Zijn droom om Formule 1-rijder te worden zag Stefan de Groot in rook opgaan. Nu biedt de onlangs gepromoveerde ingenieur trainingen aan racers met zijn rijsimulatoren.
“Remmen, remmen!” Stefan de Groot waarschuwt tevergeefs. Mijn Formule 3-wagen trilt en schokt terwijl ik enkele tientallen meters voor een haarspeldbocht een poging doe om vaart te minderen. De achterkant van de auto breekt uit. Bijna vlieg ik over de kop. De crash in de bandenstapel is gelukkig pijnloos. Dat is het enige onrealistische aan deze racesimulatie.
De Groot – een oud-Formule Ford-kampioen en dus een begenadigd racer – kijkt geamuseerd maar ook wat verontrust toe. “Als je gaat overgeven, moet je er meteen uit.”
De ingenieur traint normaal gesproken Formule 3- en G-coureurs in drie door hem ontwikkelde simulators die opgesteld staan in zijn bedrijfsruimte in het oude mijnbouwkundegebouw. Enkele jaren geleden startte hij samen met zijn collega Vincent van der Valk (eveneens oud-Formule Ford-kampioen) het bedrijf SimDelft.
Je verdedigde onlangs bij 3mE je proefschrift ‘Exploiting the possibilities of simulators for driver training’. Vloeit dit bedrijf voort uit jouw promotieonderzoek?
“Ja. In eerste instantie deed ik onderzoek naar simulators voor de training van gewone automobilisten. Ik heb veel experimenten gedaan om de simulator realistischer aan te laten voelen, onder andere met een aanspannende riem voor het gevoel tijdens afremmen. En ik heb mensen getraind om van hun eigen fouten te leren, bijvoorbeeld door ze te laten rijden in een wagen met weinig bandgrip. Daar leren mensen heel goed van rijden. Dat merkte je als je later weer normale banden ‘onder de wagen’ deed. Dat experiment met de bandengrip heb ik ook gedaan met autoracers.” Lacht. “Die gingen er uiteindelijk veel langzamer door rijden. Dat werkte dus averechts. Gaandeweg heb ik het onderzoek steeds meer verlegd naar het racen. Ik denk dat het mogelijk is om mensen auto te leren rijden in een simulator, maar het is lastig om dit ook daadwerkelijk aan te tonen. Bij autoracen heb je een veel duidelijker maatstaf: de rondetijd. Daar zit alles in. Het laatste hoofdstuk uit mijn proefschrift gaat over het remmen. Met welke maximaal benodigde pedaalkracht heb je de meeste controle? Je moet een balans vinden tussen inspanning en controle. Hoe zwaarder de remmen afgesteld staan, hoe beheerster je vaart kunt minderen. Maar je raakt ook eerder uitgeput. Het is tricky.”
Wat is uniek aan jullie simulators?
“Zaken die belangrijk zijn voor het gevoel van de racer, zoals remmen, sturen, accelereren en schakelen, hebben we tot in de puntjes uitgewerkt. De wagens reageren heel direct. Door mijn onderzoek ben ik doordrongen van het belang daarvan. Daar heb ik dus op gefocust. Hierdoor kunnen coureurs bij ons goed werken aan hun bochtentechniek. Met wat voor lijn en snelheid ga je de bocht in en hoe kom je eruit? Dat kun je continu blijven optimaliseren.”
Je racete zelf ooit ook in de Formule 3. Wat is er gebeurd?
“Ik heb een half kampioenschap gereden in Duitsland, en de rest van het jaar in het Britse F3-kampioenschap. Ik begon snel te worden. Maar mijn manager en ik kregen ruzie. Waarover? Dat doet er niet toe. Mijn sportcarrière eindigde in ieder geval abrupt. Ik heb een jaar niet gesport en ik werd dik. Ik ben toen gaan hardlopen. Ik moest iets. Drie keer heb ik de marathon gelopen.”
Niet slecht voor iemand die dik werd.
“Zo dik werd ik nu ook weer niet. Ik werd fanatiek in het hardlopen. Daarbij komt, formulerijders zijn nu eenmaal fit. Het is zwaar werk. Je schouders, nek en benen moeten sterk zijn. Van het sporten komt nu niet zo veel meer terecht. Ik heb inmiddels drie kinderen. Als ik thuiskom ga ik liever met hen spelen.”
De Formule 3 geldt als het voorportaal van de befaamde Formule 1-races. Viel jouw droom in duigen toen je niet doorstroomde naar deze klasse?
“Ja, dat kun je wel zeggen. Maar ik heb me er bij neergelegd. Ik wist dat het een long shot was. Je kunt beter een lot in de loterij kopen. Ook al ben je heel goed, het is niet zeker dat je er komt. Je hebt sponsoring nodig of eigen geld. En flink wat. En je moet op goede momenten goede dingen laten zien. Door die breuk met mijn manager heb ik mezelf een tijdje in de rode cijfers gereden. Om uit de schulden te komen ben ik als race engineer gaan werken. Ik was student bij L&R. Mensen hadden wel door dat ik wat in huis had en dat ik waardevol was voor autosportteams. Ik werk nu nog steeds als freelance race-engineer voor het Engelse Carlin Formule 3-team.
