Wat Liane van der Zalm betreft mag het zomerreces van de Delftse gemeenteraad voorbij zijn. Sinds zij op 18 juli geïnstalleerd is als raadslid voor Studenten Techniek in Politiek (STIP), wil de 23-jarige studente technische bestuurskunde maar wat graag aan het werk.
,,Zo’n reorganisatie bijvoorbeeld, dat lijkt mij nou leuk om te doen.”
Figuur 1 Liane van der Zalm: ,,Stel je Delft zonder studenten voor”
De Delftse politiek staat op een waakvlammetje. In de tien fractiekamers op het stadhuis regeert de stilte; een bode knikt hallo. In de kamer van studentenpartij Stip ligt het duimdikke dictaat ‘Verkeers- en vervoersrecht’ op tafel, daarnaast een exemplaar van ‘Organisatie Structuren’. ,,Zowel voor de studie als hier te gebruiken”, zegt Liane van der Zalm. ,,Het gemeentelijk apparaat staat namelijk op het punt om gereorganiseerd te worden.”
Van der Zalm, lid van Virgiel en afkomstig uit Schijndel, is de derde student die namens Stip in de gemeenteraad zit. Sinds de studentenpartij op 2 maart 1994 een zetel won, gingen Jean Philippe Monod en Anneke Boers haar voor. Om de werkdruk te verdelen, zit elk van de vier fractieleden één jaar in de raad.
Vijfdejaars Van der Zalm, die na één jaar bouwkunde van studie veranderde ,,om meer de organisatiekant op te gaan”, was als bestuurslid van de universitaire studentenpartij Oras bij de oprichting van Stip betrokken. Sindsdien is veel werk verricht en leerde Stip het klappen van de zweep.
Zegje
,,Politiek is leuk om te doen”, zegt Van der Zalm. ,,Ik ben graag bezig met organiseren en nadenken over dingen. En ik mag graag mijn zegje doen. Dat ik in die gemeenteraad zit, is voor mij vanzelfsprekend. Dat klinkt misschien gek, maar ik woon hier, ik studeer hier en ik werk hier, dus wil ik ook graag meepraten als er over mij besloten wordt.”
Als lid van de commissies welzijn, en educatie en werk leerde Van der Zalm de Delftse politiek kennen. ,,Die wandelgangen werken wel. Er wordt daar inderdaad veel besproken, maar het kan geen kwaad informeel ideeën en initiatieven te bespreken. Informeel heeft niks te maken met geheimzinnig gedoe en het kan veel tijd schelen in de officiële vergadering. Je zit daar met tien partijen die elk hun eigen ideeën en visie hebben. Dan kun je dagen over één onderwerp bezig zijn.”
Een onderwerp dat de gemeente in ieder geval veel werk bezorgt is het jongerencentrum de Eland, dat even uit de problemen leek maar in juli weer gesloten werd. ,,Heel jammer”, vindt het raadslid. ,,Wij zijn anderhalf jaar bezig geweest het in financiële problemen verkerende jongerencentrum weer op poten te krijgen. Dat leek op een gegeven moment ook te lukken: degemeente schold de schuld kwijt, zodat de Eland met een schone lei kon beginnen. Er kwam een interim-manager en een toekomstplan, maar tijdens mijn eerste vergadering bleek ineens dat er weer een nieuwe schuld was opgebouwd. Er wordt heus wel naar nieuwe oplossingen gezocht, maar voorlopig is de boel dichtgegooid.”
Zoden
Ook wat Delft Kennisstad betreft zit het de gemeente nog niet mee. Na het vertrek van twee TNO-onderdelen zei het Nederlands Meetinstituut uit Delft te willen verhuizen. Tijdens de begrotingsbehandeling hamerde Stip er op dat Delft Kennisstad krachtiger moet aangepakt. Het idee om bedrijven naar Delft te lokken om meer banen te scheppen is goed, maar de projecten die nu gestart zijn vindt de studentenfractie te klein, te weinig samenhangend en onvoldoende concreet om zoden aan de dijk te zetten.
Van der Zalm: ,,De strategienota die aan Delft Kennisstad ten grondslag is goed, maar de uitwerking is wat ons betreft nog niet wat we voor ogen hebben. Dat er desondanks bedrijven vertrekken is heel spijtig, maar ik denk dat we in dit geval al te laat waren. Die bedrijven hadden die plannen misschien al. Daarnaast kan ook de regio reden zijn voor vertrek. Daar helpt geen Delft aan. Maar er kan meer aan getrokken worden. Ik denk aan een meer commerciële opstelling naar bedrijven toe.”
