Campus

‘Je moet een woest en wild plan kunnen uitvoeren’

Het manifest ‘Naar een universitair reveil’ zorgt voor beroering in universitair Nederland. De Delftse ondertekenaars houden vast aan hun kritiek.

/strong>

De Nederlandse universiteiten zijn in verval. Wetenschappers voelen zich ‘bekneld door een keurslijf van regels en oekazes’. Vijftig procent van het personeel aan universiteiten is geen wetenschapper. Nieuw wetenschappelijk bloed is moeilijk te krijgen. Het perspectief voor jonge wetenschappers is duister, de beloning mager. Studenten zijn ontevreden over het massale onderwijs dat ze aangeboden krijgen, maar doen niets met die onvrede. Ze maken zich alleen druk om hun cv.

Het is geen vrolijkstemmend beeld dat de opstellers van ‘Naar een universitair reveil schetsen. Nieuw is het niet. Zeven jaar geleden leverden Piet Vroon en André Klukhuhn onder massale media-belangstelling hun doctorstitel in als protest tegen de universitaire neergang.


1 Illustratie: Gripp

Opvallend was dit keer wel de heftigheid van de reactie op het manifest. De Leidse rector Willem Albert Wagenaar repte in NRC Handelsblad van ‘een dolkstoot in de rug van de universiteiten’. Het manifest verwijt universiteitsbestuurders dat ze ‘signalen van onvrede’ veronachtzamen. Volgens Wagenaar zijn de opstellers in meerderheid emeriti, die geen actuele kennis meer hebben van de ontwikkelingen aan de universiteit.

Eén van de drie Delftse ondertekenaars ‘ prof.dr.ir. Arie van de Beukel ‘ is inderdaad emeritus. Filosoof prof.mr.dr. Paul Cliteur, volgens Wagenaar ‘allang met pensioen’, heeft als mid-veertiger nog een aardig academisch leven voor zich. De reactie van Wagenaar verbaast hem. ,,Het was niet mijn bedoeling deze of gene universitair bestuurder verwijten te maken.”

Cliteurs voornaamste zorg, zegt hij, betreft de groei van de tweede (NWO en KNAW) en derde geldstroom. ,,Ook aan de tweede geldstroom zitten bedenkelijke kanten. Projectvoorstellen voor NWO worden anoniem beoordeeld door je collega’s. Je ideeën worden dus op hun Procrustes-bed gelegd. Dat nodigt niet uit tot geprofileerde wetenschap, eerder tot het volgen van de gebaande paden. Terwijl je juist ook een woest en wild plan waar nog niemand aan toe is, moet kunnen uitvoeren.”

Cliteur wil de onafhankelijkheid van de wetenschapper gewaarborgd zien, zoals dat met de rechterlijke macht gebeurt. ,,Rechters worden voor het leven benoemd en hun onafhankelijkheid is bij wet vastgelegd. In de wetenschap zijn we daar ver van afgedwaald.”

Ook de derde Delftse ondertekenaar, filosoof prof.ir. Egbert Schuurman, beoordeelt de situatie aan de Nederlandse universiteiten als ‘ernstig’. ,,De zucht naar specialisatie neemt toe. Docenten en studenten zijn gericht op prestatie, door het keurslijf dat de overheid ze oplegt. Universele kennis telt daardoor niet meer, alleen maar gereduceerde kennis. De studenten zijn nog even slimals vroeger, maar de omstandigheden waaronder ze moeten studeren, zijn door tempo- en prestatiebeurzen danig verslechterd.”

Schuurman ziet de onvrede om zich heen toenemen. ,,Tamelijk veel hoogleraren verdwijnen in de vut. Dat is vreemd, als je de geschiedenis van het hoogleraarsambt bekijkt. De vrije onderzoeksruimte is schaars geworden en daar zuchten hoogleraren onder.”

