Onderwijs

Ikea-pakket uit de jaren twintig

Brand, regen en modder bedreigen de boshutten van voormalig tbc-sanatorium Zonnestraal in Hilversum van architect Jan Duiker. Acht bouwkundestudenten knappen een van de vervallen boshutten op.

In de kelder van Bouwkunde lijkt een zwerver zich op te maken voor een barre winter. Achter witte schotten staat een winkelwagentje met latten, plastic en stukken staal. Daarnaast lijkt brandhout te liggen, wellicht voor de extra koude dagen. Het zijn vier grote houten panelen waarvan de verf is afgebladderd, de kozijnen verrot zijn en de ramen geen glas meer hebben. Niemand zou er een cent voor geven.

Maar wat in de krochten van het gebouw staat, is geen verzameling grofvuil, maar een van de veelgeprezen boshutten van de befaamde architect Jan Duiker. Jarenlange verwaarlozing zorgde ervoor dat de hutten in steeds verdere staat van ontbinding raakten. Acht masterstudenten konden het niet meer aanzien. Zij knappen een boshut op. Voor studiepunten.

“Voordat we de boshut naar Delft brachten, deed hij dienst als tuinhuisje”, zegt student Karin Meijer. “Mensen die vlakbij Zonnestraal wonen, hadden de huisjes in hun tuin gezet en bewaarden er hun schoppen, harken en grasmaaier in. Stichting Loosdrechtse Bos, die landgoed Zonnestraal beheert, heeft hen echte tuinhuisjes gegeven en de boshutten weer op het terrein van Zonnestraal gezet. De meeste zijn helemaal vervallen. Een paar weken geleden is er nog één door vandalen in brand gestoken.”

Zonnestraal werd nabij Hilversum in 1928 geopend als sanatorium voor tuberculosepatiënten. Voor patiënten die aan de beterende hand waren, bedacht Duiker boshutten, die rustiek tussen de bomen stonden. De oppervlakte is bijna negen vierkante meter, net genoeg voor een bed, een tafel met stoelen en een kast. Tot 1957 werd het sanatorium gebruikt, daarna deed het dienst als ziekenhuis. In 1993 sloot Zonnestraal zijn deuren. Alleen een paviljoen wordt nu nog gebruikt. Van de ruim vijftig boshutten zijn er nog acht over.

Duiker was zijn tijd ver vooruit, vinden de studenten. Als therapie mochten de zieken namelijk zelf hun boshut in elkaar zetten. “Dat had Duiker in zijn ontwerp meegenomen. De boshut is net een Ikea-pakket uit de jaren twintig”, zegt student Wibe Bulten. “Je klemt de vier houten wanden zo in elkaar en dan staat de hut al bijna. Alles is functioneel en zonder franje.”

Al vanaf maart zijn de studenten met de hut in de weer. Ze begonnen met een kleuranalyse, omdat de kleuren vervaagd zijn. “Daaruit blijkt dat de horizontale planken bruin waren, de verticale groen en de kozijnen oker”, zegt Meijer. “Ze gebruikten giftige carboleumverf, die nu verboden is. De binnenmuren waren van kaal hout, die konden de patiënten zelf verven.”

Het analyseren van de verf duurde langer dan gedacht. “Toen de boshut hier net stond, dachten we dat het opknappen zo gepiept zou zijn”, zegt student Carlijn Gunst. “Niet dus. We hebben maandenlang met een föhn en een krabber de verf er voorzichtig afgehaald. Dan schiet je maar twintig centimeter per uur op.”

Dat is juist de meerwaarde van het project, vindt begeleider ir. Lucas van Zuijlen van de afdeling restauratie, hergebruik en renovatie. “De studenten weten nu hoeveel werk het is om iets te restaureren”, zegt hij. “Ze leren veel over materialen. Ze zijn op excursie geweest naar een houtzagerij en weten nu wat voor hout toen werd gebruikt en hoe ze dat moeten behandelen. Duiker was als architect perfect op de hoogte van het meesterschap van timmermannen. Het is belangrijk dat bouwkundestudenten dat ook zien.”

