Onderwijs

Inspectie: nog weinig effect ‘kwaliteit en studeerbaarheid’

De kwaliteit van het hoger onderwijs was in 1997 ‘redelijk’, vindt de Onderwijsinspectie, maar het wordt de studenten nog niet makkelijk gemaakt

Minister Ritzen stelde de afgelopen jaren een half miljard gulden beschikbaar om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren. Die investering moest ertoe leiden dat meer studenten hun diploma halen en ook korter over hun studie doen. Maar die droom is vooralsnog niet uitgekomen, blijkt uit het jaarverslag van de Onderwijsinspectie.

Universiteiten en hogescholen hebben een flink deel van de 500 miljoen gulden uitgegeven aan didactiek-cursussen voor docenten, computer-onderwijs en de opzet van nieuwe vakken. Maar veel resultaat leveren die extra inspanningen nog niet op, zegt de inspectie. Want studenten zijn vanwege hun schamele beurs steeds meer tijd kwijt aan een bijbaantje.

Bovendien is bij veel opleidingen de ‘kleine kwaliteit’ nog altijd niet in orde. Studenten ondervinden daar veel hinder van. Zo zijn de roosters vaak niet op tijd bekend, is de aanwezigheid van docenten onduidelijk, worden tentamens te laat nagekeken en zijn laboratoria of andere werkruimten en studieplekken nogal eens niet beschikbaar.

Uit de cijfers die de inspectie verzamelde, blijkt verder dat in het hbo twee van de drie studenten van zes jaar hun diploma gehaald. Bij de universiteiten ligt dat aantal veel lager. Alleen wo-bedrijfskunde komt in de buurt van het hbo-cijfer. Hbo-studenten doen ook korter over hun opleiding: ze studeren gemiddeld na 4,5 jaar af, terwijl hun universitaire collega’s daar een jaar langer over doen.

Universiteiten en hogescholen lichten hun studenten bovendien niet goed in over wat er van hen verlangd wordt in het onderwijs en bij tentamens. Dat zouden ze moeten doen in een zogeheten ‘onderwijs- en examenreglement’ (OER). De Onderwijsinspectie onderzocht 177 van zulke reglementen, 112 van hbo-studies en 65 van universitaire studies.

Geen enkel OER voldoet aan alle vereisten die de wet eraan stelt, ontdekte de inspectie. Uit sommige reglementen wordt niet duidelijk hoeveel uur er voor elk vak moet worden uitgetrokken. In andere ontbreekt informatie over de methode van tentamens afnemen. Weer andere leggen niet precies vast wat er van een scriptie verwacht wordt. De reglementen van universiteiten zijn doorgaans vollediger dan die van het hbo, maar wel vager. (HOP/MtW/HOb)

Minister Ritzen stelde de afgelopen jaren een half miljard gulden beschikbaar om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren. Die investering moest ertoe leiden dat meer studenten hun diploma halen en ook korter over hun studie doen. Maar die droom is vooralsnog niet uitgekomen, blijkt uit het jaarverslag van de Onderwijsinspectie.

Universiteiten en hogescholen hebben een flink deel van de 500 miljoen gulden uitgegeven aan didactiek-cursussen voor docenten, computer-onderwijs en de opzet van nieuwe vakken. Maar veel resultaat leveren die extra inspanningen nog niet op, zegt de inspectie. Want studenten zijn vanwege hun schamele beurs steeds meer tijd kwijt aan een bijbaantje.

Bovendien is bij veel opleidingen de ‘kleine kwaliteit’ nog altijd niet in orde. Studenten ondervinden daar veel hinder van. Zo zijn de roosters vaak niet op tijd bekend, is de aanwezigheid van docenten onduidelijk, worden tentamens te laat nagekeken en zijn laboratoria of andere werkruimten en studieplekken nogal eens niet beschikbaar.

Uit de cijfers die de inspectie verzamelde, blijkt verder dat in het hbo twee van de drie studenten van zes jaar hun diploma gehaald. Bij de universiteiten ligt dat aantal veel lager. Alleen wo-bedrijfskunde komt in de buurt van het hbo-cijfer. Hbo-studenten doen ook korter over hun opleiding: ze studeren gemiddeld na 4,5 jaar af, terwijl hun universitaire collega’s daar een jaar langer over doen.

Universiteiten en hogescholen lichten hun studenten bovendien niet goed in over wat er van hen verlangd wordt in het onderwijs en bij tentamens. Dat zouden ze moeten doen in een zogeheten ‘onderwijs- en examenreglement’ (OER). De Onderwijsinspectie onderzocht 177 van zulke reglementen, 112 van hbo-studies en 65 van universitaire studies.

Geen enkel OER voldoet aan alle vereisten die de wet eraan stelt, ontdekte de inspectie. Uit sommige reglementen wordt niet duidelijk hoeveel uur er voor elk vak moet worden uitgetrokken. In andere ontbreekt informatie over de methode van tentamens afnemen. Weer andere leggen niet precies vast wat er van een scriptie verwacht wordt. De reglementen van universiteiten zijn doorgaans vollediger dan die van het hbo, maar wel vager. (HOP/MtW/HOb)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.