Alleen de Griekse student, een jongen met zwart haar, blauwe ogen en een strak kettinkje om zijn nek, kwam naar de tentameninzage. Hij had net een voldoende en haalde alles uit de kast voor een hoger cijfer.
br />
Eerst hakken in het zand. Het tentamen was niet duidelijk. Bovendien was ik te streng geweest. Dit antwoord bijvoorbeeld was toch gewoon goed? Ja, het kon wel zijn dat het niet precies zo in dat boek stond, maar het was toch ongeveer hetzelfde?
Hij zag dat zijn gestampvoet mij halsstarriger maakte en probeerde een volgende strategie. Wanhopig hief hij zijn handen op en riep met Grieks accent: “But why? I ask you: Why?” Wist ik wel wat de consequenties voor hem zouden zijn?
Daarna begon hij te flirten. Hij las zijn antwoorden lachend op. Eindelijk ontdooide ik, maar mijn mantra bleef, als altijd, ‘geen punt erbij’. Op dat moment zag ik dat ik een fout had gemaakt bij het optellen van de punten. Hij had recht op 0,1 verhoging van zijn eindcijfer.
“Thank you. But I really need 0,3 more”, zei hij zakelijk alsof hij inging op mijn openingsbod. Kon hij dat niet even met mij regelen. Voor mij was die 0,3 niet belangrijk, voor hem wel. Ik kon bijvoorbeeld voor vraag 1c best wat meer credits geven, vulde hij behulpzaam in. “Niemand hoeft het te weten”, zei hij terwijl hij knipoogde.
“Ik kan je niet zomaar 0,3 punt erbij geven.” Hij keek me net iets te lang in mijn ogen, maar ik liet de stilte voor wat het was en we speelden de chicken game.
“But I could try it, no?”, zei hij tenslotte en lachte van oor tot oor. Hij liep op zijn gemak het zaaltje uit en keek nog eens over zijn schouder vertraagd achterom, een wijsvinger ter begroeting opstekend alsof hij James Dean was.
Dr. Willemijn Dicke is universitair hoofddocent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Ze schrijft vanaf deze week om toerbeurt een column op deze plek.
Alleen de Griekse student, een jongen met zwart haar, blauwe ogen en een strak kettinkje om zijn nek, kwam naar de tentameninzage. Hij had net een voldoende en haalde alles uit de kast voor een hoger cijfer.
Eerst hakken in het zand. Het tentamen was niet duidelijk. Bovendien was ik te streng geweest. Dit antwoord bijvoorbeeld was toch gewoon goed? Ja, het kon wel zijn dat het niet precies zo in dat boek stond, maar het was toch ongeveer hetzelfde?
Hij zag dat zijn gestampvoet mij halsstarriger maakte en probeerde een volgende strategie. Wanhopig hief hij zijn handen op en riep met Grieks accent: “But why? I ask you: Why?” Wist ik wel wat de consequenties voor hem zouden zijn?
Daarna begon hij te flirten. Hij las zijn antwoorden lachend op. Eindelijk ontdooide ik, maar mijn mantra bleef, als altijd, ‘geen punt erbij’. Op dat moment zag ik dat ik een fout had gemaakt bij het optellen van de punten. Hij had recht op 0,1 verhoging van zijn eindcijfer.
“Thank you. But I really need 0,3 more”, zei hij zakelijk alsof hij inging op mijn openingsbod. Kon hij dat niet even met mij regelen. Voor mij was die 0,3 niet belangrijk, voor hem wel. Ik kon bijvoorbeeld voor vraag 1c best wat meer credits geven, vulde hij behulpzaam in. “Niemand hoeft het te weten”, zei hij terwijl hij knipoogde.
“Ik kan je niet zomaar 0,3 punt erbij geven.” Hij keek me net iets te lang in mijn ogen, maar ik liet de stilte voor wat het was en we speelden de chicken game.
“But I could try it, no?”, zei hij tenslotte en lachte van oor tot oor. Hij liep op zijn gemak het zaaltje uit en keek nog eens over zijn schouder vertraagd achterom, een wijsvinger ter begroeting opstekend alsof hij James Dean was.
Dr. Willemijn Dicke is universitair hoofddocent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Ze schrijft vanaf deze week om toerbeurt een column op deze plek.
Comments are closed.