Paviljoen Zonnestraal is een geliefd gebouw onder architecten. Ook Van Zuijlen heeft er een zwak voor. Hij restaureerde in 1995 de koepel van Zonnestraal. “Het is sociaal innovatief. Duiker dacht vanuit de patiënt. Zo bedacht hij een speciale ruimte voor bonte avonden en filmcabines. De boshutten passen daar perfect in. De patiënten die daar woonden, kwamen wat dichter bij de maatschappij en los van het sanatorium te staan.”

Die roemrijke geschiedenis maakt het renoveren extra speciaal, benadrukken de studenten. “Anders zaten we echt niet te wachten op een boshut”, zegt Meijer. Ook oud-patiënten en verpleegkundigen reageren verheugd op de renovatie. Binnenkort houden de studenten gesprekken met oud-bewoners, om nog beter te begrijpen hoe de boshutten vroeger werden gebruikt.

De studenten hopen voor de kerst klaar te zijn. De boshut moet er dan weer bijstaan als in zijn beste jaren. Met een nieuwe lik verf, stevige kozijnen en ramen. De studenten en Van Zuijlen hopen dat hun project navolging krijgt, zodat de andere boshutten ook worden opgeknapt.

Als de boshut is gerenoveerd, komt hij weer in het bos bij Zonnestraal te staan. De boshut zal dienst doen als trekkershut. “We herstellen het gebouw in de oorspronkelijke staat”, zegt Gunst. “Dus zonder verwarming. En de sanitaire voorzieningen staan buiten op het terrein.”

Wie van de studenten het eerst mag logeren in de opgeknapte boshut, is nu al onderdeel van discussie. “Dat wordt vechten”, zegt Gunst lachend. “Waarschijnlijk zetten we er twee stapelbedden in en wat tentjes om de hut heen. Zodat we er allemaal bij kunnen zijn.”

Het opknappen van de oude boshut kost meer tijd dan gedacht. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

In de kelder van Bouwkunde lijkt een zwerver zich op te maken voor een barre winter. Achter witte schotten staat een winkelwagentje met latten, plastic en stukken staal. Daarnaast lijkt brandhout te liggen, wellicht voor de extra koude dagen. Het zijn vier grote houten panelen waarvan de verf is afgebladderd, de kozijnen verrot zijn en de ramen geen glas meer hebben. Niemand zou er een cent voor geven.

Maar wat in de krochten van het gebouw staat, is geen verzameling grofvuil, maar een van de veelgeprezen boshutten van de befaamde architect Jan Duiker. Jarenlange verwaarlozing zorgde ervoor dat de hutten in steeds verdere staat van ontbinding raakten. Acht masterstudenten konden het niet meer aanzien. Zij knappen een boshut op. Voor studiepunten.

“Voordat we de boshut naar Delft brachten, deed hij dienst als tuinhuisje”, zegt student Karin Meijer. “Mensen die vlakbij Zonnestraal wonen, hadden de huisjes in hun tuin gezet en bewaarden er hun schoppen, harken en grasmaaier in. Stichting Loosdrechtse Bos, die landgoed Zonnestraal beheert, heeft hen echte tuinhuisjes gegeven en de boshutten weer op het terrein van Zonnestraal gezet. De meeste zijn helemaal vervallen. Een paar weken geleden is er nog één door vandalen in brand gestoken.”

Zonnestraal werd nabij Hilversum in 1928 geopend als sanatorium voor tuberculosepatiënten. Voor patiënten die aan de beterende hand waren, bedacht Duiker boshutten, die rustiek tussen de bomen stonden. De oppervlakte is bijna negen vierkante meter, net genoeg voor een bed, een tafel met stoelen en een kast. Tot 1957 werd het sanatorium gebruikt, daarna deed het dienst als ziekenhuis. In 1993 sloot Zonnestraal zijn deuren. Alleen een paviljoen wordt nu nog gebruikt. Van de ruim vijftig boshutten zijn er nog acht over.

