wenselijk om te doen alsof het bij de termijn van zes jaar gaat om een termijn ‘die de beschikbare studietijd’ is”, schrijft Ritzen. ,,Neen, de studietijd is vier jaar.” Dat betekent dat wie na zes jaar zijn diploma niet heeft, tenminste drie jaar studiefinanciering moet terugbetalen aan de overheid.

Studenten die een jaar bestuurswerk willen verrichten, of door ziekte studietijd verliezen, kunnen bij hun universiteit of hogeschool een beroep doen op het afstudeerfonds (vroeger het auditorenfonds), schrijft Ritzen aan de Kamer. Voor hen hoeft de diplomatermijn dus niet te worden opgerekt.

Wordt de termijn wel verlengd, dan worden universiteiten en hogescholen minder gestimuleerd om het onderwijs te verbeteren, vindt Ritzen. Bovendien kost verlenging ook geld. Immers, minder studenten zullen hun beurs moeten terugbetalen.

Met zijn weigering stoot Ritzen de Tweede Kamer voor het hoofd. De regeringsfracties PvdA, VVD en D66 vinden het onbillijk dat studenten die een goede reden hebben om de klok een jaar stil te zetten die mogelijkheid wordt ontnomen. ,,Ik ben het met Ritzen eens dat de druk op de ketel moet blijven”, aldus M. de Vries (VVD). ,,Een verlenging naar zeven jaar voor iedereen gaat dan te ver. Maar ik hecht er wel aan dat een beperkte groep de klok kan stilzetten.” PvdA en D66 zijn dezelfde mening toegedaan. D66 is desnoods bereid om alle studenten er een jaar bij te geven, aldus woordvoerder B. Bakker.

Ondanks Ritzens weigering is de verwachting dat de minister door de knieën zal gaan tijdens het kamerdebat over het wetsvoorstel, dat later deze maand plaatsheeft. De drie regeringsfracties werken al aan diverse amendementen. Twee varianten worden besproken: één waarbij een beperkte groep de klok een jaar mag stilzetten, en één waarbij de termijn voor alle studenten naar zeven jaar gaat. De laatste optie is administratief veel simpeler. De fracties bezien tevens welke financiële schade hun voorkeur veroorzaakt, en hoe die kan worden gedekt.

Twee weken geleden leek Ritzen al terug te komen op zijn mening dat zes jaar genoeg is voor iedereen. Een woordvoerder deelde mee dat er ,,links- dan wel rechtsom een oplossing” zou komen voor studenten die een jaar dreigden te verliezen. Toen de Tweede Kamer de minister vorige week om opheldering vroeg, zei Ritzen dat zijn woordvoerder zich verkeerd had uitgelaten. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.