‘Ik sta op een kansloze plek’

 Je staat op nummer 21. Jou zien we waarschijnlijk niet in het parlement.

“Ik sta op een kansloze plek inderdaad. Inmiddels sta ik overigens wel op de negentiende plaats. Sommige mensen zijn van de lijst afgehaald omdat ze hun inschrijfformulieren niet op tijd hadden teruggestuurd. Maar dan nog. De peilingen laten geen enkele zetel voor ons zien.”

Dat is niet zo rooskleurig.

“Nee. Het vervelende is dat je als kleine partij nooit wordt uitgenodigd voor debatten. Er heerst wantrouwen jegens kleine nieuwe partijen.”

Hebben jullie wel voldoende campagne gevoerd?

“Ik heb begrepen dat ik een van de fanatiekste campagnevoeders ben. Ik heb flink wat posters in de regio Leiden geplakt en in mijn woonplaats Oegstgeest veel geflyerd. Ik heb het er geforceerd bij gedaan naast mijn werk en studie. Ik ben een beetje gek.”

Hoezo gek? Je wilt toch graag in het parlement terecht komen?

“Nee. Ik vecht voor een zetel voor onze partij. Zelf wil ik niet in het parlement. Ik heb nu leuk werk waar ik niet mee wil stoppen. Sinds november vorig jaar werk in de logistieke sector als projectmanager.”

Europese politiek spreekt mensen niet zo aan. Waar ligt dat aan volgens jou?

“Mensen vinden de Europese politiek onoverzichtelijk. En ze zijn vaak teleurgesteld in dingen die vanuit de EU op Nederland zijn afgekomen. Snelwegen die bijvoorbeeld niet mogen worden uitgebreid vanwege Europese normen voor fijnstof. Of gloeilampen die na 2011 niet meer in de winkels mogen liggen. Als ik flyers uitdeel dan zie ik de mensen denken ‘daar heb je weer zo’n rare vogel die onzin gaat verkopen’.”

Je hoort ook vaak dat het de lobbyclubs zijn die de politiek bepalen in Brussel.

“Ja dat klopt. Dat de gloeilampen verdwijnen, komt door de lobby van Phillips en Osram. Die bedrijven verdienen meer aan spaarlampen. Een andere reden waarom mensen weinig interesse tonen, is dat je na de verkiezingen nauwelijks meer iets hoort van de politici. Pas als de nieuwe verkiezingen eraan komen duiken ze weer op. Logisch dat ze opnieuw gekozen willen worden: ze verdienen schandalig veel geld.”

Dit is niet echt een verhaal waarmee je mensen naar de stemlokalen lokt.

“Het is goed om te gaan stemmen. Het is de enige manier om dingen te veranderen.”

Het college van bestuur beslist deze maand of het Grants-programma van de TU blijft bestaan. Via dit programma kunnen wetenschappelijke medewerkers een beurs aanvragen om collega’s uit het buitenland tijdelijk aan de TU te laten meedraaien. De rector heeft het programma na de toekenningsronde in juni stilgelegd in afwachting van de definitieve beslissing van het cvb. “Voordeel van het programma is dat elke wetenschapper het initiatief kan nemen voor een subsidieaanvraag. Het initiatief hoeft niet bij een hoogleraar te liggen”, zegt Geert Jan Olsder, voorzitter van de commissie. “Met de afschaffing van de commissie zou het moeilijker worden om subsidie te krijgen voor deze initiatieven. Het is mogelijk dat de aanvragen in de toekomst via de Delftse onderzoeksinstituten moeten worden ingediend. Het voordeel is dat er zo meer lijn komt in de aanvragen, het nadeel dat individuele initiatieven minder makkelijk gerealiseerd kunnen worden.”

 Je staat op nummer 21. Jou zien we waarschijnlijk niet in het parlement.

“Ik sta op een kansloze plek inderdaad. Inmiddels sta ik overigens wel op de negentiende plaats. Sommige mensen zijn van de lijst afgehaald omdat ze hun inschrijfformulieren niet op tijd hadden teruggestuurd. Maar dan nog. De peilingen laten geen enkele zetel voor ons zien.”

Dat is niet zo rooskleurig.

“Nee. Het vervelende is dat je als kleine partij nooit wordt uitgenodigd voor debatten. Er heerst wantrouwen jegens kleine nieuwe partijen.”

Hebben jullie wel voldoende campagne gevoerd?

“Ik heb begrepen dat ik een van de fanatiekste campagnevoeders ben. Ik heb flink wat posters in de regio Leiden geplakt en in mijn woonplaats Oegstgeest veel geflyerd. Ik heb het er geforceerd bij gedaan naast mijn werk en studie. Ik ben een beetje gek.”

Hoezo gek? Je wilt toch graag in het parlement terecht komen?

“Nee. Ik vecht voor een zetel voor onze partij. Zelf wil ik niet in het parlement. Ik heb nu leuk werk waar ik niet mee wil stoppen. Sinds november vorig jaar werk ik in de logistieke sector als projectmanager.”

Europese politiek spreekt mensen niet zo aan. Waar ligt dat  volgens jou aan?

“Mensen vinden de Europese politiek onoverzichtelijk. En ze zijn vaak teleurgesteld in dingen die vanuit de EU op Nederland zijn afgekomen. Snelwegen die bijvoorbeeld niet mogen worden uitgebreid vanwege Europese normen voor fijnstof. Of gloeilampen die na 2011 niet meer in de winkels mogen liggen. Als ik flyers uitdeel dan zie ik de mensen denken ‘daar heb je weer zo’n rare vogel die onzin gaat verkopen’.”

Je hoort ook vaak dat het de lobbyclubs zijn die de politiek bepalen in Brussel.

“Ja dat klopt. Dat de gloeilampen verdwijnen, komt door de lobby van Phillips en Osram. Die bedrijven verdienen meer aan spaarlampen. Een andere reden waarom mensen weinig interesse tonen, is dat je na de verkiezingen nauwelijks meer iets hoort van de politici. Pas als de nieuwe verkiezingen eraan komen duiken ze weer op. Logisch dat ze opnieuw gekozen willen worden: ze verdienen schandalig veel geld.”

Dit is niet echt een verhaal waarmee je mensen naar de stemlokalen lokt.

“Het is goed om te gaan stemmen. Het is de enige manier om dingen te veranderen.”