Spin in het web van de Delftse kennisinfrastructuur is zonder twijfel de TU. ,,Een wereld op zich, maar ook Delft”, drukt Van der Zalm zich uit. ,,De gemeente en de universiteit hebben veel gemeen. Er bestaan overeenkomsten in de structuur en ze maken een gelijksoortige ontwikkeling door. Beide richten ze zich meer op het bedrijfsleven en beide staan op het punt van een reorganisatie. Het is jammer dat de kennis van de één de ander niet ten goede komt. Er zouden zoveel dingen samen kunnen.”
,,De TU wil als een soort Harvard of Oxford bekend staan en de gemeente wil zich als Kennisstad profileren”, legt Van der Zalm uit. ,,Ga dan om de tafel zitten en sla twee vliegen in één klap. Ik weet dat er cultuurverschillen zijn, maar het is meer elkaar niet kennen dan dat sprake is van antipathie. Ze kunnen ook niet zonder elkaar. Zo gebruikt de stad de TU om toeristen te trekken en de TU gebruikt de stad om studenten te trekken.”
Achterban
,,Studenten horen bij het straatbeeld van Delft”, vervolgt Van der Zalm. ,,Studenten brengen een bepaalde manier van gezelligheid, zorgen voor grappige dingen en ontplooien initiatieven. Heel Delft stond op dat Marktplein toen de studentenverenigingen de stad een feest aanboden in het kader van Delft 750 jaar. Oké, de burgerij – een vreselijk woord vind ik dat – en de studentenwereld, dat zijn verschillende werelden, maar die boze buurman zou het ook maar saai vinden als er niemand naast hem woonde. Stel je Delft zonder studenten voor. Dan blijft er toch niets van over?”
Hoewel Stip de belangen van de gehele Delftse bevolking wilbehartigen, heeft de partij als elke andere een speciaal oor voor de achterban. Als ‘actiepunten’ staan op een bord in fractiekamer genoteerd: APV (sluitingstijden sociëteiten) en kwijtscheldingsbeleid (OZB). ,,Ik heb zin om dingen aan te pakken”, aldus Van der Zalm. ,,Zo’n reorganisatie bijvoorbeeld, dat lijkt mij nou leuk om te doen, ook vanuit mijn studie gezien. Ik heb het gevoel dat ik er klaar voor ben. Een gevoel van: eindelijk mag ik.”
Wat Liane van der Zalm betreft mag het zomerreces van de Delftse gemeenteraad voorbij zijn. Sinds zij op 18 juli geïnstalleerd is als raadslid voor Studenten Techniek in Politiek (STIP), wil de 23-jarige studente technische bestuurskunde maar wat graag aan het werk. ,,Zo’n reorganisatie bijvoorbeeld, dat lijkt mij nou leuk om te doen.”
Figuur 1 Liane van der Zalm: ,,Stel je Delft zonder studenten voor”
De Delftse politiek staat op een waakvlammetje. In de tien fractiekamers op het stadhuis regeert de stilte; een bode knikt hallo. In de kamer van studentenpartij Stip ligt het duimdikke dictaat ‘Verkeers- en vervoersrecht’ op tafel, daarnaast een exemplaar van ‘Organisatie Structuren’. ,,Zowel voor de studie als hier te gebruiken”, zegt Liane van der Zalm. ,,Het gemeentelijk apparaat staat namelijk op het punt om gereorganiseerd te worden.”
Van der Zalm, lid van Virgiel en afkomstig uit Schijndel, is de derde student die namens Stip in de gemeenteraad zit. Sinds de studentenpartij op 2 maart 1994 een zetel won, gingen Jean Philippe Monod en Anneke Boers haar voor. Om de werkdruk te verdelen, zit elk van de vier fractieleden één jaar in de raad.
Vijfdejaars Van der Zalm, die na één jaar bouwkunde van studie veranderde ,,om meer de organisatiekant op te gaan”, was als bestuurslid van de universitaire studentenpartij Oras bij de oprichting van Stip betrokken. Sindsdien is veel werk verricht en leerde Stip het klappen van de zweep.
Zegje
,,Politiek is leuk om te doen”, zegt Van der Zalm. ,,Ik ben graag bezig met organiseren en nadenken over dingen. En ik mag graag mijn zegje doen. Dat ik in die gemeenteraad zit, is voor mij vanzelfsprekend. Dat klinkt misschien gek, maar ik woon hier, ik studeer hier en ik werk hier, dus wil ik ook graag meepraten als er over mij besloten wordt.”