Duiker was zijn tijd ver vooruit, vinden de studenten. Als therapie mochten de zieken namelijk zelf hun boshut in elkaar zetten. “Dat had Duiker in zijn ontwerp meegenomen. De boshut is net een Ikea-pakket uit de jaren twintig”, zegt student Wibe Bulten. “Je klemt de vier houten wanden zo in elkaar en dan staat de hut al bijna. Alles is functioneel en zonder franje.”

Al vanaf maart zijn de studenten met de hut in de weer. Ze begonnen met een kleuranalyse, omdat de kleuren vervaagd zijn. “Daaruit blijkt dat de horizontale planken bruin waren, de verticale groen en de kozijnen oker”, zegt Meijer. “Ze gebruikten giftige carboleumverf, die nu verboden is. De binnenmuren waren van kaal hout, die konden de patiënten zelf verven.”

Het analyseren van de verf duurde langer dan gedacht. “Toen de boshut hier net stond, dachten we dat het opknappen zo gepiept zou zijn”, zegt student Carlijn Gunst. “Niet dus. We hebben maandenlang met een föhn en een krabber de verf er voorzichtig afgehaald. Dan schiet je maar twintig centimeter per uur op.”

Dat is juist de meerwaarde van het project, vindt begeleider ir. Lucas van Zuijlen van de afdeling restauratie, hergebruik en renovatie. “De studenten weten nu hoeveel werk het is om iets te restaureren”, zegt hij. “Ze leren veel over materialen. Ze zijn op excursie geweest naar een houtzagerij en weten nu wat voor hout toen werd gebruikt en hoe ze dat moeten behandelen. Duiker was als architect perfect op de hoogte van het meesterschap van timmermannen. Het is belangrijk dat bouwkundestudenten dat ook zien.”

Paviljoen Zonnestraal is een geliefd gebouw onder architecten. Ook Van Zuijlen heeft er een zwak voor. Hij restaureerde in 1995 de koepel van Zonnestraal. “Het is sociaal innovatief. Duiker dacht vanuit de patiënt. Zo bedacht hij een speciale ruimte voor bonte avonden en filmcabines. De boshutten passen daar perfect in. De patiënten die daar woonden, kwamen wat dichter bij de maatschappij en los van het sanatorium te staan.”

Die roemrijke geschiedenis maakt het renoveren extra speciaal, benadrukken de studenten. “Anders zaten we echt niet te wachten op een boshut”, zegt Meijer. Ook oud-patiënten en verpleegkundigen reageren verheugd op de renovatie. Binnenkort houden de studenten gesprekken met oud-bewoners, om nog beter te begrijpen hoe de boshutten vroeger werden gebruikt.

De studenten hopen voor de kerst klaar te zijn. De boshut moet er dan weer bijstaan als in zijn beste jaren. Met een nieuwe lik verf, stevige kozijnen en ramen. De studenten en Van Zuijlen hopen dat hun project navolging krijgt, zodat de andere boshutten ook worden opgeknapt.

Als de boshut is gerenoveerd, komt hij weer in het bos bij Zonnestraal te staan. De boshut zal dienst doen als trekkershut. “We herstellen het gebouw in de oorspronkelijke staat”, zegt Gunst. “Dus zonder verwarming. En de sanitaire voorzieningen staan buiten op het terrein.”

Wie van de studenten het eerst mag logeren in de opgeknapte boshut, is nu al onderdeel van discussie. “Dat wordt vechten”, zegt Gunst lachend. “Waarschijnlijk zetten we er twee stapelbedden in en wat tentjes om de hut heen. Zodat we er allemaal bij kunnen zijn.”

Het opknappen van de oude boshut kost meer tijd dan gedacht. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.