Schuurman, tevens fractievoorzitter van de RPF in de Eerste Kamer, doceert aan drie universiteiten: Delft, Eindhoven en Wageningen. Ziet hij nog onderlinge verschillen? ,,Aan de Landbouwuniversiteit heeft men een bredere oriëntatie. Ook door de crisis in de landbouw is er voortdurend discussie over de landbouwwetenschap zelf. In Delft en Eindhoven bespeur ik nauwelijks kritische reflectie op wat aan de universiteit gebeurt.”
Smerige oorlog

Komt er ooit een universiteit-Zuid-Holland? Afgaande op het opleidingenaanbod van Delft, Leiden en Rotterdam zou dat prima kunnen. Delft heeft de techniek, Rotterdam economie en management en Leiden de rest van het Nederlandse scala. De Leidse rector Wagenaar lijkt echter geen oren naar regionale samenwerking te hebben. In tv-programma Buitenhof opende hij zondag een frontale aanval op het opleidingenaanbod van de Erasmus Universiteit. In gesprek met de Rotterdamse hoogleraar Arjo Klamer, één van de opstellers van het Manifest, liet hij zich ontvallen dat verzet tegen verschoolsing van de universiteit in Rotterdam wel op zijn plaats is. Rotterdam, sprak hij met een vies gezicht, herbergde immers ‘modieuze studies’ als European Law, kunst- en cultuurwetenschappen, en vrijetijdswetenschappen. De laatste studie is overigens niet in Rotterdam, maar in Tilburg. Leiden bezondigde zich volgens Wagenaar niet aan zo’n knieval voor de studentenaantallen.

De uitval naar Rotterdam lijkt gedurfd, omdat Leiden zelf toch ook niet geheel vrij is van ‘schoolse’ neigingen. Onder het Leidse bindend studieadvies-systeem worden bijvoorbeeld bonuspunten uitgereikt voor het actief bijwonen van werkcolleges. Wagenaar maakte zich bovendien schuldig aan een typisch geval van ‘de pot verwijt de ketel’. Hij rekende het de opstellers van het manifest aan dat ze de universiteiten met hun kritiek een slechte dienst bewezen. Dat Wagenaars ‘smerige oorlog’ in Den Haag een betere indruk maakt, lijkt echter onwaarschijnlijk.

De nieuwe voorzitter van de vereniging van universiteiten VSNU, opvolger van Rien Meijerink, wacht een loodzware taak. In de profielschets mag nu alvast ‘meester in conflictbeheersing’.

Het manifest ‘Naar een universitair reveil’ zorgt voor beroering in universitair Nederland. De Delftse ondertekenaars houden vast aan hun kritiek.

De Nederlandse universiteiten zijn in verval. Wetenschappers voelen zich ‘bekneld door een keurslijf van regels en oekazes’. Vijftig procent van het personeel aan universiteiten is geen wetenschapper. Nieuw wetenschappelijk bloed is moeilijk te krijgen. Het perspectief voor jonge wetenschappers is duister, de beloning mager. Studenten zijn ontevreden over het massale onderwijs dat ze aangeboden krijgen, maar doen niets met die onvrede. Ze maken zich alleen druk om hun cv.

Het is geen vrolijkstemmend beeld dat de opstellers van ‘Naar een universitair reveil schetsen. Nieuw is het niet. Zeven jaar geleden leverden Piet Vroon en André Klukhuhn onder massale media-belangstelling hun doctorstitel in als protest tegen de universitaire neergang.


1 Illustratie: Gripp

Opvallend was dit keer wel de heftigheid van de reactie op het manifest. De Leidse rector Willem Albert Wagenaar repte in NRC Handelsblad van ‘een dolkstoot in de rug van de universiteiten’. Het manifest verwijt universiteitsbestuurders dat ze ‘signalen van onvrede’ veronachtzamen. Volgens Wagenaar zijn de opstellers in meerderheid emeriti, die geen actuele kennis meer hebben van de ontwikkelingen aan de universiteit.

Eén van de drie Delftse ondertekenaars ‘ prof.dr.ir. Arie van de Beukel ‘ is inderdaad emeritus. Filosoof prof.mr.dr. Paul Cliteur, volgens Wagenaar ‘allang met pensioen’, heeft als mid-veertiger nog een aardig academisch leven voor zich. De reactie van Wagenaar verbaast hem. ,,Het was niet mijn bedoeling deze of gene universitair bestuurder verwijten te maken.”

