Onderwijs

IOO: 500 miljoen onhaalbaar op korte termijn

Forse bezuinigingen in het hoger onderwijs gaan op korte termijn beslist ten koste van de kwaliteit en toegankelijkheid. De geplande bezuiniging van een half miljard in 1998 is dan ook geen reëel streven.

br />
Dit zegt onderzoeker P. Vrancken van het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven (IOO) in een toelichting op het onlangs verschenen Jaarboek Overheidsuitgaven van IOO. Andere onderzoekers van IOO maken deel uit van de werkgroep die een technisch onderzoek verricht naar de mogelijke bezuinigingen in het hoger onderwijs.

In het Jaarboek stellen Vrancken en zijn collega H. Haring dat nieuwe bezuinigingen ten koste zullen gaan van de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Handhaving daarvan is juist een uitgangspunt van het overheidsbeleid. Mogelijkheden om op korte termijn zonder schade te bezuinigen zijn er echter nauwelijks, aldus Vrancken. Reagerend op voorstellen van het ministerie van financiën, zegt Vrancken dat taakverdeling en concentratie ,,per saldo vrijwel niets opleveren”.

Vergroting van de efficiency acht hij de enige reële mogelijkheid om geld te besparen. De verwachtingen over de opbrengst daarvan zijn echter overtrokken. Een rapport van IOO en het Twentse onderzoekcentrum CSHOB daarover is volgens Vrancken ‘veel te optimistisch’ geïnterpreteerd. ,,Er is wel enige ruimte, maar lang niet zoveel dat de gehele bezuiniging op het hoger onderwijs wordt gehaald.” Concrete bedragen wil Vrancken niet noemen.
Concurrentie

Op de langere termijn kunnen er volgens het Jaarboek wel substantiële bedragen worden bezuinigd, als universiteiten en hogescholen veel meer vrijheden krijgen om eigen inkomsten te verwerven, bijvoorbeeld door een hoger collegegeld te heffen. Vrancken en Haring bepleiten een vergaande vorm van concurrentie tussen de instellingen. De ene universiteit of hogeschool zal veel meer collegegeld vragen dan de andere, de lengte van een opleiding kan uiteen gaan lopen en daardoor ook de kwaliteit. Vooralsnog worden slechts ,,schoorvoetende pogingen ondernomen” om concurrentie mogelijk te maken, aldus Vrancken. ,,Er moet radicaal worden gebroken met het bestaande beleid.”

Selectie aan de poort levert volgens IOO nauwelijks geld op. Ook zien de onderzoekers niets in plannen om opleidingen te splitsen in een basis- en een vervolgdeel, waarbij de student het tweede deel zelf moet bekostigen. Volgens Vrancken zullen studenten massaal door de kosten worden afgeschrikt. ,,Een opleiding moet als een geheel worden aangeboden.”

Het betreffende hoofdstuk uit het Jaarboek is overhandigd aan de werkgroep die het technisch onderzoek uitvoert. Ambtenaren van het ministerie van financiën becijferden eind augustus dat het hoger onderwijs al in 1998 zo’n zeshonderd miljoen gulden kan bezuinigen.

De eerste resultaten van het onderzoek worden binnen twee weken verwacht. De eerder geplande datum van 1 november bleek niet haalbaar. (HOP/P.E.)

Peter Evelein

Forse bezuinigingen in het hoger onderwijs gaan op korte termijn beslist ten koste van de kwaliteit en toegankelijkheid. De geplande bezuiniging van een half miljard in 1998 is dan ook geen reëel streven.

Dit zegt onderzoeker P. Vrancken van het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven (IOO) in een toelichting op het onlangs verschenen Jaarboek Overheidsuitgaven van IOO. Andere onderzoekers van IOO maken deel uit van de werkgroep die een technisch onderzoek verricht naar de mogelijke bezuinigingen in het hoger onderwijs.

In het Jaarboek stellen Vrancken en zijn collega H. Haring dat nieuwe bezuinigingen ten koste zullen gaan van de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Handhaving daarvan is juist een uitgangspunt van het overheidsbeleid. Mogelijkheden om op korte termijn zonder schade te bezuinigen zijn er echter nauwelijks, aldus Vrancken. Reagerend op voorstellen van het ministerie van financiën, zegt Vrancken dat taakverdeling en concentratie ,,per saldo vrijwel niets opleveren”.

Vergroting van de efficiency acht hij de enige reële mogelijkheid om geld te besparen. De verwachtingen over de opbrengst daarvan zijn echter overtrokken. Een rapport van IOO en het Twentse onderzoekcentrum CSHOB daarover is volgens Vrancken ‘veel te optimistisch’ geïnterpreteerd. ,,Er is wel enige ruimte, maar lang niet zoveel dat de gehele bezuiniging op het hoger onderwijs wordt gehaald.” Concrete bedragen wil Vrancken niet noemen.
Concurrentie

Op de langere termijn kunnen er volgens het Jaarboek wel substantiële bedragen worden bezuinigd, als universiteiten en hogescholen veel meer vrijheden krijgen om eigen inkomsten te verwerven, bijvoorbeeld door een hoger collegegeld te heffen. Vrancken en Haring bepleiten een vergaande vorm van concurrentie tussen de instellingen. De ene universiteit of hogeschool zal veel meer collegegeld vragen dan de andere, de lengte van een opleiding kan uiteen gaan lopen en daardoor ook de kwaliteit. Vooralsnog worden slechts ,,schoorvoetende pogingen ondernomen” om concurrentie mogelijk te maken, aldus Vrancken. ,,Er moet radicaal worden gebroken met het bestaande beleid.”

Selectie aan de poort levert volgens IOO nauwelijks geld op. Ook zien de onderzoekers niets in plannen om opleidingen te splitsen in een basis- en een vervolgdeel, waarbij de student het tweede deel zelf moet bekostigen. Volgens Vrancken zullen studenten massaal door de kosten worden afgeschrikt. ,,Een opleiding moet als een geheel worden aangeboden.”

Het betreffende hoofdstuk uit het Jaarboek is overhandigd aan de werkgroep die het technisch onderzoek uitvoert. Ambtenaren van het ministerie van financiën becijferden eind augustus dat het hoger onderwijs al in 1998 zo’n zeshonderd miljoen gulden kan bezuinigen.

De eerste resultaten van het onderzoek worden binnen twee weken verwacht. De eerder geplande datum van 1 november bleek niet haalbaar. (HOP/P.E.)

Peter Evelein

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.