Als lid van de commissies welzijn, en educatie en werk leerde Van der Zalm de Delftse politiek kennen. ,,Die wandelgangen werken wel. Er wordt daar inderdaad veel besproken, maar het kan geen kwaad informeel ideeën en initiatieven te bespreken. Informeel heeft niks te maken met geheimzinnig gedoe en het kan veel tijd schelen in de officiële vergadering. Je zit daar met tien partijen die elk hun eigen ideeën en visie hebben. Dan kun je dagen over één onderwerp bezig zijn.”
Een onderwerp dat de gemeente in ieder geval veel werk bezorgt is het jongerencentrum de Eland, dat even uit de problemen leek maar in juli weer gesloten werd. ,,Heel jammer”, vindt het raadslid. ,,Wij zijn anderhalf jaar bezig geweest het in financiële problemen verkerende jongerencentrum weer op poten te krijgen. Dat leek op een gegeven moment ook te lukken: degemeente schold de schuld kwijt, zodat de Eland met een schone lei kon beginnen. Er kwam een interim-manager en een toekomstplan, maar tijdens mijn eerste vergadering bleek ineens dat er weer een nieuwe schuld was opgebouwd. Er wordt heus wel naar nieuwe oplossingen gezocht, maar voorlopig is de boel dichtgegooid.”
Zoden
Ook wat Delft Kennisstad betreft zit het de gemeente nog niet mee. Na het vertrek van twee TNO-onderdelen zei het Nederlands Meetinstituut uit Delft te willen verhuizen. Tijdens de begrotingsbehandeling hamerde Stip er op dat Delft Kennisstad krachtiger moet aangepakt. Het idee om bedrijven naar Delft te lokken om meer banen te scheppen is goed, maar de projecten die nu gestart zijn vindt de studentenfractie te klein, te weinig samenhangend en onvoldoende concreet om zoden aan de dijk te zetten.
Van der Zalm: ,,De strategienota die aan Delft Kennisstad ten grondslag is goed, maar de uitwerking is wat ons betreft nog niet wat we voor ogen hebben. Dat er desondanks bedrijven vertrekken is heel spijtig, maar ik denk dat we in dit geval al te laat waren. Die bedrijven hadden die plannen misschien al. Daarnaast kan ook de regio reden zijn voor vertrek. Daar helpt geen Delft aan. Maar er kan meer aan getrokken worden. Ik denk aan een meer commerciële opstelling naar bedrijven toe.”
Spin in het web van de Delftse kennisinfrastructuur is zonder twijfel de TU. ,,Een wereld op zich, maar ook Delft”, drukt Van der Zalm zich uit. ,,De gemeente en de universiteit hebben veel gemeen. Er bestaan overeenkomsten in de structuur en ze maken een gelijksoortige ontwikkeling door. Beide richten ze zich meer op het bedrijfsleven en beide staan op het punt van een reorganisatie. Het is jammer dat de kennis van de één de ander niet ten goede komt. Er zouden zoveel dingen samen kunnen.”
,,De TU wil als een soort Harvard of Oxford bekend staan en de gemeente wil zich als Kennisstad profileren”, legt Van der Zalm uit. ,,Ga dan om de tafel zitten en sla twee vliegen in één klap. Ik weet dat er cultuurverschillen zijn, maar het is meer elkaar niet kennen dan dat sprake is van antipathie. Ze kunnen ook niet zonder elkaar. Zo gebruikt de stad de TU om toeristen te trekken en de TU gebruikt de stad om studenten te trekken.”
Achterban
,,Studenten horen bij het straatbeeld van Delft”, vervolgt Van der Zalm. ,,Studenten brengen een bepaalde manier van gezelligheid, zorgen voor grappige dingen en ontplooien initiatieven. Heel Delft stond op dat Marktplein toen de studentenverenigingen de stad een feest aanboden in het kader van Delft 750 jaar. Oké, de burgerij – een vreselijk woord vind ik dat – en de studentenwereld, dat zijn verschillende werelden, maar die boze buurman zou het ook maar saai vinden als er niemand naast hem woonde. Stel je Delft zonder studenten voor. Dan blijft er toch niets van over?”
Hoewel Stip de belangen van de gehele Delftse bevolking wilbehartigen, heeft de partij als elke andere een speciaal oor voor de achterban. Als ‘actiepunten’ staan op een bord in fractiekamer genoteerd: APV (sluitingstijden sociëteiten) en kwijtscheldingsbeleid (OZB). ,,Ik heb zin om dingen aan te pakken”, aldus Van der Zalm. ,,Zo’n reorganisatie bijvoorbeeld, dat lijkt mij nou leuk om te doen, ook vanuit mijn studie gezien. Ik heb het gevoel dat ik er klaar voor ben. Een gevoel van: eindelijk mag ik.”
Comments are closed.