Cliteurs voornaamste zorg, zegt hij, betreft de groei van de tweede (NWO en KNAW) en derde geldstroom. ,,Ook aan de tweede geldstroom zitten bedenkelijke kanten. Projectvoorstellen voor NWO worden anoniem beoordeeld door je collega’s. Je ideeën worden dus op hun Procrustes-bed gelegd. Dat nodigt niet uit tot geprofileerde wetenschap, eerder tot het volgen van de gebaande paden. Terwijl je juist ook een woest en wild plan waar nog niemand aan toe is, moet kunnen uitvoeren.”

Cliteur wil de onafhankelijkheid van de wetenschapper gewaarborgd zien, zoals dat met de rechterlijke macht gebeurt. ,,Rechters worden voor het leven benoemd en hun onafhankelijkheid is bij wet vastgelegd. In de wetenschap zijn we daar ver van afgedwaald.”

Ook de derde Delftse ondertekenaar, filosoof prof.ir. Egbert Schuurman, beoordeelt de situatie aan de Nederlandse universiteiten als ‘ernstig’. ,,De zucht naar specialisatie neemt toe. Docenten en studenten zijn gericht op prestatie, door het keurslijf dat de overheid ze oplegt. Universele kennis telt daardoor niet meer, alleen maar gereduceerde kennis. De studenten zijn nog even slimals vroeger, maar de omstandigheden waaronder ze moeten studeren, zijn door tempo- en prestatiebeurzen danig verslechterd.”

Schuurman ziet de onvrede om zich heen toenemen. ,,Tamelijk veel hoogleraren verdwijnen in de vut. Dat is vreemd, als je de geschiedenis van het hoogleraarsambt bekijkt. De vrije onderzoeksruimte is schaars geworden en daar zuchten hoogleraren onder.”

Schuurman, tevens fractievoorzitter van de RPF in de Eerste Kamer, doceert aan drie universiteiten: Delft, Eindhoven en Wageningen. Ziet hij nog onderlinge verschillen? ,,Aan de Landbouwuniversiteit heeft men een bredere oriëntatie. Ook door de crisis in de landbouw is er voortdurend discussie over de landbouwwetenschap zelf. In Delft en Eindhoven bespeur ik nauwelijks kritische reflectie op wat aan de universiteit gebeurt.”
Smerige oorlog

Komt er ooit een universiteit-Zuid-Holland? Afgaande op het opleidingenaanbod van Delft, Leiden en Rotterdam zou dat prima kunnen. Delft heeft de techniek, Rotterdam economie en management en Leiden de rest van het Nederlandse scala. De Leidse rector Wagenaar lijkt echter geen oren naar regionale samenwerking te hebben. In tv-programma Buitenhof opende hij zondag een frontale aanval op het opleidingenaanbod van de Erasmus Universiteit. In gesprek met de Rotterdamse hoogleraar Arjo Klamer, één van de opstellers van het Manifest, liet hij zich ontvallen dat verzet tegen verschoolsing van de universiteit in Rotterdam wel op zijn plaats is. Rotterdam, sprak hij met een vies gezicht, herbergde immers ‘modieuze studies’ als European Law, kunst- en cultuurwetenschappen, en vrijetijdswetenschappen. De laatste studie is overigens niet in Rotterdam, maar in Tilburg. Leiden bezondigde zich volgens Wagenaar niet aan zo’n knieval voor de studentenaantallen.

De uitval naar Rotterdam lijkt gedurfd, omdat Leiden zelf toch ook niet geheel vrij is van ‘schoolse’ neigingen. Onder het Leidse bindend studieadvies-systeem worden bijvoorbeeld bonuspunten uitgereikt voor het actief bijwonen van werkcolleges. Wagenaar maakte zich bovendien schuldig aan een typisch geval van ‘de pot verwijt de ketel’. Hij rekende het de opstellers van het manifest aan dat ze de universiteiten met hun kritiek een slechte dienst bewezen. Dat Wagenaars ‘smerige oorlog’ in Den Haag een betere indruk maakt, lijkt echter onwaarschijnlijk.

De nieuwe voorzitter van de vereniging van universiteiten VSNU, opvolger van Rien Meijerink, wacht een loodzware taak. In de profielschets mag nu alvast ‘meester in conflictbeheersing’.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.