Je was nog erg jong toen je racecarrière eindigde.
“Tweeëntwintig jaar oud was ik. Tegenwoordig zijn al die coureurs nog jonger. Meestal zijn ze tussen de achttien en de twintig. De F3-coureur die ik afgelopen jaar begeleid heb is met eenentwintig jaar redelijk oud. Men denkt dat die jongens meer kans maken om hogerop te komen als ze jong instappen. Maar ik vraag me af of dat zo is. Vaak zijn ze niet ervaren genoeg. Ik merk dat als we de wagens proberen te verbeteren. Dat kan alleen met hulp van de coureurs. Op die jonge leeftijd voelen zij de wagen nog niet haarfijn aan.”
Je werkt nu tien jaar als race engineer. Wat houdt dat werk in?
“Elke wagen heeft zijn eigen engineer en coureur. Het is mijn taak om de coureur te coachen, de monteurs aan te sturen en de afstelling van de auto te verbeteren. Het samenspel van engineering en sportpsychologie spreekt me ontzettend aan. Iedere coureur is verschillend. De ene moet je aanmoedigen, de ander moet je afremmen om hem sneller te laten gaan. Afgelopen jaar heb ik aan het Britse en het Europees kampioenschap meegedaan.”
Hoe heb je je werk bij Carlin, het promotiewerk en je bedrijf kunnen combineren?
“Ik heb zeven jaar over mijn promotie gedaan. Ik heb coureurs betrokken bij het onderzoek. Het team is overigens wel blij dat ik nu klaar ben met het promotieonderzoek. We krijgen het drukker. Volgend jaar gaan we voor het eerst naar Moskou.”
Het lijkt jullie met SimDelft voor de wind te gaan. Elke week komen er coureurs uit binnen- en buitenland trainen.
“We groeien gestaag. Twee jaar geleden hadden we onze eerste simulator, nu zijn we de derde in elkaar aan het zetten.”
De Groot wijst naar een wit chassis van een oude Formule Renault dat bij het raam staat en omgeven is door schroefjes en bouten. “Deze simulator is speciaal bedoeld om te leren remmen. De wagen heeft een zwaar leven gehad. Hij is geëindigd in een crash tijdens een race van het Europees Formule Renault kampioenschap. Als ingenieur heb ik deze wagen nog begeleid. Het chassis raakte zo beschadigd dat ik hem voor weinig kon kopen.”
Hoe is jouw passie voor het racen ontstaan?
“De combinatie van techniek met sport vind ik super cool. Een complex ding als een auto gebruiken als tool om mee te sporten; iets uitdagender bestaat bijna niet. Het is het ook een familieding. Mijn vader is automonteur voor raceteams. Daarnaast restaureert hij oude Engelse auto’s. En mijn oom racete ook. Tijdens mijn studie ben ik begonnen met rijden. Dat was in een Ford Sierra. In één winter was al mijn gespaarde geld op. Ik moest een opleiding bij de racesportschool van Zandvoort betalen, en een auto, aanhanger en busje kopen. Het kost allemaal gigantisch veel geld. En dan heb ik het nog niet eens over de remmen, banden en benzine die je verbruikt. Vanaf mijn vijftiende werkte ik de avonden, weekenden en vakanties bij een garage en een rozenkwekerij om te sparen.”
Je bent afgestudeerd bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek op een simulator voor helikopters. Was dat een goede studiekeuze voor een autogek als jij?
“Ik heb bewust voor L&R gekozen. De autosport heeft meer weg van vliegtuigbouw dan van de auto-industrie. Die wagens moeten immers allemaal van lichtgewicht materialen gemaakt worden en zo aerodynamisch mogelijk.”
Race je nog wel eens?
“Ik doe soms mee aan de BMW E30 cup. Dat is een competitie met soms wel vijftig auto’s die plaatsvindt in Zolder (België), Assen en in Zandvoort. Daar wordt mee geknald, met die wagens. Mijn auto is uit 1988. Mijn vader heeft hem gekocht, geprepareerd en verhuurt hem. Het gaat bij die races altijd om de laatste paar tienden van een seconde. Door beter begrip van de baan en auto kun je net iets harder. Ik vind het mooi om telkens opnieuw dezelfde rondes te rijden en heel dicht bij de absolute limiet te komen.”
CV
Dr.ir. Stefan de Groot (1979) is een begenadigd autocoureur: hij werd tweemaal Nederlands kampioen in de Formula Ford en racete één jaar in de Formule 3-klasse, het voorportaal van de Formule 1. Daarnaast is hij tien jaar race-engineer voor diverse teams, waaronder het Formule 3-team van Carlin. De Groot studeerde in 2006 af aan de TU bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek op het ontwerp van een helikoptersimulatie. Eind vorig jaar promoveerde hij bij de faculteit 3mE op een onderzoek naar rijsimulators voor gewone automobilisten en autocoureurs. Als uitvloeisel van zijn promotieonderzoek startte hij het bedrijf SimDelft, dat racetrainingen aanbiedt aan autocoureurs.
Comments are closed.