Julia van Deventer: ‘Ik heb een impopulaire mening’

Door Connie van Uffelen / Marjolein van der Veldt

Wij hoorden geluiden dat je uit de fractie bent gezet. Klopt dat?
“Dat klopt niet. We waren in overleg over iets en kwamen daar met elkaar niet uit. Ik heb toen gezegd dat als het niet op die manier zou gebeuren, het beter was om te scheiden.”

Over welk type onderwerp ging het?
“Daar wil ik niet op ingaan. Dat willen we liever binnen de fractie houden.”

Zie je op tegen doorgaan in je eentje?
 “Ja, ik zag vooral op tegen deze eerste vergadering, waarin dit nieuws naar buiten kwam. Ik wilde eigenlijk dat het later bekend zou worden, omdat ik eerst juridisch wilde kijken of ik als eenvrouwsfractie door kan gaan. Maar het bericht stond al op de Facebook-pagina van Lijst Bèta.”

Is daar geen overleg over geweest?
“Lijst Bèta vroeg of het goed was dat er een post op Facebook verscheen. Dat vond ik goed, maar ik had geen akkoord gegeven over de datum van publiceren. Het stond vijf minuten later al op de website.” (Lijst Bèta laat weten dat daar onvoldoende over is gecommuniceerd, red.)

Is het al eens eerder gebeurd dat mensen uit de fractie gaan?
“Het is nooit eerder gebeurd dat iemand in zijn eentje doorging. Er zijn wel mensen eerder gestopt, bij AAG (een van de voorgangers van Lijst Bèta, red.). Bij Lijst Bèta is vorig jaar ook iemand gestopt, maar die plek werd weer opgevuld.”

Hoe is het om nu weer met elkaar één studentenraad te vormen?
“De woede ligt niet bij mij. Er zijn fouten gemaakt aan beide kanten. Als ik maar mijn dingetje kan doen dan kan de rest dat ook. Mijn vragen tijdens de overlegvergadering over het protest voor #WOinActie waren nu niet namens de studentenraad, maar namens mijzelf. Oras en Lijst Bèta hebben een afspraak over hoe ze samenwerken, maar ik niet. Ik heb nu tijdens de interne voorvergadering gezegd dat ik deze vragen wilde stellen. De rest wilde niet activistisch zijn.”

Heb je getwijfeld over stoppen met de studentenraad?
“Ook dat heb ik overwogen, maar ik heb campagne gevoerd en er veel tijd ingestoken. Ik heb blijkbaar een impopulaire mening. Dat is juist een reden voor mij om niet te stoppen.”

Op welke onderwerpen zul je je straks vooral richten?
“Ik ga niet alle dossiers doen. Een van de dingen waar ik me op zal richten is de protestbeweging, het meer activistische. Ik houd me graag bezig met strategisch beleid. We hebben een instroomprobleem en ik ga me daar tegenaan bemoeien.”

Wat is jouw visie op die instroom?
“Genoeg is genoeg. De TU kan eigenlijk niet meer groeien. Er moet nu acuut een plan komen. Welk? Daar houd ik me afzijdig van, ik kijk waar de TU mee komt.”